Arrest Leestafel zooien

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Leestafel zooien
Datum 31 oktober 2006
Instantie Hoge Raad der Nederlanden
Rechters F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen
Adv.-gen. A.J. Machielse
Soort zaak   strafkamer
Procedure cassatie
Wetgeving art. 308 Sr (zwaar lichamelijk letsel door schuld)
Onderwerp   schuld
Vindplaats   NJ 2007/79, m.nt. N. Keijzer

Leestafel zooien is een arrest van de Hoge Raad d.d. 31 oktober 2006 dat onder andere handelt over de vraag wat de criteria zijn voor een spelsituatie, hetgeen schuld in de zin van art. 308 (zwaar lichamelijk letsel door schuld) zou kunnen opheffen.

Gebeurtenissen in feitelijke instanties[bewerken | brontekst bewerken]

  • Het Hof van 's Gravenhage heeft de verdachte veroordeeld voor 'medeplegen van aan zijn schuld te wijten dat een ander zwaar lichamelijk letsel bekomt' tot een taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van dertig uur.

Toedracht[bewerken | brontekst bewerken]

Het 'leestafel zooien' is een fenomeen op de Leidse sociëteit Minerva. Het zittende bestuur dient te voorkomen dat de participanten met behulp van een leestafel de deur rammen en dat deze buiten terechtkomt. Is het bestuur hiertoe niet in staat dan dient het af te treden. Onder invloed van alcohol en in vereniging met 30 andere studenten verplaatst de verdachte in de nacht van 13 op 14 april 2001 de leestafel van 1000 kg richting de nooduitgang, om vervolgens deze tegen de deuren van de nooduitgang te rammen. Eén van de bestuursleden die vreest dat de leestafel hem zal raken, probeert zichzelf in veiligheid te brengen door zich te begeven tussen de leestafel en de deuren. Hij is echter niet op tijd en de leestafel treft hem met grote kracht, waardoor hij zijn beide polsen breekt.

Rechtsvraag[bewerken | brontekst bewerken]

Welke eisen worden gesteld aan het zijn van een 'spelsituatie' waardoor het aanvaarden van culpa minder aannemelijk is?

Conclusie advocaat-generaal[bewerken | brontekst bewerken]

Advocaat-generaal Machielse concludeert tot verwerping van het beroep. Hij overweegt onder andere dat de voorzienbaarheid op een bepaald letsel inhoudt dat de dader zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag dient te onthouden. Als deelnemers aan sport of spel slecht doordachte handelingen plegen dan mag dat tot op zekere hoogte van elkaar verwacht worden (aanvaardbaar risico). Grove regelovertredingen, of roekeloos gedrag, zijn zelfs in een spel- of sportsituatie geen aanvaardbaar risico. Wil sprake zijn van een aanvaardbaar risico dan dienen regelovertredingen voorzienbaar te zijn. Naar het oordeel van de advocaat-generaal is dit in deze zaak niet het geval. Het leestafel zooien vindt niet met enige regelmaat plaats en verder ontbreken specifieke spelregels en normen die de grenzen van wat in redelijkheid kan worden verwacht, begrenzen. Ook onderscheidt het risico op het optreden van letsel bij leestafelzooien zich van dat risico bij andere sport- en spelsituaties, als mr. Machielse.

Hoge Raad[bewerken | brontekst bewerken]

De Hoge Raad verwerpt het beroep en overweegt ten aanzien van het spelelement:

Vooropgesteld moet worden dat indien de letsel veroorzakende gedragingen zijn begaan in een min of meer reguliere sport- of spelsituatie, van schuld als bedoeld in art. 308 Sr in de regel minder snel sprake zal zijn, dan indien diezelfde gedragingen buiten zo'n situatie zijn begaan. Het Hof heeft geoordeeld dat in het onderhavige geval geen sprake was van een dergelijke spelsituatie die aan een bewezenverklaring van schuld in de weg zou staan. Dat oordeel is niet onbegrijpelijk, mede in aanmerking genomen dat uit de bewijsmotivering volgt dat sprake was van zeer gevaarzettend handelen, maar niet van een door duidelijke spelregels afgebakend spel.