Dominicus Gerbrandus Jelgersma
Dominicus Gerbrandus Jelgersma (Doeveren, 24 januari 1856 – Rosmalen, 26 december 1930) was een Nederlandse letterkundige en filosoof, en als privaatdocent de eerste die aan de Gemeente Universiteit te Amsterdam onderwijs gaf in de zielkunde, oftewel de psychologie. Zijn werk wordt regelmatig verward met dat van zijn jongere broer, hoogleraar psychiatrie te Leiden Gerbrandus Jelgersma.
Persoonlijk leven
[bewerken | brontekst bewerken]Dominicus Gerardus was de zoon van Bernard Jelgersma, predikant, en Titia Jiskje Jelgersma Faber. Het Friese geslacht Jelgersma had bijna twee eeuwen theologen voortgebracht, maar geen van de vijf kinderen van Bernard en Titia werd predikant.[1]
Op 17 mei 1886 meldde Het Nieuws van den Dag de ondertrouw van Jelgersma met ene Rosalie Visscher, maar hij gaf een dag later aan dat het om bedrog ging.[2] Hij trouwde op 5 augustus 1897 te Bennekom (Ede) met Catharina Maria Dros (1865-1949).[3] Ze kregen twee dochters, Catharina Maria (1898-1956) en Adriana (1900-1993).[4] Het huwelijk is in 1923 ontbonden.[5]
Jelgersma leed aan een toenemende doofheid, waardoor hij in 1910 zijn functie als leraar zou opgeven.[6] In 1921 viel hij, mogelijk getroffen door een beroerte, bij Bussum van zijn motorfiets, waarbij hij ernstig letsel opliep.[7] Hij werd lange tijd in een inrichting bij Haarlem verpleegd, en zou zich "vermoedelijk niet meer aan de beoefening van de wetenschap kunnen wijden", aldus de N.R.C.[8] Inderdaad verdwijnt zijn naam tot aan zijn dood volledig uit de publieke berichten. Jelgersma werd op 29 december 1930 begraven op de begraafplaats Orthen in 's Hertogenbosch.[9]
Professioneel leven
[bewerken | brontekst bewerken]Na een vooropleiding onder meer aan de Fransche school te Den Helder, waarbij hij in Alkmaar samen met Petrus Johannes Blok op kamers woonde, studeerde Jelgersma aan de Rijksuniversiteit te Leiden.[10] Op 23 oktober 1879 verdedigde hij met succes zijn dissertatie De fide et auctoritate Dionis Cassii Coccejani (Over geloof en gezag bij Cassius Dio), waarmee hij was bevorderd tot doctor in de klassieke letterkunde. Jelgersma werd leraar oude talen aan de gymnasia in Middelburg (1880-1881) en Dordrecht (1881-1883) en ten slotte in Amsterdam (1883-1910), waar hij ook enige tijd conrector was.[11]
Letterkunde
[bewerken | brontekst bewerken]In 1884 werd Jelgersma lid van het letterkundig genootschap Flanor, een trefpunt van de Tachtigers.[12] Sinds april 1886 was hij medewerker aan De Nieuwe Gids, het tijdschrift dat na de verschijning van het eerste nummer in oktober 1885 Flanor langzaam overbodig had gemaakt.[13] Jelgersma publiceerde in De Nieuwe Gids regelmatig artikelen over wijsbegeerte en politiek, maar hij stapte over naar het Tweemaandelijksch Tijdschrift, dat in 1894 door Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey was gestart. Van 1898 tot 1915 schreef hij bijna uitsluitend voor De Gids.[14]
In 1896 werd Jelgersma benoemd tot lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.[15]
Privaatdocent
[bewerken | brontekst bewerken]In 1896 werd Jelgersma aan de Amsterdamse Gemeente Universiteit benoemd tot privaatdocent in de zielkunde. Het betrof een deeltijdaanstelling, het docentschap in de oude talen bleef zijn hoofdberoep; zo gaf hij in het eerste jaar als privaatdocent een uur per week 'enkele hoofdstukken uit de psychologie', met 10 toehoorders.[16] De wetenschap van de psychologie was in die jaren nog nieuw: pas in 1892 werd de experimentele psychologie in Nederland geïntroduceerd met de oprichting, door Gerard Heymans, van het Psychologisch Laboratorium in Groningen. Het zou nog tot 1932 duren voordat Amsterdam, met de benoeming van Géza Révész tot buitengewoon hoogleraar, een zelfstandige leerstoel psychologie kreeg. Wel besteedde Tj. de Boer sinds zijn aanstelling, in 1906, als hoogleraar wijsbegeerte lessen aan de 'speciale psychologie'.[17] Voor die leerstoel was ook Jelgersma tweemaal voorgedragen: eerst in 1901, na het overlijden van Bellaar Spruyt en opnieuw in 1906 bij het op jonge leeftijd heengaan van diens opvolger Van Melle, die 'wijsbegeerte en zielkunde' had gedoceerd.[18] In Leiden werd Jelgersma in 1907 benoemd tot privaatdocent in de geschiedenis der nieuwere wijsbegeerte.[19]
