Cornelis Pijnacker Hordijk
Cornelis Pijnacker Hordijk (Drumpt, 13 april 1847[1] - Haarlem, 3 september 1908) was een Nederlands jurist en staatsman.
Hij promoveerde te Utrecht, werd op 27 april 1874 hoogleraar staatsrecht en Romeins recht te Amsterdam, op 7 oktober 1881 hoogleraar oud-vaderlands recht te Utrecht. Hij was van 9 februari 1882 tot 22 april 1883 minister van Binnenlandse Zaken, daarna van 19 juni 1885 gouverneur van Drenthe en van 1888 tot 1893 gouverneur-generaal van Nederlands-Indië.
Hij schreef, behalve zijn dissertatie, twee professorale inwijdingsredes: Nederlands behoefte aan meer dan ééne hoogeschool (Utrecht 1877) en De taak van den beoefenaar der Nederlandsche rechtsgeschiedenis (Utrecht 1881). Als werkzaam lid van de Vereeniging tot Uitgaaf der Bronnen van het Oude Vaderlandsche Recht bezorgde hij: "De oudste willekeuren van Amsterdam" (in: Nieuwe bijdragen voor regtsgeleerdheid en wetgeving, 1879) en Rechtsbronnen der stad Zutphen ('s-Gravenhage 1881).
- Dit artikel is geheel of gedeeltelijk gebaseerd op een artikel uit het Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde van F. Jos. van den Branden en J.G. Frederiks uit 1888-1891, dat vanwege zijn ouderdom vrij is van auteursrechten.
Voorganger: W. Six |
Minister van Binnenlandse Zaken 1882-1883 |
Opvolger: J. Heemskerk Azn. |
Voorganger: J. van Kuijk |
Commissaris van de Koning van Drenthe 1885-1888 |
Opvolger: P.J. van Swinderen |
- Liberalen
- Eerste Kamerlid
- Nederlands minister van Binnenlandse Zaken
- Nederlands minister in de 19e eeuw
- Hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam
- Rector magnificus van de Universiteit van Amsterdam
- Hoogleraar aan de Universiteit Utrecht
- Nederlands rechtsgeleerde
- Commissaris van de Koning
- Gouverneur-generaal van Nederlands-Indië