Naar inhoud springen

Gebruiker:Dolfy/Spanbroek

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Stadsrechten[bewerken | brontekst bewerken]

Via via werd ik geattendeerd op onderstaande pagina. Er blijkt nogal wat verwarring te bestaan over een aantal begrippen die voor de uitkomst van de discussie van belang zijn. ‘Stad’, ‘stadsheerlijkheid’, ‘stede en heerlijkheid’. Wat moeten we ermee? De antwoorden zijn te vinden in originele bronnen, die teruggaan tot de 14e eeuw. Die worden bewaard en zijn voor iedereen toegankelijk in het Westfries Archief in Hoorn en het Nationaal Archief in Den Haag. Over met name de Westfriese plattelandssteden is de afgelopen 20 jaar veel gepubliceerd. Als u daar prijs op stelt, wil ik wel een complete bibliografie maken en aan deze discussie toevoegen. Belangrijker is het om eerst een aantal begrippen, die hieronder door elkaar lijken te lopen, goed uit elkaar te houden. Alle door de deelnemers aan de discussie genoemde Westfriese steden, zijn ontstaan in een periode dat de graaf van Holland het in West-Friesland voor het zeggen had. Hij was de landsheer van het gebied. Bij de onderwerping in 1288 erkenden de Westfriezen hem (toen: Floris V) als hun ‘heer’ (zie de vredesverdragen in het Nationaal Archief). Dit is een belangrijk gegeven, want West-Friesland werd daarmee geen onderdeel van Holland, maar wel werd het als aparte ‘heerlijkheid’ aan het Hollandse graafschap verbonden. Vandaar dat de stadsrechten van bijvoorbeeld Enkhuizen en Hoorn, beide uit 1356, volgens de aanhef zijn verleend door ‘Willem, hertog in Beieren, graaf van Henegouwen, Holland, Zeeland […] en heer van West-Friesland’. Wat betekende zo’n stadsrecht in die tijd? Misschien wordt dit duidelijk als we eerst een vergelijking maken met het publiekrechtelijk systeem van vandaag de dag. In Nederland kennen we de volgende bestuursniveaus: ten eerste de driedeling rijk, provincies en gemeenten, en daarnaast de waterschappen. Daarnaast bestaat een rechterlijke organisatie, met - van boven naar beneden - Hoge Raad, gerechtshoven, arrondissementsrechtbanken en kantongerechten. Ons huidige stelstel gaat terug tot de 19e eeuw, de basis ervoor werd gelegd in maart 1811, toen in ons land een bestuurlijke en gerechtelijke organisatie naar Frans model werd ingevoerd. Dit was het rechtstreekse gevolg van de inlijving van ons land bij Frankrijk. Kort door de bocht gezegd was het: de hoogste baas (in dit geval keizer Napoleon) bepaalde hoe het publiekrechtelijke domein in overzichtelijke stukken werd verdeeld. Hoe was het publiekrechtelijk domein vóór 1811 georganiseerd, en wie was toen de baas die daarover besliste? Om met het laatste te beginnen: van 1288 tot de Alteratie was dat de graaf van Holland, daarna tot januari 1795 de Staten van Holland en West-Friesland, vervolgens de Bataafse Republiek (1795-1804) en tenslotte het Koninkrijk Holland (1806-juli 1810). Voor en na 1288 was het laagste bestuursniveau in West-Friesland het dorp (of banne). Ieder dorp had een eigen dorpsbestuur en pastoor. De termen dorp, banne en parochie waren synoniem. Ook kleine rechtszaken werden door het dorpsbestuur behandeld. Voor grotere en ‘criminele’ rechtszaken werden twee overkoepelende instellingen ingesteld, de baljuwschappen. Het baljuwschap van Medemblik bijvoorbeeld was er voor alle dorpen in oostelijk West-Friesland, grofweg het gebied tussen Enkhuizen, Hoorn, Obdam, Aartswoud en Medemblik. In maart 1289 werden aan Medemblik als eerste Westfriese plaats stadsrechten verleend. Dat betekende dat Medemblik niet onder de bevoegdheid van het baljuwschap viel. Een stad was namelijk in de eerste plaats een zelfstandig rechtsgebied. Dát was de publiekrechtelijke betekenis van het hebben van een stadsrecht. In 1356 kregen ook Enkhuizen en Hoorn stadsrechten, in 1364 gevolgd door Bovenkarspel en Grootebroek (stede Grootebroek; het stadsrecht spreekt van ‘Broec’). De stede Grootebroek wordt in 1402-1403 uitgebreid met Lutjebroek en Hoogkarspel. De vier dorpen maken één rechtsgebied uit, maar daarnaast blijven ze zelfstandig als dorp. De banneïndeling wordt door het stadsrecht dus niet veranderd. De stede Grootebroek staat daarmee model voor de Westfriese plattelandssteden van 1414:

