Carlo Maria Viganò

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Carlo Maria Viganò
Carlo Maria Viganò met de Amerikaanse president Obama
Aartsbisschop van de Rooms-Katholieke Kerk
Wapen van een aartsbisschop
Geboren 16 januari 1941
Wijdingen
Priester 24 maart 1968
Bisschop 26 april 1992
Kerkelijke carrière
Eerdere functies Apostolisch nuntius in de Verenigde Staten
Successie
Voorganger Pietro Sambi
Portaal  Portaalicoon   Christendom

Carlo Maria Viganò (Varese, 16 januari 1941) is een voormalig Italiaans diplomaat van de Heilige Stoel. Hij is een uitgesproken tegenstander van paus Franciscus die hij ziet als een ketter en de antichrist.[1]

Op 24 maart 1968 ontving Viganò zijn priesterwijding. Vervolgens werd hij geïncardineerd in het bisdom Pavia. In 1973 trad hij in dienst bij de diplomatieke dienst van de Heilige Stoel. Vervolgens werd hij apostolische nuntius in Irak en het Verenigd Koninkrijk. Tussen 1978 en 1989 was hij werkzaam bij het staatssecretariaat van de Heilige Stoel. Op 4 april 1989 werd Viganò aangesteld als permanente waarnemer bij de Raad van Europa in Straatsburg.

Op 3 april 1992 benoemde paus Johannes Paulus II hem tot titulair aartsbisschop van Ulpiana en werd hij benoemd tot apostolisch nuntius in Nigeria. Op 26 april vond zijn bisschopswijding plaats. Co-consecratoren bij de wijding waren kardinaal-staatssecretaris Angelo Sodano en aartsbisschop van Krakau, kardinaal Franciszek Macharski. Op 4 april 1998 benoemde paus Johannes Paulus II hem tot delegaat in het Vaticaanse staatssecretariaat.

Paus Benedictus XVI benoemde hem op 16 juli 2009 tot secretaris-generaal van de pauselijke Commissie voor de Staat Vaticaanstad, als opvolger van Renato Boccardo. Op 19 oktober 2011 benoemde paus Benedictus XVI hem tot apostolisch nuntius in de Verenigde Staten. Deze benoeming werd voorafgegaan door gelekte brieven waarin Viganò wijst op zijn inspanningen ter bestrijding van corruptie en vriendjespolitiek en het verlangen uit, om zijn huidige taak te mogen blijven vervullen.[2] Viganò trad in 2016 terug als nuntius.

Op 25 augustus 2018 publiceerde de oud-nuntius een 11 pagina's tellend memorandum, waarin hij stelt dat paus Franciscus al lang wist van het misbruik dat gepleegd werd door voormalig kardinaal en voormalig aartsbisschop van Washington Theodore Edgar McCarrick en te laat in actie kwam. Viganò stelt dat Franciscus kort nadat hij in maart 2013 als paus was aangetreden, sancties die door zijn voorganger paus Benedictus aan McCarrick opgelegd waren, heeft verzacht. McCarrick zou daarna een belangrijke rol hebben gespeeld als adviseur bij de benoeming van nieuwe (aarts)bisschoppen in de Verenigde Staten. In zijn memorandum roept de vroegere kerkelijke topdiplomaat paus Franciscus op om af te treden.[3][4] In het rapport-McCarrick dat het Vaticaan op 10 november 2020 opstelde daarentegen, sloeg Viganò zelf een opdracht van het Vaticaan in de wind om een beschuldiging tegen McCarrick te onderzoeken, en is er geen enkel bewijs voor de bewering van Viganò dat hij paus Franciscus zou hebben ingelicht.[5]

Nadien is Viganò zich in steeds fellere bewoordingen tegen paus Franciscus gaan keren, hetgeen uitmondde in het publieke optreden Archhishop Viganò - an unprecedented apostasy in 2023 (weergegeven onder voetnoot 1).

Onderscheiding[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]