Naar inhoud springen

Agentschap van de Generale Thesaurie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Logo van het Agentschap van de Generale Thesaurie.
Agentschap van de Generale Thesaurie
Functiehouders
Agent Saskia van Dun
Geschiedenis
Opgericht 1841
Algemeen
Land Nederland
Adres Korte Voorhout 7, Den Haag
Officiële website

Het Agentschap van de Generale Thesaurie (in de internationale financiële markten werkend onder de naam Dutch State Treasury Agency, DSTA) van het Nederlandse ministerie van Financiën, ook aangeduid als het Agentschap van het ministerie van Financiën, draagt zorg voor een verantwoorde financiering van de Nederlandse staatsschuld. Het Agentschap is sinds januari 2009 gevestigd in het gebouw van het ministerie van Financiën aan het Korte Voorhout in Den Haag.

De hoogte van de staatsschuld wordt onder andere gepubliceerd op de website van het Agentschap.

Het Agentschap draagt zorg voor het financieringsbeleid en het treedt namens de Staat op bij het afsluiten van transacties in de financiële markten. Ook beheert het Agentschap het geld in de schatkist, en is de directie verantwoordelijk voor het inrichten van het betalingsverkeer van het Rijk.

De wettelijke basis voor deze uitvoerende rol is geregeld in de Comptabiliteitswet 2016. Het Agentschap voert artikel 11[1] en artikel 12[2] van de Rijksbegroting uit:

  • schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke kosten onder acceptabel risico voor de begroting; en
  • optimaal kasbeheer van het Rijk en van de instellingen die aan de schatkist zijn gelieerd.

Het financieren van de staatsschuld gebeurt op de kapitaalmarkt (langdurige schulden) en de geldmarkt (kortlopende schulden). De kaders waarbinnen dit gebeurt worden uitgezet in financieringsbeleid het van het Agentschap.[3] De kernwaarden hierin zijn consistentie, transparantie en liquiditeit. Daarnaast moet het Agentschap flexibel in kunnen spelen op veranderingen in marktomstandigheden of fluctuaties in financieringsbehoefte.

Kapitaalmarkt

[bewerken | brontekst bewerken]

Staatsobligaties, oftewel Dutch State Loans (DSL's), zijn leningen die door de overheid worden uitgegeven om te voorzien in de financieringsbehoefte van de Staat. De houder van een staatsobligatie heeft een vordering op de Staat en de Staat heeft de verplichting tot het betalen van rente en aflossing aan de houder van zo’n obligatie.

Staatsobligaties hebben een vaste looptijd en een vaste rente. Jaarlijks ontvangt de houder van een staatsobligatie de rentecoupon. Op de afloopdatum van de staatsobligatie wordt de laatste rentecoupon en het nominaal bedrag (de aflossing) betaald.

De Nederlandse Staat heeft de hoogst mogelijke credit rating[4][5][6] (AAA) en staat garant voor tijdige en volledige betaling van rente en aflossing.

De overheid heeft een schatkistsaldo om haar uitgaven en inkomsten te balanceren. Doordat het schatkistsaldo (en daarmee de omvang van de schuld) voortdurend fluctueert, dient de Staat naast lange leningen ook geldmarktleningen op te nemen en – in tijden van tijdelijke kasoverschotten – geld uit te zetten.

Het Agentschap heeft hiervoor meerdere instrumenten zoals onder andere het uitgeven van schatkistpaper, oftewel Dutch Treasury Certificates (DTC’s), het aantrekken of stallen van geld via (gedekte) deposito’s of het uitgeven van Commercial Paper.

  • Het schatkistpapier van de Nederlandse Staat zijn de Dutch Treasury Certificates (DTC’s). Schatkistpapier is, net als een staatslening, een schuld van de Staat aan de houder. In tegenstelling tot staatsleningen die een looptijd van meerdere jaren hebben, is schatkistpapier kortlopend waardepapier. Terugbetaling van de hoofdsom vindt gemiddeld 3 of 6 maanden na uitgifte plaats, maar ook tussenliggende looptijden zijn mogelijk. DTC's worden verkocht met vaste einddatum en eindbedrag (nominale waarde), in een veiling bij afslag. De rente is het verschil tussen eindbedrag en aankoopprijs en wordt dus niet apart verrekend.
  • Global Commercial Paper (GCP) is gestandaardiseerd schuldpapier met flexibele start- en einddata met korte looptijden, variërend tot 12 maanden. GCP dient als het ware als ‘brug’ tussen korter lopende flexibele deposito’s en langer lopende minder flexibele DTC's. De inzet van dit derde geldmarktinstrument maakt het beheer van het schatkistsaldo flexibeler, zodat er beter kan worden geanticipeerd op de financieringsbehoefte op korte termijn.

In 1840, trad Koning Willem I af ten faveure van zijn zoon Koning Willem II. Koning Willem II besloot in 1841 dat de staatsschuld voortaan onder de verantwoordelijkheid van de minister van Financiën zou vallen.

Deze minister van Financiën, Jan Jacob Rochussen, besloot voor het beheren van de staatsschuld een speciale afdeling op te richten: het Agentschap van de Generale Thesaurie. Het mandaat van de eerste Agent: "de behandeling van zoodanige zaken waaromtrent dit in het belang van den Lande en in het gerief van het publiek geraden zal voorkomen".

Oprichtingsakte Agentschap

In eerste instantie waren obligatiehouders vooral gegoede burgers uit Nederland, maar gaandeweg werden de obligatiehouders meer en meer internationale beleggers. Ook de papieren obligaties zijn niet langer in gebruik. In 1987 werd het laatste klassieke papieren schuldbewijs uitgegeven door het Agentschap.