Naar inhoud springen

Schulddeflatie: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
{{meebezig}}
{{meebezig}}
[[Bestand:U.S._Public_and_Private_Debt_as_a_%25_of_GDP.jpg|{{largethumb}}|Historische schuldgraad van de VS in [[BBP]]-termen (1870-2011). De pieken vallen samen met de twee grote crisissen.]]
'''Schulddeflatie''' ([[Engels]]: ''debt deflation'') doet zich voor wanneer overmatige private [[schulden]] debiteuren dwingen tot een crisisuitverkoop, die de [[Economie (systeem)|economie]] in een [[Deflatie (economie)|deflatoire spiraal]] brengt waarbij dalende prijzen op hun beurt nieuwe insolventies uitlokken. De theorie is ontwikkeld door Irving Fisher als een verklaring voor 


de [[Beurskrach van 1929]] en de [[Grote Depressie]] die erop volgde. Ze werd grotendeels genegeerd door [[Neoklassieke theorie|neoklassieke economen]] maar inspireerde vele anderen, voornamelijk de [[Postkeynesiaanse economie|post-Keynesianen]]. Zij zien de [[kredietcrisis]] van 2008 als een schoolvoorbeeld van schulddeflatie.
'''Schulddeflatie''' ([[Engels]]: ''debt deflation'') doet zich voor wanneer overmatige private [[schulden]] debiteuren dwingen tot een crisisuitverkoop, die de [[Economie (systeem)|economie]] in een [[Deflatie (economie)|deflatoire spiraal]] brengt waarbij dalende prijzen op hun beurt nieuwe insolventies uitlokken. De theorie is ontwikkeld door [[Irving Fisher]] als een verklaring voor de [[Beurskrach van 1929]] en de [[Grote Depressie]] die erop volgde. Ze werd grotendeels genegeerd door [[Neoklassieke theorie|neoklassieke economen]] maar inspireerde vele anderen, voornamelijk de [[Postkeynesiaanse economie|post-Keynesianen]]. Zij zien de [[kredietcrisis]] van 2008 als een schoolvoorbeeld van schulddeflatie.


== Het model van Fisher ==
== Het model van Fisher ==
Professor Fisher was een goeroe van [[Wall Street]] die een eigen investeringsbank had uitgebouwd. In september 1929, aan de vooravond van de krach, deed hij een ongelukkige voorspelling: "Aandelenprijzen schijnen een permanent hoog plateau te hebben bereikt". De volgende maand kelderde de beurs en in de nasleep daarvan ging zijn bank ten onder, met talloze andere. Het dwong Fisher om zijn aannames te herzien. Hij nam afstand van het dominante evenwichtsdenken dat de inherente stabiliteit van het kapitalisme zou waarbogen. In 1931-32 presenteerde hij, voortbouwend op [[Thorstein Veblen]], zijn ideeën over schulddeflatie.<ref>Deze ''Yale lectures'' (1931) en de lezing voor de ''American Association for the Advancement of Science'' (1 januari 1932) werden later gebundeld in {{aut|Irving Fisher}}, ''Booms and Depressions. Some First Principles'', 1933. Fisher erkende het pionierswerk van Veblen zoals uiteengezet in {{aut|Thorstein Veblen}}, ''The Theory of Business Enterprise'', 1904, hoofdstuk 7.</ref> Excessief vertrouwen leidde volgens Fisher tot overinvesteringen gefinancierd door onverantwoorde kredieten. Nadien is een kleine verstoring voldoende om de dynamiek te doen omslaan. Iedereen wil de opgestapelde schulden afbouwen. Maar het afbetalen ervan in [[Nominale waarde|nominale termen]] doet de geldhoeveelheid krimpen en zorgt ervoor dat de reële waarde van de schulden stijgt. Hoe meer debiteuren afbetalen, hoe meer ze zich in de schulden werken. Keen noemt dit de ''Paradox van Fisher''.<ref>{{aut|Steve Keen}}, "[https://books.google.be/books?id=cyfpMlbfk6wC&pg=PA83&redir_esc=y#v=onepage&q&f=false The Nonlinear Economics of Debt Deflation]", in: ''Commerce, Complexity, and Evolution. Topics in Economics, Finance, Marketing, and Management'', Cambridge University Press, New York, 2000, blz. 87</ref>1837, 1873 and 1929–1933 as important examples of debt deflationary episodes

Volgens Fisher hadden zulke episodes van schulddeflatie zich onder meer voorgedaan in 1837, 1873 en 1929–1933. Hij zag reflationaire maatregelen als de enige manier om uit de vicieuze cirkel te breken.


