Naar inhoud springen

Fixatie disparatie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Edoderoobot (overleg | bijdragen) op 24 jul 2019 om 17:03. (https://onzetaal.nl/taaladvies/een-van-beiden/, replaced: één van de → een van de (2) met AWB)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Esculaap
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.

Fixatiedisparatie is een oogafwijking waarbij het punt waarnaar gekeken wordt niet op de corresponderende positie van beide netvliezen valt. Als het dominante oog wordt afgedekt, zal het andere oog een (kleine) standscorrectie uitvoeren. Fixatiedisparatie is te vergelijken met een milde vorm van scheelzien. Het komt vrij vaak voor en geeft niet altijd klachten. Mogelijke klachten zijn hoofdpijn, vermoeidheidsklachten, moeite met lezen en concentratieproblemen. Vlak na een periode van rust lukt bijvoorbeeld schoolwerk wel, maar naarmate de dag vordert wordt dat moeilijker of houdt het helemaal op. Een deel van de mensen waarbij een diagnose dyslexie gesteld wordt, lijdt aan fixatiedisparatie.

Bij normaal functioneren van de ogen

De mens heeft twee ogen die elk één beeld van de omgeving doorgeven aan de hersenen. Deze twee beelden moeten door de hersenen samengevoegd worden tot één beeld. Dit samenvoegen van de twee beelden tot één beeld wordt sensorische fusie genoemd. De ogen staan niet altijd exact op hetzelfde punt gericht. Dit betekent dan ook dat de beelden iets verschoven ten opzichte van elkaar in de hersenen binnenkomen. Deze kleine beeldverschuiving wordt fixatiedisparatie genoemd.

De ogen bewegen voortdurend om alles om ons heen te kunnen volgen, veraf en dichtbij. De hersenen moeten de oogspieren constant aansturen om de twee ogen op de juiste plek te richten en de beelden in het brein elkaar te laten overlappen, zodat sensorische fusie kan plaatsvinden. De beelden kunnen dan exact op elkaar vallen of licht verschoven (fixatiedisparatie). Sensorische en motorische fusie vullen elkaar aan. Fixatiedisparatie is een van de terugkoppelmechanismen van de oogstand en over hoeveel de motorische fusie de ogen nog moet bijsturen om één beeld te krijgen en te behouden.

Fixatiedisparatie is een normaal onderdeel van de samenwerking tussen de ogen. De wijze waarop fixatiedisparatie tot stand komt en hoe het invloed heeft op de motorische fusie kan normaal of afwijkend zijn. Dit kan onderzocht worden door middel van fixatiedisparatieonderzoek.

Ontwikkeling van binoculair zien en fixatiedisparatie

Het binoculaire zien ontwikkelt zich met name in de eerste levensjaren, waarbij de eerste twee de belangrijkste zijn. In deze periode ontwikkelt zich ook de fixatiedisparatie als onderdeel van het binoculair zien. Onder invloed van een afwijkende oogstand, refractie-afwijking kan het binoculair zien zich afwijkend ontwikkelen of ontstaat er zelfs geen binoculair zien, maar wordt een van de ogen gesupprimeerd (onderdrukt door de hersenen). Bij de ontwikkeling van afwijkende fixatiedisparatie speelt erfelijkheid een rol.

Mogelijk ontstaan

Bij de geboorte is er nog geen automatische koppeling tussen het scherpstellen van de ooglenzen en het richten van beide ogen op het punt van scherpstelling. Na ongeveer 6 maanden komt een reflex tot stand, waarbij de lensscherpstelling automatisch gekoppeld wordt aan de kijkrichting van elk oog afzonderlijk. Dit wordt een reflexactie. Kleine valongelukjes die leiden tot builvorming kunnen gemakkelijk gepaard gaan met kneuzing van de oogkas. Kleine verschillen tussen de situatie voor en na de kneuzing leiden tot een iets andere instelling van de oogspieren voor de kijkrichting. De reflex wordt echter niet meer aangepast. Semibewuste correctie is wel mogelijk, maar leidt snel tot vermoeidheid en hoofdpijn.

Fixatiedisparatieonderzoek

Fixatiedisparatie kan op verschillende manieren gemeten worden. Er zijn onderzoeksmethoden waarbij de fixatiedisparatie dynamisch wordt gemeten en waarbij statisch wordt gemeten. Bij een dynamische onderzoeksmethode wordt fixatiedisparatie veelal gemeten tijdens convergentie (naar de neus bewegen van de ogen bij bijvoorbeeld lezen) en divergentie (naar buiten bewegen van de ogen als we van het boek naar de TV kijken. Bij een statische onderzoeksmethode wordt alleen fixatiedisparatie gemeten als de ogen stilstaan, bij recht vooruit kijken.

Correctie

Anders dan dyslexie is fixatiedisparatie met een bril te behandelen. Patiënten die er last van hebben kunnen geholpen worden met een bril met prismaglazen, eventueel in combinatie met oefeningen. Fixatiedisparatie kan worden vastgesteld door een optometrist.