Chemische affiniteit
Uiterlijk
Affiniteit in een (bio)chemische context betekent de kracht waarmee twee macromoleculen of kleinere moleculen en een macromolecuul aan elkaar koppelen. Dit gebeurt alleen door middel van een niet-covalente interactie, zoals door waterstofbruggen, hydrofobe kracht en interactie tussen ionen.
Voorbeelden zijn de interactie tussen een enzym en daarbij een substraat of tussen een receptor en daarbij een ligand.