Charles-Marie Widor

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Charles–Marie Widor)
Charles-Marie Widor
Charles-Marie Widor
Volledige naam Charles-Marie-Jean-Albert Widor
Geboren 21 februari 1844
Overleden 12 maart 1937
Land Vlag van Frankrijk Frankrijk
Religie Katholiek
Jaren actief 1868-1934
Stijl Romantiek
Beroep Componist, Muziekpedagoog
Nevenberoep Organist
Instrument Orgel
Leraren Jacques-Nicolas Lemmens
François-Joseph Fétis
Leerlingen Louis Vierne
Albert Schweitzer
Charles Tournemire
Nadia Boulanger
Henri Mulet
Arthur Honegger
Edgar Varèse
Gabriel Dupont
Darius Milhaud
Marcel Dupré
Belangrijkste werken Orgel Symfonie nr.5
Orgel Symfonie Gothique
Orgel Symfonie Romane
Pianoconcert Nr.1
Pianoconcert Nr.2
Bach’s Memento
Celloconcert
Chansons de mer
Maître Ambros
Mis
Vioolconcert
(en) IMDb-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Charles-Marie-Jean-Albert Widor (Lyon, 21 februari 1844Parijs, 12 maart 1937) was een Frans componist, organist, muziekpedagoog en secretaris.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Zijn vader was organist in de kerk St-François-de-Sales en zijn grootvader had als orgelbouwer bij de firma Callinet gewerkt. De kleine Charles-Marie kreeg orgelles van zijn vader en deed het zo goed, dat hij hem al mocht vervangen toen hij elf jaar was. In 1863 trok hij op aanraden van de Franse orgelbouwer Aristide Cavaillé-Coll naar Brussel om er bij Jacques-Nicolas Lemmens (1823-1881) te studeren. Cavaillé-Coll vond dat het gemiddelde niveau van de Franse organisten te veel was gezakt en apprecieerde Lemmens omwille van het feit dat die nog bij Adolf Hesse (1809-1863) in Breslau had gestudeerd en dus was opgeleid volgens de tradities van de Duitse school (sterke pedaaltechniek en doorgedreven kennis van Bach-werken).

Widor begon zijn muzikale studie in Brussel bij Lemmens en voor compositie ging hij te rade bij François-Joseph Fétis, de toenmalige directeur van het Koninklijk Conservatorium te Brussel. Na een jaar van intense studies bij Lemmens keerde Widor naar Lyon terug. Hij werd begeleid door en kreeg raad van Aristide Cavaillé-Coll bij zijn eerste stappen in de muziekwereld. In 1870 verhuisde hij naar Parijs omdat hij er na tussenkomst van Cavaillé-Coll op proef was benoemd tot organist-titularis van de Saint-Sulpice in Parijs, waar de orgelbouwer zijn grootste instrument had geplaatst. Die proeftijd zou uiteindelijk 64 jaar duren. Hij was als organist-titularis de opvolger van de overleden Louis James Alfred Lefébure-Wély.

Met een van de toporgels voor zich alleen vond hij dat het tijd was om een ‘nieuw’ soort orgelmuziek te schrijven, de zogenaamde orgelsymfonie. Hij schreef er een tiental, waarvan de twee laatste de namen “Gotische” en “Romaanse” meekregen. Hij verwerkte er op meesterlijke wijze gregoriaanse thema’s in om ze een religieus karakter te geven.

Met zijn symfonieën dreef hij zowel de organist als het orgel tot uitersten. Hij liet de 32’ weelderig bulderen in al zijn glorie. Naast organist was hij ook een gelauwerd concertant die overal in Europa gevraagd werd om orgels in te spelen. Uiteraard zorgde hij ook voor opvolgers. Zelf een goed pedagoog, besloot hij dan ook zijn kennis door te geven als docent orgel en compositie aan het Conservatoire de Paris. Zijn bekendste leerlingen zijn Louis Vierne, Albert Schweitzer, Charles Tournemire, Nadia Boulanger, Henri Mulet, Arthur Honegger, Edgar Varèse, Gabriel Dupont, Darius Milhaud en Marcel Dupré. De laatste volgde hem in 1934 op in de Saint-Sulpice.