- Abbekerk (dorpen: Abbekerk, Twisk, Midwoud en Lambertschaag)

- Hem (Hem en Venhuizen)

- Schellinkhout (Schellinkhout 1402, in 1414 uitgbreid met Wijdenes en Oosterleek)

- Westwoud (Westwoud, Oosterblokker, Westerblokker en Binnenwijzend)

- Wognum (Wognum, Nibbixwoud, Hauwert en Wadway)

- Spanbroek (Spanbroek, Opmeer, Obdam en Hensbroek)

- Hoogwoud (Hoogwoud en Aartswoud)

- Sijbekarspel (Sijbekarspel en Benningbroek).

Deze steden hebben stadsrechten in de klassieke betekenis, dus als onderdeel van het publiekrechtelijke systeem dat sinds de Middeleeuwen bestond. Een puur juridisch begrip dus, ook al vond men ver voor 1800 al dat de plattelandssteden geen ‘echte’ steden waren. Dan moest bijvoorbeeld ook aan een aantal economische voorwaarden worden voldaan. Maar de plattelandssteden vormden wel degelijk allemaal een eigen rechtsgebied met hoge rechtsmacht, net als bijvoorbeeld Hoorn, Enkhuizen, Medemblik etc.

De indeling van 1414 heeft maar kort bestaan. In 1426 werd een aantal plattelandssteden bestraft door Filips van Bourgondië wegens hun deelname aan een aanval op Hoorn. De stede Wognum verdween definitief van het toneel. De vier dorpen werden aan het rechtsgebied van de stad Hoorn toegevoegd, ook al behielden zij uiteraard wel hun eigen dorpsbesturen. De steden Abbekerk en Sijbekarspel zouden hun privileges wel terugkrijgen. Hoogwoud en Aartswoud werden echter in 1429 van de ‘heerlijkheid West-Friesland’ afgesplitst en als aparte hoge heerlijkheid in leen gegeven aan een bastaardbroer van Jacoba van Beieren. Kreeg een heer of vrouwe een hoge heerlijkheid in leen van de landsheer, dan kreeg hij of zij daarmee het recht om eventueel zelf een stadsrecht aan zijn heerlijkheid te geven. De landsheer kon dat dan niet meer zelf doen. En dat is precies wat we zien met Hoogwoud en Aartswoud. In 1429 kregen zij meteen een nieuw stadsrecht van hun heer. Sindsdien spreekt men in de archiefstukken van de ‘stede en heerlijkheid Hoogwoud en Aartswoud’. Ook de stede Spanbroek verloor haar stadsrechten. De dorpscombinatie Spanbroek-Opmeer-Obdam-Hensbroek werd in 1429 als hoge heerlijkheid in leen gegeven aan ridder Arend van Gent. Dit leen zou uiteindelijk echter uit elkaar vallen. Het begon toen Arend van Gent door geldproblemen zijn rechten moest verkopen. Hij deed dit in 1434 aan een driemanschap, die de dorpen onderling verdeelden. Jan van Zwieten ‘kreeg’ Opmeer, Jan van der Boekhorst kreeg Spanbroek en Goeswijn Michielsz kreeg Obdam en Hensbroek. Goeswijn Michielsz verkocht zijn dorpen in 1438 alweer aan Jan van der Boekhorst, die nu dus drie van de vier dorpen bezat. Nota bene: in leenrechtelijke zin bestond de dorpscombinatie Spanbroek-Opmeer-Obdam-Hensbroek nog steeds, het recht om het leen te splitsen was voorbehouden aan Filips van Bourgondië! In 1439 werd de zaak nog ingewikkelder. Jan van der Boekhorst deed toen afstand van de hoge heerlijkheid van zijn dorpen, in ruil waarvoor Filips van Bourgondië hem de lage heerlijkheid Noordwijk schonk. Jan van der Boekhorst bleef wel in het bezit van de lage heerlijkheid van Spanbroek, Obdam en Hensbroek, maar had nu bijvoorbeeld niet meer het recht om de dorpen eventueel hun stadsrechten samen met Opmeer terug te geven. Dit alles volgt een ijzeren juridische en bestuurlijke logica, al is het voor de moderne lezer misschien moeilijk te doorgronden. Maar alleen zo valt te begrijpen wat er vervolgens in 1456 gebeurt. In dat jaar worden door Filips van Bourgondië, landsheer, maar tevens heer van Spanbroek, Obdam en Hensbroek, twee nieuwe plattelandssteden gevormd:

- Spanbroek

- Obdam-Hensbroek

Blijkens de privileges (het origineel van Spanbroek is bewaard gebleven in het Westfries Archief, de tekst van Obdam en Hensbroek zit in het Nationaal Archief) heeft Filips Jan van Zwieten nog benaderd voor de mogelijkheid om de oude stede Spanbroek in ere te herstellen. Jan van Zwieten ging hiermee echter niet akkoord, omdat hij ‘het recht van Opmeer voor zichzelf wil houden’. Geen reanimatie van de stede Spanbroek dus, maar wel de vorming van een nieuwe stede Spanbroek, die dit keer territoriaal overeenkwam met dorp en banne Spanbroek.

