Zijlvesten in Groningen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kaart van zijlvesten en dijkrechten in de provincie Groningen in 1750

Een zijlvest is de Groningse voorloper van de huidige waterschappen.

Het woord zijlvest, Oud-Fries sīlfestene (1309), is samengesteld uit het woord zijl 'spuisluis' met de uitgang -veste 'jurisdictie'. Een Oost-Fries synoniem is Sielacht (1437).

De zijlvesten waren niet alleen belast met het onderhoud en toezicht van de wateren, maar ook van de wegen. De belangrijkste taak betrof het onderhoud en toezicht op de uitwateringssluizen of zijlen. Het begrip zijlvest heeft betrekking op de waterstaatsorganisatie, maar ook op het gebied waarvoor het zijlvest verantwoordelijk was. De schouw van de zijlen, vaarten en dijken berustte bij de edele heerden en werd uitgevoerd door de schepper. In de schouwregisters werden de namen opgenomen van de onderhoudsplichtigen.

Het reglement van een zijlvest werd zijlbrief genoemd. Zijlschot was de waterschapsbelasting die diende om de zijl en andere voorzieningen te onderhouden. De bestuurder van een zijlvest werd ook wel zijlvest of schepper genoemd.

Lijst van zijlvesten[bewerken | brontekst bewerken]

Een overzicht (van west naar oost). Zijlvesten die tevens de taak van een dijkrecht hadden, zijn gemarkeerd met een asterisk (*).

Het Munnikezijlvest lag grotendeels in Friesland, het Aduarderzijlvest en het Nijesloterzijlvest gedeeltelijk in Drenthe.

De Oude Statenzijl (1707) en de Nieuwe Statenzijl (1874) met de bijbehorende kadedijken vielen onder de verantwoordelijkheid van de provincie. Nieuwe polders als de Stadspolder (1740), Oostwolderpolder (1769) en Finsterwolderpolder (1819) hadden hun eigen afwateringsorganisatie.

Dijkrechten (als zijlvest)[bewerken | brontekst bewerken]

Een aantal dijkrechten nam de taken op zich, die elders door zijlvesten werden verricht. Dat gold met name voor:

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]