Oeuvre[bewerken | brontekst bewerken]

Charles-Marie Widor
tussen 1885 en 1910
Bibliothèque nationale de France
v.l.n.r. Charles-Marie Widor (1844-1937),
Ferruccio Busoni (1866-1924),
Isidor Philipp (1863-1958)
voor het Restaurant Foyot, Place de l'Odéon, Parijs, ca. 1910

Orgelsymfonieën[bewerken | brontekst bewerken]

Compositiejaar titel delen aanmerkingen
1872/1887 Symphonie pour orgue No. 1 in c mineur op. 13 no. 1 1. Prélude 1872
2. Allegretto 1e versie 1872, als Allegro omgewerkt in 1887,
drie verdere versies, waaronder de laatste (1929)
opnieuw als Allegretto betekend
3. Intermezzo 1872, later een beetje gereviseerd
4. Adagio 1872, oorspronkelijk als Andante betekend
5. Marche Pontificale in 1887 nieuw toegevoegd
6. Méditation in 1887 nieuw toegevoegd
7. Finale 1872, oorspronkelijk het 5e deel, later gereviseerd
1872 Symphonie pour orgue No. 2 in D majeur op. 13 no. 2 1. Praeludium Circulare 1872, verschillende versies, tot 1901 als Prélude betekend
2. Pastorale 1870(?), 1872
3. Andante 1862(?), 1869, in 1901 een beetje gereviseerd, ook een
versie voor orgel en orkest (1882)
4. Salve Regina 1901, vervangt het oorspronkelijke Scherzo gedeelte
5. Adagio 1872, omgewerkt en uitgebreid in 1901 en 1920
(voormalig als Andante betekend)
6. Finale 1872, misschien ook al voor 1868
#. Scherzo 1869, voormalig het 4e deel, sinds 1901
samen met de vanuit de 3e symfonie verwijderde Fugue
in 1910 als Deux Pièces pour Grand-Orgue gepubliceerd
1872 Symphonie pour orgue No. 3 in e mineur op. 13 no. 3 1. Prélude 1872
2. Minuetto 1872, tot 1887 Menuetto
3. Marcia 1872, in 1887 uitbreiding van twee op
zes bladzijden, in 1901 nog meer uitgebreid
4. Adagio 1872, tot 1887 als Andantino betekend
5. Final(e) in 1887 als 6e deel nieuw toegevoegd,
later meerdere malen herwerkt, vanaf 1901 het 5e deel
#. Fugue 1872, (oorspronkelijk het laatste,
vanaf 1887 het voorlaatste deel), vanaf 1901 verwijderd
en samen met het voormalige Scherzo uit de 2e symfonie
in 1910 als Deux Pièces pour Grand-Orgue gepubliceerd
1872 Symphonie pour orgue No. 4 in f mineur op. 13 no. 4 1. Toccata 1872
2. Fugue 1872, werd naar 1901 een beetje veranderd
3. Andante cantabile in 1887 nieuw toegevoegd, beweerde overdraag
van het langzame deel van Widors in 1867 geschreven,
maar later vernietigd pianoconcert; misschien het enige deel
van Widor dat na de eerste publicatie niet werd veranderd.
4. Scherzo werd in 1887 nieuw toegevoegd
5. Adagio 1872, (oorspronkelijk het 3e deel), tot 1887 als Andante betekend
6. Final(e) 1872, (oorspronkelijk het 4e deel),
in 1887 en in de navolgende uitgaven tot 1929
herwerkt en uitgebreider slotdeel
1879 Symphonie pour orgue No. 5 in f mineur op. 42 no. 1
ontstond tijdelijk naar de 6e symfonie
1. Allegro vivace 1879, tot de uiteindelijke versie in 1929 meerdere kleine veranderingen
2. Allegro Cantabile 1879, later een beetje gereviseerd
3. Andantino quasi Allegretto 1879
4. Adagio 1879
5. Toccata[1] 1879, tot 1901 licht veranderd (minder tempo, articulatie, slot)
1878 Symphonie pour orgue No. 6 in g mineur op. 42 no. 2
oorspronkelijk als 5e symfonie betekend;
ook als versie voor orgel en orkest in 1882
1. Allegro 1878, later een beetje veranderd; ook als versie voor orgel en orkest in 1882
2. Adagio 1878
3. Intermezzo 1878, tot 1929 meerdere malen herwerkt
4. Cantabile 1878, tot 1887 als Allegretto betekend
5. Finale 1878; ook als versie voor orgel en orkest in 1882
1887 Symphonie pour orgue No. 7 in a mineur op. 42 no. 3 1. Moderato 1887, later meerdere veranderingen
2. Choral 1887
3. Andante - Allegretto 1887, later kleiner veranderingen in de registratie
4. Allegro ma non troppo 1887, grote herwerkingen vooral voor de uitgaven van 1901
5. Lento 1887, grote herwerkingen vooral voor de uitgaven van 1901
6. Finale 1887, in 1901 grote veranderingen van het slot
1887 Symphonie pour orgue No. 8' in B majeur op. 42 no. 4 1. Allegro risoluto 1887, tot 1901 meerdere veranderingen
2. Moderato cantabile 1887
3. Allegro 1887, in 1901 gereviseerd slot
4. Variations 1887, (oorspronkelijk het 5e deel), in 1901 kleine veranderingen
5. Adagio 1887, (oorspronkelijk het 6e deel)
6. Finale 1887, (oorspronkelijk het 7e deel)
#. Prélude 1887, (oorspronkelijk het 4e deel), in 1901 verwijderd
1894 Symphonie pour orgue No. 9 «Gothique» op. 70
voor het orgel in de Abdijkerk van Saint-Ouen in Rouen
over de gregoriaanse kerstintroitus "Puer natus"
1. Moderato 1894
2. Andante sostenuto 1894
3. Allegro 1894
4. Moderato - Allegro - Moderato - Andante - Allegro 1895, fragmenten in 1890
1898 Symphonie pour orgue No. 10 «Romane» op. 73
voor het orgel in de kerk Saint-Sernin in Toulouse
over het gregoriaans paasgraduale "Haec dies"
1. Moderato 1898
2. Choral 1898, later meerdere kleine veranderingen
3. Cantilène 1898, introductie van het tweede ter grondslag
liggende gregoriaanse thema "Victimae paschali laudes"
4. Final 1898

