Gebruiker:Chescargot/De Splinters in de schaakwereld

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Relatie van de Splinters[bewerken | brontekst bewerken]

In de periode van 1896 tot 1906 kwam ene A.C. Splinter, Leidenaar en lid van het Leidsch Schaakgenootschap, geregeld in het schaaknieuws. Natrekking in de Leidse bevolkingsregister leidt tot het aan grote zekerheid grenzende vermoeden dat dit niemand anders was dan Suze Splinters broer Abraham Christiaan ("Christiaan") Splinter was. Vader speelde waarschijnlijk ook schaak, anders zou hij de vicevoorzittershamer van het Leidsch schaakgenootschap niet van Suze overgenomen hebben bij haar vertrek naar het buitenland. In Lof der zotheid wordt geschreven: "De Splinters waren bij LSG [Leidsche Schaakgenootschap] geen vreemden", daarmee impliciet aangevende dat het inderdaad om een familie gaat.

Dus is het aannemelijk dat de kinderen het spel van huis uit meegekregen hebben. Curieus is dan ook dat ondanks dat A.C. Splinter en Suze beiden frequent genoemd worden in de schaakliteratuur (er is zelfs voorbeelden zijn waarbij ze beiden in een artikel genoemd worden), er geen vermelding van een familieband is.

Suze's ontwikkeling in het schaakspel[bewerken | brontekst bewerken]

Suze kreeg het schaken vermoedelijk van huis uit mee: vader Splinter schaakte en was lid van schaakgezelschap Palamedes. Haar broer Christiaan moet er ook door aangestoken zijn. De eerste vermeldingen van de Splinters in de kranten zijn hun veelvuldig ingezonden (correcte) oplossingen van schaakpuzzels in de krant. Vooral Christiaan lijkt er bedreven in.

Christiaans vroegste vermeldingswaardige prestatie aan het schaakbord dateert van 1896 toen hij als 17-jarige tegen de vermaarde Wilhelm Steinitz - laatstgenoemde speelde in Leiden een simultaan van 28 partijen - als een van slechts vier spelers remise wist te maken. Steinitz won alle overige partijen.[1]

In de reguliere bondswedstrijden speelde hij dat jaar in de 2e klasse.[2] Hij speelde ook clubmatches. Hij was in elk geval van 1998[3] tot 1913[4] lid van de Leidsche Schaakgenootschap. In 1906 speelde hij in de Nederlandse hoofdklasse en won in een bondswedstrijd eind oktober dat jaar in Alkaar de tweede plaats achter Strick van Linschoten.[5]

Simultaan schaakwedstrijd van Emanuel Lasker in een van de zalen van De Kroon, tegenwoordig Brinkman aan de Grote Markt. Splinter zat aan een van de 25 tafels.

Lasker speelde in 1909 te Haarlem een simultaan tegen 25 borden, waaronder Christiaan Splinter.[6] Splinter (inmiddels 30 jaar oud en woonachtig in Haarlem) won zijn partij.[7]

Christiaan was dan ook een verdienstelijke schaker en zijn prestaties gingen niet ongemerkt.[8] Twaalf jaar na zijn voortijdige overlijden wordt hij gedurende de viering van het 40-jarige bestaan van de vereniging herinnerd als een van "een aantal spelers, die in de Nederlandl. Schaakwereld een zeer goeden klank gehad hebben of nog hebben."[9]

Een enkele vermelding als "De Splinters waren bij LSG [Leidsche Schaakgenootschap] geen vreemden", [10] daargelaten, is het curieus dat het feit dat drie leden uit hetzelfde gezin verdienstelijk schaakten nauwelijks noemenswaardig leek te zijn. Het kon zomaar voorkomen dat in dezelfde publicatie beide namen genoemd worden zonder dat de link gelegd werd.[11]

Bronvermelding[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Wedstrijden. Het nieuws van den dag: kleine courant (19 mei 1896).
  2. Schaakspel. De Groene Amsterdammer p.5 (9 augustus 1896).
  3. Binnenland. Tijdschrift van den Nederlandschen Schaakbond p.32 (1 februari 1898).
  4. Schaken. Leidsch Dagblad (20 maart 1913).
  5. "Uit de schaakwereld" in Groene Amsterdammer (2 december 1906), p.13
  6. Een afbeelding van deze simultaanseance is in het Haarlems archief te vinden.
  7. Abraham Christiaan Splinter wordt bij naam en toenaam genoemd in Forster, R.; Negele, M.; Tischbierek, R. (eds.) (2020) Emanuel Lasker - Volume II Choices and chances, Berlijn: Exzelsior. Deze partij is tevens op chessgames.com door te spelen.
  8. Enkele partijen van A.C. Splinter op chessgames.com in te zien.
  9. Jublieum Leidsch Schaakgenootschap. Leidsch Dagblad (21 maart 1935).
  10. Kale Harry (?), "Schakende vrouwen" in Lof der Zotheid 1, 4e jaargang (oktober 2008)
  11. Diverse artikelen. Tijdschrift van den Nederlandschen Schaakbond (1 oktober 1903).