Frederick Orpen Bower
| Frederick Orpen Bower | ||
|---|---|---|
| Frederick Orpen Bower | ||
| ||
| Algemene informatie | ||
| Land | Verenigd Koninkrijk | |
| Geboortedatum | 4 november 1855 | |
| Geboorteplaats | Ripon | |
| Overlijdensdatum | 11 april 1948 | |
| Overlijdensplaats | Ripon | |
| Werk | ||
| Beroep | botanicus | |
| Werkgever(s) | Universiteit van Glasgow | |
| Werkplaats | Glasgow | |
| Functies | Regius Professor of Botany | |
| Studie | ||
| School/universiteit | Universiteit van Straatsburg, University of Strasbourg, Julius Maximilians-Universiteit | |
| Persoonlijk | ||
| Talen | Engels | |
| Schrijftaal | Engels | |
| Diversen | ||
| Lid van | Royal Society, Duitse Academie van Wetenschappen in Berlijn, American Academy of Arts and Sciences, Pruisische Academie van Wetenschappen, Indian National Science Academy, Beierse Academie van Wetenschappen en Geesteswetenschappen, National Academy of Sciences, Accademia delle Scienze di Torino | |
| Prijzen en onderscheidingen | Fellow of the Royal Society, Royal Medal (1910), Darwin Medal (1938),[1] Linnean Medal (1909) | |
| De informatie in deze infobox is afkomstig van Wikidata. U kunt die informatie hier bewerken. | ||
Frederick Orpen Bower (Ripon, 4 november 1855 - Ripon, 11 april 1948) was een Engelse botanicus. Hij hield zich voornamelijk bezig met onderzoek naar pteridophyta, met name varens.
Bowers bijdrages aan de wetenschap waren met name van belang op het gebied van het ontstaan en de evolutionaire ontwikkeling van de planten die hij bestudeerde. Hij was een fervent uitdrager van de interpolatietheorie, die variaties in levenscycli uitlegt. Daarnaast was Bower erg geïnteresseerd in paleobotanie.
Academisch leven[bewerken | brontekst bewerken]
Bower studeerde af aan het Trinity College van de Universiteit van Cambridge, waarna hij de Universiteit van Würzburg en de Universiteit van Straatsburg bezocht. Hij werd later lector aan het University College London en vanaf 1885 'Regius' hoogleraar plantkunde aan de Universiteit van Glasgow, tot hij in 1925 met pensioen ging.
In 1891 werd Bower verkozen tot Fellow of the Royal Society, waarvan hij in 1910 de Royal Medal en in 1938 de Darwin Medal ontving. In 1909 kreeg hij al de Linnean Medal.
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
- Practical Botany for Beginners (1894)
- The Origin of a Land Flora (1908)
- The Botany of the Living Plant (1919)
- The Ferns (1923-1928, driedelig)
- Size and Form in Plants (1930)
- Primitive Land Plants (1935)
- Sixty Years in Botany in Britain (1875-1935) (1938)
| Bronnen, noten en/of referenties |