De Groote Club

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door FdeGrijs (overleg | bijdragen) op 21 mrt 2020 om 11:23. (Hoofdstuk Oorlogsjaren verplaatst, hoofdstuk Dam 16 ingevoegd)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Werk aan de winkel Dit artikel staat op een nalooplijst. Als de inhoud op verifieerbaarheid gecontroleerd is, kan dit sjabloon verwijderd worden. Geef dat ook aan op de betreffende nalooplijst. Bekijk ook de bewerkingsgeschiedenis om te zien of anderen hier al aan gewerkt hebben.
Het gebouw op de hoek van de Kalverstraat waarin De Groote Club was gevestigd.
Gebouw Industria, het onderkomen van wat tegenwoordig 'De Industrieele Groote Club' heet.

De Groote Club was een herensociëteit aan de Dam in Amsterdam van 1872 tot 1975. In 1975 ging de Club een fusie aan met ‘’De Industrieele Club’’, die in 1913 was opgericht, en vormden ze tezamen ‘’’De Industrieele Groote Club’’’.

Vroege geschiedenis

Zie Doctrina et Amicitia voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In 1788 werd een leesgezelschap in Amsterdam opgericht met de naam Doctrina et Amicitia. De leden waren patriotten, veelal afkomstig uit de Amsterdamse koopmannen-, rechters-, notarissen- en ambtenarenwereld. Als politiek gezelschap mochten zij geen bijeenkomsten houden maar als leesgezelschap kwamen zij regelmatig bijeen. Doctrina et Amicitia had een grote bibliotheek met 8000 titels, waarvan een groot deel bewaard is gebleven.

In 1872 werd in het gebouw ernaast de Sociëteit de Groote Club opgericht en in 1922 fuseerde Doctrina et Amicitia met de Groote Club, waarna de naam Sociëteit De Groote Club Doctrina et Amicitia gebruikt werd.

Dam 16

De Groote Club liet door architecten Theodoor Gerard Schill en D.H. Haverkamp in 1912 op de hoek van de Dam en de Kalverstraat tekeningen voor een mooi clubgebouw maken. De eerste tekeningen werden afgekeurd door de Dam-Raadhuiscommissie, maar in 1914 was het gebouw, Dam 16, klaar. Beide architecten hadden gewerkt op het bureau van P.J.H. Cuypers tijdens de bouw van het Rijksmuseum. Het clubgebouw werd een rijksmonument. De kelder was van beton, in het dak was een daglicht met glas in lood.

Oorlogsjaren

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd dit door de Duitsers in beslag genomen. Zij verkochten het gebouw aan De Nederlanden van 1845. Mondeling werd toegezegd werd dat de Club het gebouw na de oorlog zou kunnen terugkopen.

Schietpartij 7 mei 1945

Zie Schietpartij op de Dam van 7 mei 1945 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Op 7 mei 1945 verzamelden Amsterdammers zich op de Dam om de Canadese bevrijders te onthalen. Om 13.00 uur kwamen echter Engelsen de Dam oprijden, een infanteriedivisie in vier lichte pantserwagens en zes bren-carriers. Zij werden warm onthaald en verdwenen weer. Om 15.00 uur ontstond een schietpartij vanuit De Groote Club. Er vielen meer dan 30 doden en 117 gewonden.[1]

Na de oorlog

Na de oorlog bleek de Club het gebouw niet terug te kunnen kopen, waarna de Club het pand tot 1975 huurde, het jaar waarin de Club een fusie aanging met De Industrieele Club, die in 1913 was opgericht. Sinds deze fusie wordt de naam De Industrieele Groote Club gebruikt.

Het clubleven speelt zich sinds 1975 af op Dam 27, in 'Gebouw Industria' (gebouwd 1913-1916), waarin 'De Industrieele Club' vanaf 1916 gevestigd was.

Externe link