Naar inhoud springen

Gebruiker:Alexandersam/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Alexandersam/Kladblok

Dit is het persoonlijke kladblok van Alexandersam.

Een kladblok is een subpagina van iemands gebruikerspagina. Het dient als testruimte voor de gebruiker en om nieuwe artikelen of langere toevoegingen aan bestaande pagina's voor te bereiden.

Let op: je kladblok opslaan gaat met de knop 'publiceren'. De pagina wordt daarmee nog niet in de openbare encyclopedie geplaatst en blijft een kladpagina. De kladblokpagina is wel zichtbaar (voor iedereen met wat meer Wikipedia-ervaring) en mag dus geen onoorbare dingen bevatten, zoals auteursrechtschendingen.

Het is, ook in een kladblok, uitdrukkelijk niet toegestaan om zonder toestemming auteursrechtelijk beschermd materiaal van derden te publiceren.

https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Gebruiker:Alexandersam/Kladblok&action=edit


http://www.lesoir.be/1191226/article/actualite/regions/bruxelles/2016-04-25/plus-belle-moustache-2016-bruxelles La plus belle moustache 2016 de Bruxelles Sandrine Beigas Mis en ligne lundi 25 avril 2016, 11h35

Sa moustache, Albert Bastin la flatte tous les jours depuis ses seize ans. Il a opté pour une petite « glorieuse », plus conforme à son visage. Le concours a été initié par l’ancien bourgmestre Freddy Thielemans.

« La joie de vivre » selon Albert Bastin, qui prend aussi des cours de bruxellois. © Jules Toulet « La joie de vivre » selon Albert Bastin, qui prend aussi des cours de bruxellois. © Jules Toulet


Les résultats de l’élection de la plus belle moustache de Bruxelles 2016 ont été rendus ce dimanche sur la place du Jeu de Balle. Élu par les membres de l’Orde van de Brusselse Moestasje, Albert Bastin, 52 ans, a remporté le premier prix.

Son trophée entre les mains, Albert Bastin réalise à peine ce qui lui arrive. À 52 ans, il vient de remporter le concours de la plus belle moustache 2016. Pourtant, rien ne prédestinait ce Wallon d’origine à rejoindre un jour l’Orde van de Brusselse Moestasje.

« Je suis indépendant et je mets à disposition du matériel pour les événements, explique-t-il. Il y a sept ans, l’Ordre, à qui j’avais fourni mon camion, m’a invité. Au bout de ma troisième visite, je me suis inscrit. »

Avec du blanc d’œuf

Sa moustache qu’il a depuis ses 16 ans a dû l’aider à s’intégrer. Et puis, « l’ambiance, la réputation des moustaches à Bruxelles » lui ont donné envie d’en faire partie.

Au départ, Albert Bastin allait chez le barbier pour entretenir sa moustache : « Pendant des années, c’était lui qui me l’a préparée. Et puis, il m’a montré comment faire. Le matin, je la peigne et la nettoie avec la savonneuse et puis j’y mets du blanc d’œuf dessus. C’est un petit peu comme du gel. »

Albert a choisi d’avoir une petite moustache, contrairement à la plupart des autres candidats. « C’est en fonction du visage que l’on adapte la forme », précise-t-il.

Pour le folklore bruxellois

Mais plus que des techniques de barbier, l’Ordre lui a surtout permis d’avoir un objectif : « Je suis célibataire depuis longtemps. Avant, quand je rentrais du travail, j’étais plus un pilier de comptoir. Aujourd’hui, j’ai de la joie de vivre. » L’intéressé a aussi pris conscience de « l’importance du folklore bruxellois », qui fait partie de l’identité de la ville. Le Forestois d’adoption, qui aime préciser qu’il habite avenue Albert, prend des cours de bruxellois via l’Académie pour la défense et l’illustration du parler bruxellois (ADIPB) au théâtre de Toone.

Pour le gagnant 2016, l’enjeu est maintenant d’intéresser les jeunes à tous ces événements, qu’il s’agisse de l’Ordre des moustaches bruxelloises ou de l’Ordre des amis de Manneken-Pis. La statue du célèbre petit garçon a d’ailleurs aussi sa tenue des Moustaches.

Les 2e et 3e Moestasjes élus par l’Ordre sont Rémy Wauters et Josy Restiaen. Un concours sur internet a aussi été organisé. Dominique Simon a remporté le premier prix, suivi d’Antoine Rodier et de Francis Pagnoul.

Pas de deuxième titre

Pour rappel, si l’Ordre des moustaches bruxelloises existe depuis 2009, c’est d’abord parce qu’il s’est inspiré d’autres clubs qui existaient déjà en Flandre, notamment à Anvers et à Schoten. Le West-Vlaamse SnorrenClub de Bruges était d’ailleurs présent ce dimanche sur la place du Jeu de Balle.

