Naar inhoud springen

Bigi Poika

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door DodekBot (overleg | bijdragen) op 10 jan 2007 om 20:59. (robot Erbij: fr:Bigi Poika)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Bestand:Poika2.jpg
Schoolmeisjes op de doorgaande weg in Bigi Poika

Bigi Poika – in het Karaïbs: Akarani - is een dorp in Suriname, gelegen in het district Para tussen de rivieren Saramacca en Coesewijne, en bewoond door Karaïben. Het dorp valt onder traditioneel inheems gezag. Dorpskapitein is Charles Arumjo; hij is sinds september 2001 ook bestuurslid van de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname.

Ligging

Bestand:Stip.png = Positie van Bigi Poika

Bigi Poika is vanuit de hoofdstad Paramaribo te bereiken via de Indira Gandhiweg richting het Johan Adolf Pengel International Airport, van daar over de zuidelijke Oost-Westverbinding (de Avanaveroweg) westwaarts richting Apoera waarbij de brug over de Saramaccarivier gepasseerd moet worden, waarna een zijweg op circa 25 kilometer weer noordwaarts gaat (een bord geeft aan dat er een Telesur-telefoon is op 6 km, maar de feitelijke afstand is 12 km). Bigi Poika is gelegen op de savanne; er is wel enige aanplant van lage bossen, maar tropisch regenwoud vindt men er niet. Het dorp bestaat voornamelijk uit een lintbebouwing links en rechts van de weg; de weg eindigt bij een loopbruggetje naar de Poika-kreek (die uitkomt in de Saramaccarivier).

Er is een dagelijkse busverbinding met Paramaribo. De wegen vanaf het vliegveld worden echter veelal zo slecht onderhouden, dat de afstand van circa 80 kilometer van Paramaribo soms meer dan vier uur vraagt. Personenauto’s moeten over four-wheel-drive beschikken. De bewoners van de streek hebben met regelmaat actie gevoerd uit protest tegen hun vervoersproblemen.

Middelen van bestaan

Bigi Poika telt circa 650 inwoners (begin 2006). Zij leven van de jacht en de bosbouw, van wat hun kostgrondjes voortbrengen, in mindere mate van de visserij, en voorts van wat de vrouwen dagelijks naar de markt in Paramaribo brengen: peprewatra (vissoep), cassave, soms ook jachtbuit en nijverheidsproducten (katoenweefsels, houtsnijwerk). Vooral mannen werken in dienst van het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen in het Boven-Coesewijne-Natuurreservaat, waarover Bigi Poika de traditionele rechten heeft.

Voorzieningen

Schoolkinderen in Bigi Poika, november 2002

De voertaal in Bigi Poika is het Karaïbs; de meeste en zeker de jongere inwoners spreken ook Sranan en in mindere mate ook Nederlands. Er is een lagere school in het dorp met vier onderwijzerswoningen. De onderwijzers zijn lokale krachten (schoolhoofd is kapitein Charles Arumjo), hoewel in het verleden ook bijna altijd onderwijzers uit “de stad” in het dorp gedetacheerd waren. Nabij de school ligt de gemeenschappelijke ruimte, gebouwd naar traditioneel model met open zijwanden en gedekt met pina (pijlriet).

Het dorp telt een kleine polikliniek, maar die is lang niet altijd bemand, waardoor de bevolking meestentijds is aangewezen op de polikliniek van Zanderij, over de weg een afstand van circa twee uur. Er zijn enkele kleine fourageringswinkeltjes in het dorp.

Sinds de jaren ’90 beschikt het dorp ook over een radiografische telefoonaansluiting.

Geschiedenis

De bevolking van Bigi Poika leefde zeer lang geïsoleerd van de andere bevolkingsgroepen van Suriname. Daar kwam in de tweede helft van de 20ste eeuw een einde aan met de aanleg van de tweede Oost-Westverbinding.

Met het voortduren van de in 1986 uitgebroken Binnenlandse Oorlog tussen het Junglecommando van Ronnie Brunswijk en het Nationale Leger onder leiding van Desi Bouterse werden in het Bigi Poika-gebied verschillende kleinere groepen guerrilla’s actief onder namen als Angula, Mandela en Kofimaka. Inheemsen uit verschillende dorpen zetten de beweging van de Tucajana Amazones op, die werd bewapend door Bouterse. Zij sneden de zuidelijke Oost-Westverbinding af en riepen het gehele achterland uit tot onafhankelijk inheems gebied. Hun militaire commandant, Thomas, vestigde in 1989 zijn hoofdkwartier in een van de onderwijzerswoningen in Bigi Poika. De lokale bevolking zag deze ontwikkelingen met gemengde gevoelens aan, maar tegen het schrikbewind van Thomas was weinig te beginnen. Met de vredesbesprekingen aan het begin van de jaren ’90 werd de situatie weer genormaliseerd; de Tucajana’s verlieten Bigi Poika in september 1992. Thomas bleek actief te zijn in de drugswereld en zou naar verluidt zich hebben gevestigd in Canada.

Ontwikkelingsprojecten

Er zijn in Bigi Poika verschillende NGO’s actief (geweest), vooral op het gebied van de ontwikkeling van de rurale vrouwen. Dat heeft wel geleid tot enkele projecten, maar wat de effecten daarvan op middellange en lange termijn zijn, blijft onduidelijk. Zo werd er een waterleidingnet aangelegd, dat echter al weer gauw door gebrek aan onderhoud niet meer functioneerde. Een elektriciteitsnet is er niet; er is een lichtaggregaat die werkt op een dieselmotor; die wordt alleen in de avonduren aangezet. In de buurt van het dorp liggen ook de resten van het veelteeltproefstation Koebiti, een van de vele mislukte ontwikkelingsprojecten van Suriname.

Bigi Poika heeft nu een eigen stichting voor dorpsontwikkeling: Kamaraware.

Muziek

Van oudsher worden er in Bigi Poika traditionele liederen gezongen en gedanst, vooral bij traditioneel-inheemse feesten (inwijding, installatie van een dorpskapitein, rouwrituelen). In de maand juni vindt er een groot gemeenschapsfeest plaats.

In de jaren ’90 van de 20ste eeuw begon zich een nieuw fenomeen te ontwikkelen: de van oorsprong puur creoolse kawina-muziek – a capella gezongen met begeleiding enkel van traditionele slaginstrumenten – werd ook onder inheemsen steeds populairder. Er inheemse kawina-groepen geformeerd die teksten in inheemse talen en het Sranan. Bigi Poika bleek een van de plaatsen waar deze ingi kawna wortel schoot. Zo ontstonden de muziekformaties Akarani Sound, Esekematoko en Kari Kuri. De eerste twee groepen trekken in het hele land volle zalen.

Persoonlijkheden

  • Een van de drijvende krachten achter de ingi kawna is Baba (bijnaam van Wilfred Pranawaré). Hij heeft in korte tijd een reputatie opgebouwd van
    Baba draagt voor in Bigi Poika
    inheemse komiek in heel Suriname en zelfs in Frans-Guyana (waar gedurende Binnenlandse Oorlog veel Surinaamse binnenlandbewoners zich vestigden.
  • Rein Artist en Frans Malajuwara zijn afkomstig uit Bigi Poika en hebben zich (in Nederland) met publicaties ingezet voor de studie van de inheemse cultuur.

Externe link