Andere werken voor orgel[bewerken | brontekst bewerken]

  • Bachs Memento - zes bewerkingen van composities van J.S. Bach (1925, Hamelle)
  • Deux Pièces pour Grand Orgue
  • Suite Latine op. 86 (1927, Durand)
  • Trois Nouvelles Pièces op. 87 (1934, Durand)

Piano-solo[bewerken | brontekst bewerken]

  • Variations sur un thème original op. 1 (1867),
  • Airs de ballet op. 4 (Hamelle)
  • Scherzo Brillant op. 5
  • Sérénade op. 6
  • La prière op. 7
  • L'orientale, scherzo op. 8
  • Caprice op. 9
  • Sérénade op. 10 (Hamelle)
  • 3 Valses op. 11 (Hamelle)
  • Impromptu op. 12 (Hamelle)
  • 6 Morceaux de Salon op. 15 (1872, Hamelle)
  • Prélude, andante et final op. 17
  • Scènes de Bal op. 20
  • 6 Valses caractéristiques op. 26 (1877, Hamelle)
  • 12 Feuillets d’Album op. 31 (1877, Hamelle)
  • Conte d'Automne op. 42 no. 1 (1904, Hamelle) (eigen bewerking van het tweede deel van de Symphonie pour orgue No. 5)
  • Toccata op. 42 no. 1 (eigen bewerking van het vijfde deel van de Symphonie pour orgue No. 5) (Hamelle)
  • Dans les bois op. 44
  • Romance op. 46
  • Suite polonaise op. 51 (1885, Hamelle)
  • Suite op. 58 (1887)
  • Carnaval op. 61
  • Suite Écossaise op.78 (1905)
  • Variations de concert sur un thème original (1867)
  • La Barque (Fantaisie Italienne) (1877, Durand)
  • La Corricolo (Fantaisie Italienne) (1877, Durand)
  • Scherzo-Valse (1878, Durand)
  • Fileuse (1909)