L’idée du concours et de l’Ordre a été lancée en 2009 à l’initiative de l’ancien bourgmestre de Bruxelles, Freddy Thielemans, qui portait aussi une moustache. Au départ, le concours avait lieu aux Marolles. Aujourd’hui, les internautes peuvent aussi voter pour la plus belle moustache. Étant donné que les membres ne peuvent pas gagner deux fois le concours, c’est une chance en plus pour eux d’obtenir le trophée.


arch. Van Steenbergen

[bewerken | brontekst bewerken]

Eduard van Steenbergen (1889-1952) een van de belangrijkste Belgische architecten van het interbellum. Hij realiseerde een verfijnde en rustige architectuur, zonder dogmatisme en met oog voor de concrete omstandigheden van de opdracht. Van Steenbergen beperkte zich trouwens niet alleen tot de architectuur, ook de inrichting, de tuinaanleg en het ontwerp van het meubilair, de verlichting, de tapijten en het glas in lood werden door hem tot in het kleinste detail uitgetekend.

Het vroege oeuvre van Van Steenbergen leunde aan bij de Arts and Crafts, de Amsterdamse school en het werk van Hendrik Petrus Berlage. Zijn eerste grote opdracht, de Unitastuinwijk in Deurne, situeert zich in deze periode. Halfweg de jaren 1920 versoberde zijn architectuur. Hij ontwierp vanaf dan gebouwen in een verzakelijkt, maar warm idioom van bakstenen volumes en houten ramen, met eenvoudige functionele plattegronden en uitgerust met zelf ontworpen art deco meubilair en glas in lood. Voorbeelden zijn onder meer de eigen woning (1925) en de woning Adriaensens (1928) in Berchem, de woning Marstboom in Hove (1925), de woning Reypens in Mortsel (1927-1928) en de woning Van Den Berghe in Borgerhout (1928).

Vanaf het einde van de jaren 1920 oriënteerde hij zich steeds meer op het functionalisme. Op een eigenzinnige manier gaf hij vorm aan de moderne beginselen ruimte, licht, lucht en groen. Het complex Moderne Stad in Antwerpen (1928) en het gedenkteken Vlaanderen-Roosendaal (1928), allebei niet uitgevoerd, kondigden deze koerswijziging aan. Zijn stand voor de Federatie van Vakbonden op de Antwerpse wereldtentoonstelling van 1930, de uitbreiding van het sanatorium De Mick in Brasschaat (1932) en verschillende woningen, zoals de woning Baksteen in Schilde (1930), Zilverbron in Brasschaat (1932) en De Reiger in Kalmthout (1934), illustreren deze evolutie. Tot zijn mooiste verwezenlijkingen uit deze periode behoren zes woningen op de vroegere terreinen van de Antwerpse wereldtentoonstelling van 1930. Het zijn sobere bakstenen volumes met functionele en transparante ruimtes, gegroepeerd rond een gemeenschappelijke tuin (1932). Een ander hoogtepunt is het atheneum van Deurne, een schoolvoorbeeld van monumentaal en dynamisch functionalisme (1936).

Na de Tweede Wereldoorlog greep hij terug naar meer traditionele modellen, zoals bijvoorbeeld blijkt uit het niet uitgevoerde ontwerp voor een provinciaal bestuursgebouw in Antwerpen (1943). Voor zijn laatste grote opdracht, het gemeenthuis van Deurne (1947), opteerde hij voor een axiale planopbouw en een monumentale, maar sobere vormgeving. Het werd postuum uitgevoerd door zijn zoon Edward.

http://www.debalansvanbraem.be/braem_over_bouwen/eduard_van_steenbergen_het_grote_voorbeeld# : Eduard Van Steenbergen, het grote voorbeeld

Renaat Braem kende het werk van Eduard Van Steenbergen al sinds zijn jeugd. Tijdens zijn architectuuropleiding ging hij samen met enkele van zijn medestudenten op zoek naar zijn projecten. Ook in zijn geschriften toonde Braem zich een groot bewonderaar.

quote uit R. Braem, ‘“Pioneers, oh pioneers”…’, Kontakt 26 (1983) 206.: "Reeds in die periode waren we op zoek naar de werken van Ed. Van Steenbergen.(…) Hoe dikwijls hebben wij niet in bewondering gestaan voor zijn woonhuis in de Strijdhoflaan, thans bewoond door zijn zoon, eveneens een talentvol architect. We kennen een villa in Schilde, in onvervalste funktionele vormgeving. Later zijn we enthousiast voor de hoekbouw Volhardingsstraat-Kolonielaan, werk dat dezer dagen voorgesteld is voor rangschikking als monument, en hier en daar verspreide woningen, Cruyslei, Wolfjagerslei, nabij het Boelaerpark, een huis bij de Kleine Bareel in Merksem. Eerst later kwam het Koninklijk Atheneum van Deurne, en nog later het ontwerp voor het gemeentehuis van Deurne. Toen waren we echter reeds de school ontgroeid en hingen vast aan “Das Neue Frankfurt” en het Bauhaus."

