Albert Willem Hoeth

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door RonnieBot (overleg | bijdragen) op 14 sep 2019 om 14:26. (RonnieBot heeft de pagina Gebruiker:Pvt pauline/nll/Albert Willem Hoeth hernoemd naar Albert Willem Hoeth zonder een doorverwijzing achter te laten: Artikel ter beoordeling terug naar de hoofdnaamruimte, conform verzoek van de gemeenschap)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Werk aan de winkel Dit artikel staat op een nalooplijst. Als de inhoud op verifieerbaarheid gecontroleerd is, kan dit sjabloon verwijderd worden. Geef dat ook aan op de betreffende nalooplijst. Bekijk ook de bewerkingsgeschiedenis om te zien of anderen hier al aan gewerkt hebben.

Albert Willem Hoeth (Westerbroek, 13 juli 1758 - Groningen, 27 juli 1827) was procureur-crimineel voor de Nederlandse provincies Groningen en Drenthe.

Hoeth was de zoon van Willem Albert Hoeth[1], gezworene en taalman stad Groningen, en Aemilia Agnita Meurs. Hij trouwde in 1781 met Elisabeth Sophia Wichers, dochter van Johan Wichers, gezworene stad Groningen, en Johanna Elisabeth Meurs. Ze kregen slechts een zoon. Deze trouwde met de dochter van Bernardus Buma.

Carrière

Hoeth studeerde rechten in Groningen en promoveerde in 1778. Hij werd advocaat. In 1787 werd hij rechter in Bellingwolde en Blijham, in 1795 werd hij procureur-generaal van het Hof van Justitie in Groningen en van 1798-1801 was hij lid en president van het Uitvoerend Bewind. In 1801 werd hij weer rechter in Bellingwolde.

Van 1806-1811 was hij procureur-generaal van het Departementaal Gerechtshof van Groningen en na 1813 procureur-crimineel voor Groningen en Drenthe.