Twee piano's[bewerken | brontekst bewerken]

  • Sérénade op. 10 (bewerking van kamermuziekcompositie door Frène) (Hamelle)
  • Symphonie No. 1 op. 16 (Durand)
  • Marche américaine op. 31 no. 11 (1890, Hamelle)
  • Concerto pour piano No. 1 op. 39 (1876, Hamelle)
  • Toccata op. 42 no. 1 (arr. Isidor Philipp) (eigen bewerking van het vijfde deel van de Symphonie pour orgue No. 5) (Schirmer)
  • Symphonie No. 2 op. 54 (Durand)
  • Fantaisie op. 62 (Durand)
  • Contes d'Avril op. 64 (Schott)

Kamermuziek[bewerken | brontekst bewerken]

  • Quintette avec piano op. 7 (1890, Hamelle)
  • Sérénade op. 10 (1883, Hamelle) - Flûte, Violon, Violoncelle, Piano et Harmonium
  • Valse op. 11 no. 1 - Violon et Piano (Hamelle)
  • Valse impromptu op. 15 no. 6 - Violon et Piano (Hamelle)
  • Trio pour Piano, Violon et Violoncelle, op. 19 (1875, Hamelle)
  • Suite op. 21 nos.1-3 - Piano et Violon (Hamelle)
  • 3 Pièces op. 21 - Violoncelle et Piano (Hamelle)
  • Valse op. 26 no. 6 - Piano et Violon (Hamelle)
  • Suite op. 34 - Flûte et Piano (1898) (Heugel)
  • Toccata op. 42 no. 1 (bewerking van het vijfde deel van de Symphonie pour orgue No. 5) (Hamelle)
  • Sonate op. 50 - Violon et Piano (Hamelle)
  • Soirs d'Alsace - 4 Duos op. 52 - Violon, Violoncelle et Piano (1908) (Hamelle)
  • Cavatine op. 57 - Violon et Piano
  • Quatuor pour Violon, Alto, Violoncelle et Piano, op. 66 (1891, Durand)
  • Quintette pour 2 Violons, Alto, Violoncelle et Piano, op. 68 (1896, Durand)
  • Introduction et Rondo op. 72 - Clarinette et Piano (1898, Leduc)
  • Suite op. 76 - Violon et Piano (Hamelle)
  • Sonate op. 79 - Violon et Piano (Heugel)
  • Sonate op. 80 - Violoncelle et Piano (Heugel)
  • Salvum fac populum tuum op. 84 - 3 Trompettes, 3 Trombones, Percussions et Orgue (Heugel)
  • Humoresque - Violon, Violoncelle et Piano
  • 4 Pièces - Violon, Violoncelle et Piano (1890)
  • 6 Duos - Piano et Harmonium (1891, Pérégally & Parvy Fils)
  • Sérénade - Piano et Harmonium (1905, Schott)
  • 4 Duos - Violon, Violoncelle et Piano (1908)
  • 3 Pièces - Hautbois et Piano (1891)
  • Suite - Violoncelle et Piano (1912)
  • Suite Florentine - Flûte ou Violon et Piano (1920)

Orkestwerken[bewerken | brontekst bewerken]

  • Symphonie No. 1 op. 16 (1870, Durand)
  • Concerto pour piano et orchestre No. 1 op. 39 (1876, Hamelle)
  • Concerto pour Violoncelle et orchestre op. 41 (1882, Hamelle)
  • Symphonie pour orgue et orchestre op. 42 (1882, A-R Editions)
  • Chant séculaire op. 49 - pour Soprano solo, chœur et orchestre
  • Symphonie No. 2 op. 54 (1886, Heugel)
  • Maître Ambros op. 56 (Hamelle) pour orchestre
  • La nuit de Walpurgis - poème symphonique op. 60 (1887, Hamelle) - Chœur et Orchestre
  • Fantaisie op. 62 (1889, Durand) - pour piano et orchestre
  • Contes d'Avril op. 64 (Heugel) - pour Orchestre
  • Symphonie No. 3 op. 69 (1894, Schott) - pour Orgue et Orchestre
  • Choral et Variations op. 74 (1900, Leduc) - pour harpe et orchestre
  • Concerto pour piano et orchestre No. 2 op. 77 (1906, Heugel)
  • Sinfonia sacra op. 81 (1908, Otto Junne) - pour orgue et orchestre
  • Symphonie antique op. 83 (1911, Heugel) - pour Solistes, Chœur, Orgue et Orchestre
  • La Korrigane WoO (1882, Heugel) - pour Orchestre
  • Ouverture espagnole (1897, Heugel) - pour Orchestre

