Casimir Delavigne

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Casimir Delavigne
Casimir Delavigne in 1841.
Algemene informatie
Volledige naam Jean-François Casimir Delavigne
Geboren Le Havre, 4 april 1793
Geboorteplaats Le Havre[1]
Overleden Lyon, 11 december 1843
Overlijdensplaats Lyon[1]
Land Vlag van Frankrijk Frankrijk
Werk
Bekende werken Les Messéniennes, La Parisienne
Dbnl-profiel
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Jean-François Casimir Delavigne (Le Havre, 4 april 1793 - Lyon, 11 december 1843) was een Frans dichter, toneelschrijver en lid van de Académie française.

Eerste werken[bewerken | brontekst bewerken]

Delavigne werd geboren in Le Havre, maar studeerde in Parijs aan het Lycée Napoleon. Naar aanleiding van de geboorte van Napoleon II van Frankrijk schreef hij Dithyrambe sur la naissance du roi de Rome.[2]

In 1815 schreef hij twee gedichten, Waterloo en Devastation du muse. Beide werken kwamen tot stand vanuit drijfveren van patriottisch enthousiasme en bevatten politieke toespelingen. Later voegde hij nog een derde gedicht toe: Sur le besoin de s'unir après le départ des étrangers. De verzameling van deze werken noemde hij Les Messéniennes. Van Les Messéniennes werden er in die periode 25.000 exemplaren verkocht. Hierdoor verwierf Delavigne bekendheid in Frankrijk en werd hij benoemd tot erebibliothecaris.[2]

In 1819 speelde zijn toneelstuk Les Vêpres Siciliennes in het Théâtre de l'Odéon, nadat hij eerder was geweigerd in het Comédie-Française. Deze theatervoorstelling was een succes en werd opgevolgd door Comédiens in 1820 en Paria een jaar later. Voor de gezagsdragers bleken zijn voorstellingen echter te politiek geladen en daarom werd hij ontslagen. Op dat moment bood koning Lodewijk Filips I hem de functie van bibliothecaris aan in het koninklijk paleis. Deze functie zou hij de rest van zijn leven blijven uitoefenen. In 1825 trad Delavigne toe tot de Académie française.[2] Hij bleef evenwel werken schrijven, zoals École des vieillards (1823), La Princesse Aurilie (1828) en Marino Faliero (1829).[2]

Hoogtepunt van zijn carrière[bewerken | brontekst bewerken]

Casimir Delavigne.

Naar aanleiding van de Julirevolutie in 1830 schreef hij zijn tweede meesterwerk, La Parisienne. Dit was een liedtekst, gecomponeerd op de mars Ein Schifflein Sah Ich Fahren van Daniel Auber. La Parisienne was zeer populair onder de Franse bevolking. Het lied was bovendien het nationaal volkslied tijdens de Julimonarchie (1830-1848). In 1831 schreef hij La Varsovienne, een ode aan de Novemberopstand in Polen. Vervolgens schreef hij de werken Louis XI (1832), Les Enfants d'Édouard (1833), Don Juan d'Autriche (1835), Une Famille au temps du Luther (1836), La Popularité (1838), La Fille du Cid (1839), Le Conseiller rapporteur (1840) en de opera Charles VI (1843).[2]

Overlijden[bewerken | brontekst bewerken]

In 1843 stierf Delavigne in Lyon. Hij was er op doorreis naar Italië. In 1855 verscheen Œuvres completes, een verzameling van zijn werk.[2]

Zie de categorie Casimir Delavigne van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.