Jelgersma was, evenals o.m. Leo Polak en Nicolaas Westendorp Boerma, redacteur van het Tijdschrift voor zedekunde, dat verscheen van 1919 tot 1921.[20]
Maatschappelijke activiteiten
[bewerken | brontekst bewerken]Jelgersma was in 1906 in Den Haag aanwezig bij de oprichting van de Vereeniging voor Wijsbegeerte.[21] Op 13 december van dat jaar hield hij als eerste voor de Vereeniging een lezing, over 'Kant als schrijver en denker'.[22]
In 1908 was Jelgersma betrokken bij de oprichting van de afdeling Amsterdam van de Bond van Vrije Liberalen.[23] Tijdens de oorlogsjaren verschenen van zijn hand in De Telegraaf enkele langere politieke beschouwingen, zoals de feuilletons 'Een gevaarlijk leidsman' (1917) en 'De legende van de "Duitsche" wetenschap' (1917), en ''n Rechts ministerie?' (1918).[24] De Gids publiceerde in 1915 zijn artikel 'De houding van Engeland bij het uitbreken van den wereldoorlog'.[25]
Bibliografie (selectie)
[bewerken | brontekst bewerken]Boekuitgaven
[bewerken | brontekst bewerken]- Wijsgeerige strijdschriften (Van Holkema & Warendorf, Amsterdam, 1896)
- De houding der Nederlandsche regeering in de schepenkwestie (Van Holkema & Warendorf, Amsterdam, [1918])
Tijdschriftbijdragen
[bewerken | brontekst bewerken]Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- D.G. Jelgersma bij de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (dbnl)
- D.G. Jelgersma in Repertorium der Nederlandse Wijsbegeerte
- ↑ Jelgersma, Gerbrandus (1859-1942), Biografisch Woordenboek van Nederland. Zie voorts bijvoorbeeld 'Jelgersma' in De Bie en Loosjes (red.), Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland, Vierde deel (Nijhoff, 's Gravenhage, 1931).
- ↑ Familieberichten Het Nieuws van den Dag, 17 mei 1886 en 18 mei 1886
- ↑ Huwelijksakte in het Gelders Archief (scans 264 en 265).
- ↑ Algemeen Handelsblad 17 maart 1956, resp. NRC Handelsblad 12 mei 1993.
- ↑ Nederlandsche Staatscourant, 17 maart 1923.
- ↑ Dr.D.G. Jelgersma overleden, Algemeen Handelsblad 30 december 1930.
- ↑ De Maasbode, 6 april 1921.
- ↑ Algemeen Handelsblad, 16 juli 1921.
- ↑ Overlijdensbericht in Algemeen Handelsblad, 27 december 1930.
- ↑ Prof.Dr. P.J. Blok 1855-1925, Nieuwe Rotterdamsche Courant 27 mei 1925.
- ↑ Diverse benoemingen als leraar via Delpher; zijn functie als conrector wordt door de tijd in verschillende krantenartikelen genoemd, maar een meer directe bron zou welkom zijn.
- ↑ Herinneringen van Maurits Benjamin Mendes da Costa in De Nieuwe Gids van mei 1925, zoals besproken in Algemeen Handelsblad 7 mei 1925.
- ↑ Noot 271 in Deel I: april 1884-september 1894, van De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey, ed. Harry G.M. Prick (3 delen; Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, Den Haag 1981-1986).
- ↑ Primaire teksten van D.G. Jelgersma bij de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (dbnl).
- ↑ Algemeen Handelsblad, 19 juni 1896.
- ↑ Verslag van den Staat der Hooge-, Middelbare en Lagere Scholen in het Koninkrijk der Nederlanden, p. 54. Uit latere 'Verslagen' blijkt dat Jelgersma niet elk jaar colleges gaf, dit gold ook in zijn Leidse tijd. Een twee-uurs college 'Geschiedenis der nieuwere wijsbegeerte (leer van de ruimte, tijd en causaliteit)' trekt in 1910-1911 4 studenten (M. Groen, EUT-report, (1986). Gearchiveerd op 26 oktober 2017.
- ↑ Inleiding, 30223: Archief van de Universiteit van Amsterdam; Faculteit Psychologie. Gearchiveerd op 24 oktober 2017.
- ↑ De Telegraaf, 20 juni 1901; Nieuwsblad van het Noorden, 19 september 1906.
- ↑ Nederlandsche Staatscourant, 13 juli 1907.
- ↑ Advertentie in Nieuwsblad voor den boekhandel, jrg 86, 1919, no 74, 30 september 1919. Zie ook: Nieuw licht op Leo Polak (1880-1941). Filosoof van het vrije denken (Uitgeverij Verloren, Hilversum, 2016). Gearchiveerd op 24 juni 2023.
- ↑ Algemeen Handelsblad, 11 oktober 1906.
- ↑ Algemeen Handelsblad, 10 december 1906.
- ↑ De Tijd, 6 juni 1908.
- ↑ 'Een gevaarlijk leidsman' werd afgedrukt in vier delen, zie via Delpher: I, II, III, IV; een overdruk werd in [1917] uitgegeven door de Bond van neutrale landen. 'De legende van de "Duitsche" wetenschap' kende zes delen, zie via Delpher: I, II, III, IV, V, VI (slot). Op 7 augustus 1918 verscheen ''n Rechts ministerie?'
- ↑ 'De houding van Engeland bij het uitbreken van den wereldoorlog', De Gids, jaargang 79 (1915). Gearchiveerd op 4 oktober 2022.