Dingeman van der Stoep

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dingeman van der Stoep
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Algemene informatie
Geboren 17 september 1906[1]
Geboorteplaats Berkel en Rodenrijs
Overleden 28 augustus 1997[1]
Overlijdensplaats Baarn
Dbnl-profiel
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Dingeman van der Stoep (Berkel en Rodenrijs, 17 september 1906Baarn, 28 augustus 1997) is een Nederlandse uitgever en schrijver van kinderboeken, verhalen, romans en gedichten.

Dingeman van der Stoep begon zijn loopbaan op een drukkerij in Schiedam. Nadat hij journalist was voor de Nieuwe Leidsche Courant trad hij in 1942 in dienst als redacteur bij uitgeverij Bosch & Keuning in Baarn. Na zijn benoeming tot adjunct-directeur bleef hij tot zijn pensionering aan het bedrijf verbonden als directeur.[2]

In 1933 debuteerde hij als schrijver met het kinderboek Een avontuur in de polder. In zijn latere boeken als Daatje en ik en August en Alida is een christelijke inslag merkbaar. Zo schreef hij samen metHerman Felderhof het boek In de houten broek, een boek dat gaat over kerkmensen, dominees en preken. Negentien jaar later schreven zij het vervolg Nogmaals in de houten broek. Een ander boek over dominees was Herder en Leeraar. Daatje en ik kwam voort uit zijn cursiefjes die hij als "Brieven van mijnheer De Man" publiceerde in De Rotterdammer. August en Alida was eveneens een cursief, dit verscheen jarenlang in het dagblad Trouw. Het in 1985 verschenen De dader ligt op Meerzijn speelt, afgezien van intermezzo's, in het jaar 1900. Het feit dat de kerkklok van begraafplaats Meerzijn na een brand nog slechts aan een zijden draadje hangt, zorgt voor veel verwikkelingen

Bibliografie (uittreksel)[bewerken | brontekst bewerken]

Romans[bewerken | brontekst bewerken]

  • Zijn dat uw kinderen? (1937)
  • Laterveer wil het rechte weten (1939)
  • Daatje en ik (1941)
  • Voeten in de aarde (1980)
  • De dader ligt op Meerzijn (1985)

Verzamelde columns & stukjes[bewerken | brontekst bewerken]

  • August en Alida (uit Trouw, drie delen, in de jaren ’50)
  • De familie Argeloos (selectie uit bovenstaande)
  • Lachen tegen het duimpje (1971)

Verzamelde gedichten[bewerken | brontekst bewerken]

  • Dit Kind (1953)

Gedetailleerde bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

Uit een artikel door Hans Werkman in het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde (zie Externe links)

  • Een avontuur in den polder (jeugdboek), Callenbach Nijkerk, 1933
  • Jan Vermeer (jeugdboek), Meinema Delft, 1935
  • Zijn dat Uw kinderen? (roman), Bosch en Keuning Baarn, 1938
  • Laterveer wil het rechte weten (roman), Bosch en Keuning Baarn, 1939
  • In de houten broek, over dominees, preeken en kerkmenschen (reportages, samen met Herman Felderhof), D.A. Daamen Den Haag, 1940
  • Daatje en ik. Brieven van Mijnheer de Man (roman), D.A. Daamen Den Haag, 1941
  • Herder en Leeraar. Over dominees en hun dagelijksch werk (reportages), D.A. Daamen Den Haag, 1941
  • Charlientje en ik (roman), Bosch en Keuning Baarn, 1950
  • August en Alida, Bosch en Keuning Baarn, 1951
  • August en Alida andermaal, Bosch en Keuning Baarn, 1952
  • Ten derden male August en Alida, Bosch en Keuning Baarn, 1953
  • Dit Kind (kerstgedichten), Bosch en Keuning Baarn, 1953
  • Opnieuw in de houten broek'. Over dominees, preken en kerkmensen, Bosch en Keuning Baarn, 1959
  • De familie Argeloos, Bosch en Keuning Baarn, 1965
  • Lachen tegen het duimpje (columns), Bosch en Keuning Baarn, 1971
  • Over de Langste Dag en Over honderd jaar vak- en standsorganisatie, in: Het Lam voor de glazen, opstellen over een eeuw boekbedrijf, Ambo Baarn, 1977, p. 153-175
  • Voeten in de aarde (roman), Bosch en Keuning Baarn, 1980
  • De dader ligt op Meerzijn (roman), Kok Kampen, 1985