Pas in 1475 werd ook de gecompliceerde leenrechtelijke toestand uit de wereld geholpen. Jan van Zwieten (hij leefde nog steeds!) en een zoon en een kleinzoon van Jan van der Boekhorst kregen toen toestemming van hertog Karel (de Stoute) van Bourgondië, de zoon van Filips, om het oorspronkelijke leen Spanbroek-Opmeer-Obdam-Hensbroek te splitsen in drie nieuwe heerlijkheden:

- Spanbroek

- Opmeer

- Obdam-Hensbroek

De nieuwe leenrechtelijke situatie werd dus aangepast aan de bestuurlijke en gerechtelijke praktijk. Deze stede Spanbroek is tot 1811 blijven bestaan. De stede Obdam-Hensbroek is vanwege onderlinge onenigheid uiteengevallen in twee aparte plattelandssteden. Karel V verleende hiertoe in 1544 toestemming. Sindsdien bestond er dus een afzonderlijke stede Obdam en een stede Hensbroek. Ook Opmeer heeft op enig moment stadsrechten gekregen. Wie daaraan twijfelt, hoeft alleen maar een kijkje te nemen in het Westfries Archief. Het is alleen niet precies bekend welke heer wanneer het benodigde privilege heeft verleend. Wel staat vast dat Spanbroek en Opmeer nooit een gezamenlijk stadsrecht hebben gehad, zoals Obdam en Hensbroek, Sijbekarspel en Benningbroek, Venhuizen en Hem, en Hoogwoud en Aartswoud.

Tenslotte nog dit. Het kan niet voldoende benadrukt worden, dat de door stadsrechten gevormde dorpscombinaties weliswaar voor de rechtspraak samenwerkten in gezamenlijke stedelijke instellingen zoals de schepenbank. Maar zij bleven als dorp binnen het stedelijk verband functioneren als zelfstandige bestuurlijke eenheden. We zien dit bijvoorbeeld in de dijkzorg en polderbestuur. Dorpen hadden ieder hun eigen vertegenwoordigers in dijks- en polderbesturen, en van onderlinge of ‘stedelijke’ bemoeienis was geen sprake. Dorpen hadden hun eigen regenten en een eigen dorpskas, waaruit bijvoorbeeld de plaatselijke schoolmeester werd betaald. Niet de plattelandssteden waren dan ook de rechtstreekse voorlopers van de moderne gemeenten, nee, dat waren de dorpen (of bannen).

De Bataafse Omwenteling maakte weliswaar een einde aan veel oude privileges, maar de rechterlijke indeling bleef grotendeels bestaan. Wel maakten sommige dorpen van de gelegenheid gebruik om zich van een rechtsgebied af te scheiden en nieuwe plattelandssteden te vormen.

Afgescheiden van Hoorn:

- stede Berkhout en Wognum c.a. (Berkhout, Grosthuizen, Avenhorn, Oostmijzen, Wognum, Nibbixwoud en Hauwert

- stede Wadway

Afgescheiden van Medemblik:

- stede Wervershoof c.a. (Wervershoof en Hoog- en Laag-Zwaagdijk)


De nieuwe plattelandssteden werden echter in 1803 en 1804 alweer ontmanteld op last van het Departementaal Bestuur van Holland. De oude toestand werd hersteld. Nog altijd bestond de oude structuur van dorpen die op zichzelf of gezamenlijk een rechtsbank hadden, bestaande uit vertegenwoordigers van alle deelnemende dorpen. Die dorpen werden overigens vanaf ca. 1803 aangeduid als ‘gemeenten’. In maart 1811 werd dan eindelijk de Franse wetgeving ingevoerd, die ondermeer een nieuwe rechterlijke indeling behelsde. De middeleeuwse stadsrechten verloren daarmee hun juridische waarde en werden tot een dode letter. Dat geld niet alleen voor de plattelandssteden, maar ook de ‘echte’. Dat die laatste nog altijd aanspraak maken op de titel ‘stad’ heeft dus niets te maken met de oorspronkelijke publiekrechtelijke betekenis van het begrip.

