Aleksej Rykov
Aleksej Rykov | ||||
---|---|---|---|---|
Geboren | 25 februari 1881 Saratov, Keizerrijk Rusland | |||
Overleden | 15 maart 1938 Moskou, Sovjet-Unie | |||
Handtekening | ||||
Vicevoorzitter van de Raad van Volkscommissarissen van de Sovjet-Unie | ||||
Aangetreden | 6 juli 1923 | |||
Einde termijn | 2 februari 1924 | |||
Voorzitter van de Raad van Volkscommissarissen van de Russische SFSR | ||||
Aangetreden | 2 februari 1924 | |||
Einde termijn | 18 mei 1929 | |||
Voorganger | Vladimir Lenin | |||
Opvolger | Sergej Syrtsov | |||
Voorzitter van de Raad van Volkscommissarissen van de Sovjet-Unie | ||||
Aangetreden | 2 februari 1924 | |||
Einde termijn | 19 december 1930 | |||
Voorganger | Vladimir Lenin | |||
Opvolger | Vjatsjeslav Molotov | |||
Voorzitter van de Raad van Arbeid en Verdediging | ||||
Aangetreden | 19 januari 1926 | |||
Einde termijn | 19 december 1930 | |||
Voorganger | Lev Kamenev | |||
Opvolger | Vjatsjeslav Molotov | |||
Volwaardig lid van het Politbureau | ||||
Aangetreden | 3 april 1922 | |||
Einde termijn | 21 december 1931 | |||
Lid van het Orgburo | ||||
Aangetreden | 5 april 1920 | |||
Einde termijn | 2 juni 1924 | |||
|
Aleksej Ivanovitsj Rykov (Russisch: Алексей Иванович Рыков) (Saratov, 25 februari 1881 – Moskou, 15 maart 1938) was een Sovjet-Russisch communistisch staatsman. Hij was lid van de bolsjewistische vleugel van de Russische Sociaal Democratische Arbeiderspartij (RSDAP). Rykov was van bescheiden afkomst. Hij zat voor de Eerste Wereldoorlog wegens revolutionaire activiteiten gevangen en werd enkele malen verbannen.
Bij het uitbreken van de Februarirevolutie van 1917 bevond hij zich te Narym. Na de Oktoberrevolutie (1917) werd hij opgenomen in Lenins regering en werd hij volkscommissaris (minister) van Binnenlandse Zaken. Samen met Lev Kamenev en Viktor Nogin drong hij aan op een coalitie met andere socialistische partijen. Toen deze coalitie uitbleef trad hij af. Spoedig, nadat hij zijn 'fout' had erkend, werd hij wederopgenomen in de regering als volkscommissaris van Binnenlandse Zaken. Tijdens de Russische Burgeroorlog was hij vicevoorzitter van de Opperste Economische Raad en van de Raad van Arbeid en Defensie. Na de Burgeroorlog werd Rykov vicevoorzitter van de Raad van Volkscommissarissen en na de dood van Lenin in 1924, voorzitter (minister-president). Hij werd tevens voorzitter van de Raad van Volkscommissarissen van de Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek - RSFSR- (tot 1929). In 1920 werd hij in het Centraal Comité van de Russische Communistische Partij gekozen en in 1922 werd hij lid van het Politbureau.
In de jaren twintig behoorde Rykov samen met Nikolaj Boecharin en Michail Tomski tot de Rechtse Oppositie, waar ook Stalin zich kortstondig mee verbond. In 1929 viel Rykov echter in ongenade en moest hij terugtreden als politbureau-lid en in 1930 als voorzitter van de Raad van Volkscommissarissen aftreden; Vjatsjeslav Molotov volgde hem in die functie op.
Na een schijnproces te Moskou werd Rykov in 1938 ter dood veroordeeld en terechtgesteld.