Fritz Zorn
Fritz Zorn | ||||
---|---|---|---|---|
Algemene informatie | ||||
Bijnaam | Federico | |||
Volledige naam | Fritz Angst | |||
Geboren | 10 april 1944 | |||
Geboorteplaats | Meilen[1] | |||
Overleden | 2 november 1976 | |||
Overlijdensplaats | Zürich[2] | |||
Land | Zwitserland | |||
Werk | ||||
Bekende werken | Mars | |||
|
Fritz Zorn, pseudoniem voor Fritz Angst (Meilen, 10 april 1944 – Zürich, 2 november 1976), was een jonggestorven Zwitserse leraar, die postuum een bekende schrijver van de 'generatie 68' werd.
Leven en werk
Fritz Angst studeerde Germaanse en Romaanse talen en promoveerde in 1971 op een proefschrift over de Portugese schrijver Luís de Sttau Monteiro. Hij werd daarna leraar aan een gymnasium, maar kon dat niet lang volhouden wegens ziekte. Hij stierf in 1976 in de leeftijd van 32 jaar aan kanker.
Hij werd bekend door zijn in 1977 postuum verschenen autobiografische roman Mars, geschreven onder pseudoniem, waarbij hij zijn naam "Angst" verving door "Zorn" (kwaadheid). Het boek werd door de schrijver Adolf Muschg ontdekt en aan een uitgever doorgespeeld. Het is een sleutelroman van de jaren zeventig. Zorn beschrijft daarin een heel laat, door de ziekte uitgelokt afgrijzen over zijn dertig jaar lang “niet geleefd” leven. Oog in oog met de naderende dood wordt hem plotseling duidelijk, dat – ondanks zijn beschermde, kille en strenge kindertijd in een gegoed haute-bourgeoisie gezin aan de Züricher goudkust en achter de façade van zijn rechtlijnige beroepscarrière – voor “de mens daarachter” alles “verkeerd gegaan” is.
Hij brengt zijn ervaringen met kanker, die hem tot het beëindigen van zijn beroepswerkzaamheden dwongen, in een meedogenloze afrekening in verband met de Zwitserse burgerlijke samenleving. Zorn beschrijft zijn ziekte als een symptoom van een degeneratieproces, dat het hele maatschappelijke organisme heeft aangetast. Zijn leven lang leed hij aan zijn bitter ervaren onvermogen tot liefhebben en aan ernstige depressies. Het boek werd tot een cultboek van de jaren tachtig vanwege zijn radicaliteit en de rebelse manier van schrijven, die paste bij het levensgevoel van de protestgeneratie.[3]
Werk
- Mars. «Ich bin jung und reich und gebildet; und ich bin unglücklich, neurotisch und allein…». Oorspronkelijke uitgave met een voorwoord van Adolf Muschg. Kindler, München, 1977.
- Nederlandse vertalingen:
- De angel van het sterven. B. Gottmer, Nijmegen / Orion, Brugge, 1978. ISBN 9026419090.
- Mars. In het teken van de kreeft. De Prom, Amsterdam, 1984. ISBN 9789068010213
- Nederlandse vertalingen:
Literatuur over Fritz Zorn
- Jutta Anna Kleber: Schuld und Krebs. Geschichte und Ende der Unheilbarkeit in der Moderne. In: Konkursbuch. Themenschwerpunkt Schuld, p. 121–137 (1999)
- Brigitte Haberer: Fritz Zorn. Mars, in: Walter Jens (red.), Kindlers Neues Literatur Lexikon, Bd. 17 (VB–ZZ), p. 1087 e.v. (1992)
- Anselm Haverkamp: Die neueste Krankheit zum Tode. Das Werthersyndrom in der Verständigungsliteratur der siebziger Jahre: Fritz Zorn, Mars. Mit einem Nachwort über Fiktion und Wirklichkeit. In: Deutsche Vierteljahresschrift für Literaturwissenschaft und Geistesgeschichte (1986), p. 667–696
- Michael Rutschky: Erfahrungshunger. Ein Essay über die siebziger Jahre. Kiepenheuer & Witsch, Köln, 1980
Externe links
- Literatuur van en over Fritz Zorn in de catalogus van de Nationale Bibliotheek van Duitsland. Aantekening in het schrijversregister van de stichting Bibliomedia
- Fritz Zorn: ein Opfer der Single-Gesellschaft? Bijdrage voor een discussie over Mars
- Serge Meitinger, De la mort en banque, Zürich, portrait au noir essay over Fritz Zorn en Christian Doumet
- Der gefesselte Prometheus von der Goldküste[dode link]. Artikel uit de Tages-Anzeiger van 22 april 2006
- ↑ Gemeinsame Normdatei; geraadpleegd op: 11 december 2014.
- ↑ Gemeinsame Normdatei; geraadpleegd op: 30 december 2014.
- ↑ “De productie van bellettrie van de jaren zeventig is een inwijding in relatie-invaliditeit en relatieproblemen, het alleen-leven als centraal thema van het monologiserende subject (…) de huidige, verhalende literatuur van Max Fritz tot Fritz Zorn is een “inventarisatie van het ontbreken van relaties.” Fritz J. Raddatz in Die Zeit van 20 oktober 1978.