Flandern I-stelling

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De Duitse verdedigingslijnen

De Flandern I-stelling (Duits: Flandern I Stellung) was tijdens de Eerste Wereldoorlog een verdedigingsgordel van het Duitse Keizerrijk in West-Vlaanderen, die liep van Menen tot Handzame.

Een stellung was een soort verdedigingslijn die liep achter het front. Er waren meerdere stellingen, waaronder de Albrecht-Stellung (genoemd naar Albrecht van Württemberg) en de Wilhelm-Stellung (genoemd naar de Duitse keizer Wilhelm II). Beide bestonden uit een stelsel van loopgrachten en schuilplaatsen.[1] Daarna waren er de Flandern I en II Stellungen, vooral bestaande uit bunkers.[2]

De Flandern I-stelling werd aangelegd vanaf 1917 na de Derde Slag om Ieper als een soort laatste verdediging bij eventuele doorbraken.[3]

Restanten[bewerken | brontekst bewerken]