== Minsky en de Post-Keynesianen ==
== Minsky en de Post-Keynesianen ==
Financial Instability Hypothesis


== Ben Bernanke ==
== Ben Bernanke ==
<ref>{{aut|Ben Bernanke}}, "Nonmonetary Effects of the Financial Crisis in Propagation of the Great Depression", in: ''American Economic Review'', 1983, nr. 3, blz. 257-76</ref>
[[Bestand:U.S._Public_and_Private_Debt_as_a_%25_of_GDP.jpg|miniatuur]]

== References ==
{{Reflist}}


== Externe link ==
== Externe link ==
* [http://debtdeflation.com DebtDeflation], door Steve Keen
* [http://www.debtdeflation.com/blogs DebtDeflation], door Steve Keen

== Literatuur ==
* {{aut|Irving Fisher}}, "[https://fraser.stlouisfed.org/docs/meltzer/fisdeb33.pdf The Debt-Deflation Theory of Great Depressions]" {{pdf}}, in: ''Econometrica'', 1933, nr. 4, blz. 337–357, {{doi|10.2307/1907327}}
* {{aut|Hyman P. Minsky}}, ''Can "It" Happen Again? Essays on Instability and Finance'', M.E. Sharpe, Armonk, 1982
* {{aut|Ben Bernanke}}, "[https://fraser.stlouisfed.org/scribd/?item_id=2399&filepath=/docs/meltzer/bermac95.pdf The Macroeconomics of the Great Depression: A Comparative Approach]" {{pdf}}, in: ''Journal of Money, Credit, and Banking'', 1995, nr. 1, blz. 1–28, {{doi|10.2307/2077848}}
* {{aut|Andrew Hughes Hallett}} en {{aut|Yue Ma}}, "The Dynamics of Debt Deflation in a Monetary Union", in: ''Journal of International and Comparative Economics'', 1996–97, nr. 1, blz. 1–29
* {{aut|Kagehide Kaku}}, "Debt-Deflation in Japan", in: {{aut|Forrest Capie}} en {{aut|Geoffrey E. Wood}} (reds.), ''Asset Prices and the Real Economy'', Macmillan, Basingstoke, 1997, blz. 242–270
* {{aut|Steve Keen}}, "[https://books.google.be/books?id=cyfpMlbfk6wC&pg=PA83&redir_esc=y#v=onepage&q&f=false The Nonlinear Economics of Debt Deflation]", in: ''Commerce, Complexity, and Evolution. Topics in Economics, Finance, Marketing, and Management'', Cambridge University Press, New York, 2000, blz. 83–110
* {{aut|J. Patrick Raines}} en {{aut|Charles G. Leathers}}, ''Debt, Innovations, and Deflation. The Theories of Veblen, Fisher, Schumpeter and Minsky'', Edward Elgar, Cheltenham, 2008

== Bronnen en noten ==
{{References|90%}}

[[Categorie:Economische terminologie]]
[[Categorie:Monetaire economie]]
[[Categorie:Monetaire economie]]
[[Categorie:Financiële crisis]]

Versie van 7 aug 2016 18:10

Mee bezig
Mee bezig
Aan dit artikel of deze sectie wordt de komende uren of dagen nog druk gewerkt.
Klik op geschiedenis voor de laatste ontwikkelingen.
Historische schuldgraad van de VS in BBP-termen (1870-2011). De pieken vallen samen met de twee grote crisissen.

Schulddeflatie (Engels: debt deflation) doet zich voor wanneer overmatige private schulden debiteuren dwingen tot een crisisuitverkoop, die de economie in een deflatoire spiraal brengt waarbij dalende prijzen op hun beurt nieuwe insolventies uitlokken. De theorie is ontwikkeld door Irving Fisher als een verklaring voor de Beurskrach van 1929 en de Grote Depressie die erop volgde. Ze werd grotendeels genegeerd door neoklassieke economen maar inspireerde vele anderen, voornamelijk de post-Keynesianen. Zij zien de kredietcrisis van 2008 als een schoolvoorbeeld van schulddeflatie.

