Apostelen van Bahá'u'lláh

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De apostelen van Bahá'u'lláh waren negentien vooraanstaande vroege volgelingen van Bahá'u'lláh, de grondlegger van het bahá'í-geloof. De apostelen werden aangewezen door Shoghi Effendi, de behoeder van het bahá'í-geloof.

Deze personen speelden een belangrijke rol in de ontwikkeling van het bahá'í-geloof, de consolidatie van haar aanhangers en het verspreiden van haar leer over de hele wereld. Voor bahá'ís vervullen zij een soortgelijke rol als de zonen van Jakob, de apostelen van Jezus, Mohammeds metgezellen, of de Bábs Letters van de Levende.

Lijst[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Mírzá Músá
  2. Badí'
  3. Sultánu'sh-Shuhada'
  4. Hájí Amín
  5. Mírzá Abu'l-Fadl
  6. Varqá
  7. Mírzá Mahmúd
  8. Hají Ákhúnd
  9. Nabíl-i-Akbar
  10. Vakílu'd-Dawlih
  11. Ibn-i-Abhar
  12. Nabíl-i-A`zam
  13. Samandar
  14. Mírzá Mustafá
  15. Mishkín-Qalam
  16. Adíb
  17. Shaykh Muhammad-'Alí
  18. Zaynu'l-Muqarrabín
  19. Ibn-i-Asdaq

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

  • The Bahá'í World, Vol. III, pp. 80-81
  • Smith, P. (1999), A Concise Encyclopedia of the Bahá'í Faith. Oneworld Publications, Oxford, UK. ISBN 1851681841.