Vocale werken[bewerken | brontekst bewerken]

  • O Salutaris op. 8 (Hamelle) - Contralto ou Baryton et Orgue
  • 6 Mélodies op. 14 (1872, Hamelle)- voix et Piano
  • Tantum ergo op. 18 no. 1 (Hamelle) - pour chœur d'hommes, chœur mixte et Orgue
  • Regina coeli op. 18 no. 2 (Hamelle) - pour chœur d'hommes, chœur mixte et Orgue
  • 6 Mélodies op. 22 (1875, Hamelle) - voix et piano
  • Quam dilecta tabernacula tua op. 23 no. 1 (1876, Hamelle) - Chœurs et Grand-Orgue
  • Tu es Petrus op. 23 no. 2 (1876, Hamelle) - Chœurs et Grand-Orgue
  • Surrexit a mortuis (Sacerdos et pontifex) op. 23 no. 3 (1876, Hamelle) - chœurs et Grand Orgue
  • Ave Maria op. 24 (Hamelle) - Mezzo-Soprano, Harpe et Orgue
  • 3 Chants op. 25 (Hamelle) - pour Chœur mixte
  • 3 Mélodies op. 28 - Voix et Piano
  • 2 Duos op. 30 - Soprano, Contralto et Piano
  • 3 Mélodies italiennes op. 32 (Hamelle) - Voix et Piano
  • 3 Mélodies italiennes op. 35 (Hamelle) - Voix et Piano
  • Messe op. 36 (1890, Hamelle) - chœurs et Grand Orgue
  • 6 Mélodies op. 37 (Hamelle) - Voix et Piano
  • 2 Duos op. 40 (Hamelle) - Soprano, Contralto et Piano
  • 6 Mélodies op. 43 (Hamelle) - Voix et Piano
  • 6 Mélodies op. 47 (Hamelle) - Voix et Piano
  • 6 Mélodies op. 53 - Voix et Piano
  • Ave Maria op. 59 - Voix et orgue
  • O salutaris op. 63 - Voix, Violon ou Violoncelle et Orgue
  • Soirs d'été op. 63 (1889, Durand) - Voix et Piano
  • Mon bras pressait (Hamelle) - Soprano et Piano
  • Contemplation (Hamelle) - Mezzo-Soprano et Piano
  • Ecce Joanna, Alleluia! (Schola Cantorum) - Chœur Mixte et orgue
  • Psalm 112 (1879) - chœurs, Grand Orgue et orchestre
  • Musique de théâtre [modifier]
  • Conte d'Avril (1885)
  • Maître Ambros: drame lyrique en 4 actes et 5 tableaux de François Coppée & Auguste Dorchain (piano-uittreksel gepubliceerd door Heugel, 1886)
  • Les pêcheurs de Saint-Jean (1904, Heugel)
  • Nerto (1924, Heugel)

Discografie[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • (en) John Richard: The Life and Work of Charles-Marie Widor. Boston University Press, 1985.
  • (fr) Alain Hobbs: Charles-Marie Widor (1844–1937). In L’Orgue, Cahiers et mémoires nr. 40, 1988.
  • (en) Andrew Thomson: The life and times of Charles-Marie Widor: 1844-1937. Oxford University Press, 1989. ISBN 0 19 816186 7
  • (de) Ben van Oosten: Charles-Marie Widor: Vater der Orgelsymphonie. Peter Ewers, Paderborn, 1997. ISBN 3 928243 04 7

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Bladmuziek van Charles-Marie Widor op de website van het International Music Score Library Project

Zie de categorie Charles-Marie Widor van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.