Zinnwaldiet
Zinnwaldiet | ||||
---|---|---|---|---|
Mineraal | ||||
Chemische formule | KLiFe2+Al2Si3O10(F,OH)2 | |||
Kleur | Zilverwitte, groengrijs tot lichtbruin | |||
Streepkleur | Wit | |||
Hardheid | 3,5 - 4 | |||
Gemiddelde dichtheid | 3 kg/dm3 | |||
Glans | Glas- tot parel | |||
Opaciteit | Doorzichtig | |||
Breuk | Oneffen | |||
Splijting | Goed, [001] | |||
Kristaloptiek | ||||
Kristalstelsel | monoklien | |||
Brekingsindices | 1,565 - 1,675 | |||
Dubbele breking | 0,0400 - 0,0500 | |||
Pleochroïsme | Geel, roodbruin, groen tot opaak | |||
Overige eigenschappen | ||||
Radioactiviteit | Nauwelijks meetbaar; gammastraling = 126,36 API | |||
Lijst van mineralen | ||||
|
Het mineraal zinnwaldiet is een kalium-lithium-ijzer-aluminium-silicaat met de chemische formule KLiFe2+Al2Si3O10(F,OH)2. Het fylosilicaat behoort tot de groep van de mica's, in het bijzonder die van biotiet.
Eigenschappen[bewerken | brontekst bewerken]
Het zilverwitte, groengrijze tot lichtbruine mineraal is transparant en heeft een witte streepkleur. De gemiddelde dichtheid is 3 en de hardheid is 3,5 tot 4. De splijting is goed volgens kristalvlak [001] en zinnwaldiet is niet magnetisch. De radioactiviteit van zinnwaldiet is nauwelijks meetbaar; de gammastraling-waarde volgens het American Petroleum Institute bedraagt 126,36.
Naam[bewerken | brontekst bewerken]
Zinnwaldiet is genoemd naar de plaats waar het voor het eerst beschreven werd; Zinnwald (tegenwoordig Cínovec, Tsjechië) in het Ertsgebergte in het toentertijd Duitse Saksen.
Voorkomen[bewerken | brontekst bewerken]
Zinnwaldiet is een mineraal dat typisch in pegmatieten uitkristalliseert. Het komt ook vaak in de omgeving van cassiteriet voor. De typelocatie is Zinnwald in het Ertsgebergte.