Frederik Ernst Müller
Frederik Müller | ||
---|---|---|
Müller (in uniform, midden) en Willem Engelbrecht (links)
| ||
Algemene informatie | ||
Volledige naam | Frederik Ernst Müller | |
Geboortenaam | Fredrik Ernst Müller[1] | |
Geboren | 25 januari 1889 Utrecht | |
Overleden | 22 december 1960 Breukelen | |
Bekend van | burgemeester in oorlogstijd |
Frederik Ernst (Frits) Müller (Utrecht, 25 januari 1889 – Breukelen, 22 december 1960) was gedurende de Tweede Wereldoorlog een nationaalsocialistisch bestuurder en burgemeester van Rotterdam.
Levensloop
Müller was een Utrechtse ingenieur en van 1915 tot 1927 eigenaar van de beenzwartfabriek van zijn vader, De Benenkluif. Vanaf 1927 deed hij dit samen met zijn broer, C.J.B. Müller. Hij ontplooide al in de jaren dertig veel activiteiten in de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB), waarvan hij al vroeg lid was (hij droeg het stamboeknummer 543).
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Müller van 5 februari 1941 tot 20 oktober 1941 werkzaam als Commissaris der Provincie (de nationaalsocialistische benaming van Commissaris der Koningin) in Utrecht. In deze functie werd hij opgevolgd door Willem Bernard Engelbrecht.
Op 10 oktober 1941 werd hij burgemeester van Rotterdam, nadat zijn voorganger, burgemeester Oud ontslag had genomen na veel kritiek van de NSB dat hij niet meegaand genoeg was. Hij werd geïnstalleerd door de waarnemend burgemeester van Rotterdam, Arie de Zeeuw (van de SDAP) die het karakter van de installatie laakte en de ambtsketen liet omhangen door een bode. Müller was medeverantwoordelijk voor de snelle deportatie van de Rotterdamse Joden: al in juli 1942 waren de meeste Joden via Loods 24 naar Westerbork afgevoerd; dat was eerder dan bijvoorbeeld Amsterdam. Anderzijds was hij tegen de verwoesting van de havens; waarschijnlijk mede daardoor is de volledige verwoesting van de havens in 1944 achterwege gebleven. Müller toonde zich een vurig propagandist voor indiensttreding bij de Duitse bezetter.
Müller werd op 7 mei 1945 afgezet en vervangen door burgemeester Oud, die hij zelf had opgevolgd in 1941. Op 5 april 1946 stond hij terecht voor het Bijzonder Gerechtshof. Hierbij eiste mr. L.A. Donker - hij zou later minister van Justitie worden - tien jaar gevangenisstraf en levenslange ontzegging van het kiesrecht. Op 16 april 1946 werd hij veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf, waarvan hij er bijna zes jaar uitzat. Zijn advocaat was mr. A.C.W. Beerman, die later in het kabinet-De Quay voor de CHU minister van Justitie zou worden.
Trivia
Uit de geboorteakte in het Utrechts Archief blijkt dat Frederik Ernst Müller geboren is als Fredrik Ernst Müller. Burgerlijke Stand van de gemeenten in de provincie Utrecht 1811-1902[2]
Externe link
- Profiel bij Parlementair Documentatie Centrum (hier niet met de naam zoals op geboorteakte vermeld)
- Profiel in het Biografisch portaal van Nederland
- De informatie op deze pagina, of een eerdere versie daarvan, is geheel of gedeeltelijk afkomstig van www.parlement.com. Overname was tot 1 februari 2016 toegestaan met bronvermelding.
Voorganger: Lodewijk Hendrik Nicolaas Bosch van Rosenthal |
Commissaris der Provincie Utrecht 1941 |
Opvolger: Willem Bernard Engelbrecht |
Voorganger: Pieter Oud |
Burgemeester van Rotterdam 1941-1945 |
Opvolger: Pieter Oud |