quote uit R. Braem, ‘Eduard Van Steenbergen. Een geslachtofferde generatie’, Bouwen en Wonen (januari 1956) 15-17: "Men ervaart bij een overzicht van een reeks gebouwen, vooral woningen, van zijn hand dat hij als bezeten was door een nooit versagende, zoekende geest, die iedere formule of cliché verwierp, ook de eigene, om zich verbeten op elke nieuwe opgave te storten met de wil er het essentiële, karakteristieke, eigen-aardige uit te halen. Zijn huizen zijn werkelijk naar maat gemaakt en tonen telkens andere, oorspronkelijke planoplossingen. Dit doordrenkt zijn van de roeping van de architekt is karakteristiek geweest voor Van Steenbergen, en het gaf hem nevens een stramme onvermurwbare geesteshouding een waardigheid die aan allen die hem ontmoet hadden de gedachte moest opdringen: “ dit is een man !” Hij was ook iemand die nooit een konstruktieve oplossing in het vage zou laten, maar onvermoeibaar, zelfs tot eigen schade, vocht en bleef vechten voor een perfekte uitvoering, inzover dat hij er niet voor terugdeinsde zelf zo nodig voor het aanbeeld te gaan staan. Hij was het tegenovergestelde van de glad-gepolijste moderne zakenman, wat zo langzamerhand het type van de “voorname” architekt dreigt te worden; moge zijn voorbeeld dan ook voor de nieuwste architekten-generatie het Noorden wijzen."

interessante gebouwen door hem ontworpen:

  • 2930 Brasschaat, Zwaantjeslei 5: Villa Peirsman:

Architectuurarchief provincie Antwerpen (APA) en Teema-Architecten slaan de handen in elkaar en stellen je op Open Monumentendag Villa Peirsman in Brasscchaat voor. http://www.provincieantwerpen.be/content/dam/provant/drem/dienst-erfgoed/Architectuurarchief/peirsman/20150910%20-%20brochure%20VILLA%20PEIRSMAN.pdf

http://wta-international.org/fileadmin/NL-Dateien/syllabi-folders/4-syllabi/2015-04-24_Monumentale_onderwijsgebouwn.pdf pag. 59-66

Edward van Steenbergen (Antwerpen, 19 december 1925 - Antwerpen, 3 januari 2003) was een Belgisch architect.

Edward behaalde zijn diploma van burgerlijk ingenieur architect in 1950 aan de Rijksuniversiteit van Gent. Hij is de zoon van de modernistische Antwerpse architect Eduard Van Steenbergen (sr.). Na diens vroege overlijden in 1952 nam de toen 26-jarige Edward het architectenbureau over, en voerde de laatste grote opdracht van zijn vader uit, het in 1948 ontworpen gemeentehuis van Deurne.

In zijn carrière als architect ontwierp hij interessante gebouwen, waarvan vele erkend zijn als bouwkundig erfgoed [1] , onder andere:

  • 1950, Antwerpen, Wilgenlaan 19, na-oorlogse bel-etagewoning in modernistische stijl, (opdrachtgever fam. F. Deckers): één van de allereerste ontwerpen van architect Edward Van Steenbergen, in 1952 bekroond met een Tweede Vermelding in de Prijs Van de Ven,
  • 1956-64, Deurne, Maurice Dequeeckerplein 1, districthuis Deurne: ontworpen in 1947-48 door zijn vader architect Eduard Van Steenbergen (sr.)., uitvoering in 1956-64 onder leiding van Edward Van Steenbergen junior. Vrijstaand T-vormig complex met brede voorbouw, geflankeerd door lage galerijen, en centrale 39-m hoge toren.
  • 1963, Keerbergen, Emiel Op De Beecklaan, woning (opdrachtgever Spaenhoven),
  • 1964 - 66, Turnhout, Dennenstraat 100, villa (opdrachtgever Clerinckx),
  • 1967 - 1970, Beerse, Janssens Pharmaceutica, kantoorgebouw Life Science Building,
  • 1978, Antwerpen, Marrcel De Backerstraat 24, woning (opdrachtgever W. Boits) in laat-moderne of postmoderne stijl.
  • 1981-85, Antwerpen, Grotesteenweg 226, scholencomplex voor secundair onderwijs.

Hij was getrouwd met mevrouw Frida Verbreyt, en overleed kinderloos op 3 januari 2003.

Frida's broer Fernand was getrouwd met Cécile De Boodt, zus van Paul Bijttebiers vrouw Jozefien.