Geïnternaliseerde homofobie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Geïnternaliseerde homofobie is een vorm van homofobie (homohaat) waarbij een persoon onderhevig is aan de negatieve percepties, intolerantie en stigma's van de samenleving ten opzichte van mensen die zich aangetrokken voelen tot hetzelfde geslacht. Ze betrekken die ideeën vervolgens op zichzelf, en ervaren zelfhaat als gevolg van het feit dat ze een sociaal gestigmatiseerd persoon zijn.[1] Bij lesbiënnes spreekt men wel over geïnternaliseerde lesbofobie.

Bij transgenders[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn vanuit de genderkritische hoek zorgen over mogelijke aanwezigheid van geïnternaliseerde homofobie bij een deel van de transgenderjongeren en dat zij, door dit niet goed bij zichzelf te herkennen, een verkeerde keuze maken en later transspijt krijgen hierdoor.[2] De rechtszaak van de transseksueel Shape Shifter is hier een voorbeeld van.[3]

Bij seriemoordenaars[bewerken | brontekst bewerken]

Het verschijnsel is ook geconstateerd bij een aantal seriemoordenaars, zoals Jeffrey Dahmer en John Wayne Gacy die beiden hun slachtoffers vermoordden uit walging over zichzelf en de geaardheid van zijn slachtoffers.[4]

In de media[bewerken | brontekst bewerken]

In de film Spetters speelt geïnternaliseerde homofobie een grote rol bij 'Eef', een van de hoofdrollen die aanvankelijk geweld pleegt tegen homo's uit ontkenning van zijn eigen seksualiteit en later tot inzicht komt via een verkrachting en vanaf dan niet langer zijn homoseksualiteit ontkent.[5]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]