Algemene rechtsbeginselen
Algemene rechtsbeginselen zijn fundamentele opvattingen die behoren tot het wezen van een samenleving en die geacht worden van een dergelijk groot belang te zijn, dat zij juridisch normerend zijn.[bron?] In België wordt evenwel vereist dat steeds ook een specifieke wettelijke bepaling wordt aangewezen, die dit rechtsbeginsel mee kan schragen.
Het zijn zeer vaak ongeschreven, vrij abstracte normen en waarden. Hierbij is het adagium "non scripta lex, sed lata lex" (geen geschreven, maar geboren recht) toepasselijk. In zekere zin zijn het rechtsnormen op het meest abstracte niveau. Alhoewel zij bijna nooit expliciet geformuleerd worden, vormen zij de onderliggende beweegreden voor vele andere, geschreven wetten en regels. Zij zijn afdwingbaar voor de rechtbank. Zij laten toe de wet aan te vullen, te interpreteren en soms zelfs bij te sturen, wanneer die wet onvolledig of onduidelijk is.
Algemene rechtsbeginselen worden niet voorgeschreven door de wet, maar "gevonden" door de rechter. Vaak zal er uit verschillende wetteksten éénzelfde gedachte voortkomen. Die gedachte zal bestendigd worden door de erkenning ervan als algemeen rechtsbeginsel (bv in België door het Hof van Cassatie).
In België en Frankrijk wordt onderscheid gemaakt tussen:
- algemene rechtsbeginselen met een grondwettelijke waarde
- algemene rechtsbeginselen met een wettelijke waarde
- algemene rechtsbeginselen met een louter aanvullende waarde
Ook sommige internationale verdragen, zoals het EVRM zijn de explicitatie van algemene rechtsbeginselen.
Ter illustratie enkele voorbeelden van algemene rechtsbeginselen in een willekeurige volgorde:
- scheiding der machten
- redelijkheid en billijkheid
- algemene beginselen van behoorlijk bestuur, daarin begrepen:
- het verbod op rechtsmisbruik
- recht van verdediging
- algemene beginselen van behoorlijk proces, daarin begrepen:
- onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de rechter
- hoor en wederhoor
- vermoeden van onschuld
- nulla poena sine lege : geen straf zonder wet
- ne bis in idem : één persoon mag niet tweemaal vervolgd worden voor dezelfde feiten
- Lites finiri oportet: het rechtsbeginsel dat inhoudt dat een rechtsstrijd op afzienbare termijn tot een einde moet komen
- Dubio pro reo: voordeel van de twijfel in het strafrecht. Ofwel de rechter moet overtuigd zijn om tot een veroordeling te kunnen komen.
- de exceptio non adimpleti contractus
- fraus omnia corrumpit
- de vereiste van een voorafgaande ingebrekestelling alvorens over te gaan tot dwangmaatregelen
Er zijn ook rechtsspreuken die geen algemeen rechtsbeginsel zijn, maar een formulering van de wet of een samenvatting ervan, en die niet altijd en overal geldig zijn, bijvoorbeeld:
- de vertrouwensleer in het verbintenissenrecht
- no cure no pay
- het geheim van het onderzoek in het strafrecht
- recht op herziening van een strafproces (beroepsrecht)
- da mihi factum, dabo tibi ius (geef mij de feiten en ik geef u het recht)