Naar inhoud springen

Deimos (maan)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Deimos
Deimos
Ontdekking
Ontdekt door Asaph Hall
Ontdekt in 12 augustus 1877
Baankarakteristieken
Straal (gemiddeld) 23.460 km
Omlooptijd 1,263 dagen (30,312 uur)
Excentriciteit 0,0002
Glooiingshoek 1,793°
Natuurkundige kenmerken
Gemiddelde diameter 12,6 km (15,0×12×10,4)
Massa 2,244×1015 kg
Gemiddelde dichtheid 2,2 g/cm3
Valversnelling aan oppervlak 0,0039 m/s2
Omwentelingstijd 1,263 dagen (30,312 uur)
Albedo 0,07
Temperatuur aan oppervlak ~ 233 K
Atmosfeerkarakteristieken
Luchtdruk 0 kPa
Portaal  Portaalicoon   Astronomie

Deimos is de kleinste van de twee natuurlijke manen van Mars: Deimos en Phobos.

De maan Deimos is genoemd naar de Griekse god van de paniek. De andere maan van Mars, Phobos, is genoemd naar de Griekse god van de angst.

Op dit ogenblik is Deimos de kleinste bekende maan in het zonnestelsel. De omvang van de maan is 15 bij 12 bij 11 km. De vorm is dus onregelmatig, waardoor Deimos een beetje op een aardappel lijkt. Er zitten veel kraters die meestal niet groter zijn dan 2,5 kilometer. Bij het invallen van een meteoriet verdwijnt er veel materiaal uit het oppervlak van Deimos in de ruimte doordat de zwaartekracht van Deimos niet sterk genoeg is om het terug te trekken, iets wat wel gebeurt als er een meteoriet inslaat op een groter hemellichaam zoals de Maan.

Het oppervlak van Deimos bestaat waarschijnlijk uit het materiaal dat ook te vinden is bij de meeste planetoïden.

De oorsprong van Deimos is niet helemaal bekend, maar vermoedelijk is het een planetoïde die rond Mars is gaan draaien. Een andere mogelijke verklaring is dat Deimos op hetzelfde moment als Mars is gevormd, of uit een botsing is ontstaan.

Deimos is in het jaar 1877 ontdekt door Asaph Hall, die tevens de ontdekker van Phobos is.

Naamgeving kraters

[bewerken | brontekst bewerken]

De twee benoemde kraters van de maan Deimos zijn genoemd naar schrijvers die twee manen van Mars vermeldden voordat ze ontdekt waren:

Swift naar Jonathan Swift
Voltaire naar François-Marie Arouet

De twee manen werden ook vermeld door Galileo - althans, dat dacht men. Toen Galileo de ring van Saturnus ontdekte, maakte hij dat aanvankelijk bekend in de vorm van een puzzel. Johannes Kepler trachtte het raadsel op te lossen en concludeerde dat Galileo twee manen bij Mars had ontdekt. Mars heeft inderdaad twee manen, maar die kan Galileo met zijn telescoop nooit gezien hebben.

Zie de categorie Deimos (moon) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.