Het model van Fisher

Professor Fisher was een goeroe van Wall Street die een eigen investeringsbank had uitgebouwd. In september 1929, aan de vooravond van de krach, deed hij een ongelukkige voorspelling: "Aandelenprijzen schijnen een permanent hoog plateau te hebben bereikt". De volgende maand kelderde de beurs en in de nasleep daarvan ging zijn bank ten onder, met talloze andere. Het dwong Fisher om zijn aannames te herzien. Hij nam afstand van het dominante evenwichtsdenken dat de inherente stabiliteit van het kapitalisme zou waarbogen. In 1931-32 presenteerde hij, voortbouwend op Thorstein Veblen, zijn ideeën over schulddeflatie.[1] Excessief vertrouwen leidde volgens Fisher tot overinvesteringen gefinancierd door onverantwoorde kredieten. Nadien is een kleine verstoring voldoende om de dynamiek te doen omslaan. Iedereen wil de opgestapelde schulden afbouwen. Maar het afbetalen ervan in nominale termen doet de geldhoeveelheid krimpen en zorgt ervoor dat de reële waarde van de schulden stijgt. Hoe meer debiteuren afbetalen, hoe meer ze zich in de schulden werken. Keen noemt dit de Paradox van Fisher.[2]1837, 1873 and 1929–1933 as important examples of debt deflationary episodes

Volgens Fisher hadden zulke episodes van schulddeflatie zich onder meer voorgedaan in 1837, 1873 en 1929–1933. Hij zag reflationaire maatregelen als de enige manier om uit de vicieuze cirkel te breken.

Minsky en de Post-Keynesianen

Financial Instability Hypothesis

Ben Bernanke

[3]

Literatuur

  • Irving Fisher, "The Debt-Deflation Theory of Great Depressions" Pdf-document, in: Econometrica, 1933, nr. 4, blz. 337–357, DOI:10.2307/1907327
  • Hyman P. Minsky, Can "It" Happen Again? Essays on Instability and Finance, M.E. Sharpe, Armonk, 1982
  • Ben Bernanke, "The Macroeconomics of the Great Depression: A Comparative Approach" Pdf-document, in: Journal of Money, Credit, and Banking, 1995, nr. 1, blz. 1–28, DOI:10.2307/2077848
  • Andrew Hughes Hallett en Yue Ma, "The Dynamics of Debt Deflation in a Monetary Union", in: Journal of International and Comparative Economics, 1996–97, nr. 1, blz. 1–29
  • Kagehide Kaku, "Debt-Deflation in Japan", in: Forrest Capie en Geoffrey E. Wood (reds.), Asset Prices and the Real Economy, Macmillan, Basingstoke, 1997, blz. 242–270
  • Steve Keen, "The Nonlinear Economics of Debt Deflation", in: Commerce, Complexity, and Evolution. Topics in Economics, Finance, Marketing, and Management, Cambridge University Press, New York, 2000, blz. 83–110
  • J. Patrick Raines en Charles G. Leathers, Debt, Innovations, and Deflation. The Theories of Veblen, Fisher, Schumpeter and Minsky, Edward Elgar, Cheltenham, 2008

Bronnen en noten

  1. Deze Yale lectures (1931) en de lezing voor de American Association for the Advancement of Science (1 januari 1932) werden later gebundeld in Irving Fisher, Booms and Depressions. Some First Principles, 1933. Fisher erkende het pionierswerk van Veblen zoals uiteengezet in Thorstein Veblen, The Theory of Business Enterprise, 1904, hoofdstuk 7.
  2. Steve Keen, "The Nonlinear Economics of Debt Deflation", in: Commerce, Complexity, and Evolution. Topics in Economics, Finance, Marketing, and Management, Cambridge University Press, New York, 2000, blz. 87
  3. Ben Bernanke, "Nonmonetary Effects of the Financial Crisis in Propagation of the Great Depression", in: American Economic Review, 1983, nr. 3, blz. 257-76