Als u precies wilt weten welke rechtsgebieden er in oostelijk West-Friesland precies zijn geweest, kijk dan op www.westfriesarchief.nl (klik op ‘werkgebied’ en kijk dan onder ‘rechtsgebieden’). Hier vindt u kaartjes, maar ook een tabel met alle veranderingen van de middeleeuwen tot en met 1811. Daarnaast zijn er kaartjes (klik op ‘werkgebied’ en kijk dan onder ‘gemeenten’) en een tabel van alle dorpen/gemeenten die ooit hebben bestaan. De begripsverwarring over Spanbroek en Opmeer komt mogelijk door de samenvoeging van deze twee gemeenten met ingang van 1812, een fusie die overigens per 1 januari 1817 alweer ongedaan werd gemaakt. Met stadsrechten heeft dit echter niets te maken.

Er bestaan diverse lemma's (bijvoorbeeld Grootebroek en Abbekerk) waarin wordt verklaard dat plaatsen nu nog altijd 'stadsrechten' hebben. Het moge duidelijk zijn dat dit niet juist is. Maar de historische privileges zijn natuurlijk zeker het vermelden waard, ook in wikipedia.


Dank voor deze bruikbare reactie, dit kan wel eens belangrijk zijn in de mogelijk toekomstige terugkeer van een artikel over de stede Spanbroek en verbetering van de andere steden. U kunt inderdaad als u wilt een kopje van bibliografie aanmaken alhier, dat lijkt me welkome aanvulling om bepaalde feiten te ondersteunen en om het alles na te kunnen pluizen.. Dolfy 29 sep 2008 13:36 (CEST)

Heden of verleden?[bewerken | brontekst bewerken]

Evenals de stede Grootebroek is deze 'stad' een historische bestuurlijke eenheid die momenteel niet meer bestaat. Het lemma zal dus herschreven moeten worden wat mij betreft. KKoolstra 12 aug 2008 11:06 (CEST)

Waarom plaats je er wiu op? Verder stel ik voor eerst een algemene discussie te starten op bij voorbeeld overleg:Lijst van Nederlandse plaatsen met stadsrechten, of Overleg:Stadsrechten... En deze te vermelden op Wikipedia:Overleg gewenst per artrikel deze zaak aan proberen te pakken levert alleen maar scheve situaties op... Dolfy 12 aug 2008 15:26 (CEST)
Ik heb de vraag nog eens gesteld, zie [1]. Vriendelijke groeten, -rikipedia 12 aug 2008 23:07 (CEST)

verzoek om gedane beweringen met broncitaten te onderbouwen[bewerken | brontekst bewerken]

Geachte collegae, Dit lemma is voorgedragen ter verwijdering. zie Wikipedia:Te verwijderen pagina's/Toegevoegd 20080813#Toegevoegd 13/08: Deel 4
Ik onderschrijf geheel de visie van rikipedia:

"Zie Gertjan, momenteel misleidend en surrealistisch artikel. Drie mogelijkheden : (a) ofwel laat men toe dat dit lemma beschreven wordt als een historisch rechtsgebied (daarover is wel consensus); (b) ofwel bevestigt men de claim dat "Opmeer en Spanbroek" een hedendaagse Nederlandse stad is met externe bronnen ; (c) indien geen van beide mogelijk is, verwijderen. Vriendelijke groeten," - rikipedia 15 aug 2008 08:42 (CEST) [2]

Volgens Misja Speur, Pjetter en Quistnix is de inhoud van dit lemma correct. Ik verzoek hen vriendelijk de volgende zinnen alle met een broncitaat uit een wetenschappelijke publicatie te onderbouwen. Bij voorbaat heel veel dank!

Opmeer en Spanbroek (Westfries: Opmar en Spanbroek) is een stad in de gemeente Opmeer, in de Nederlandse provincie Noord-Holland.
De naam Opmeer en Spanbroek wordt gebruikt als duiding voor de dorpenstad die bestaat uit de dorpen Opmeer en Spanbroek.
De plaatsen kregen als één plaats in 1414 stadsrechten.
De stad wordt echter vaak niet als één stad gezien, maar als twee dorpen die stadsrechten hebben.
Dit komt door het feit dat beide plaatsen niet echt een stedelijke uiterlijk hebben en de twee dorpen vaak niet samen worden genoemd als men het over de stadsrechten heeft.
Daarnaast werd soms ook alleen de naam Opmeer gebruikt voor de stad.

Een werk dat zeker waard is om geraadpleegd te worden is Cox, J.C.M. (2005): Repertorium van de stadsrechten in Nederland, Stichting tot uitgaaf der bronnen van het oud-vaderlandse recht, Den Haag. Zinvolle informatie is ook te vinden op Overleg:Broek (stede). Veel succes ermee! vriendelijke groet S.Kroeze 15 aug 2008 15:16 (CEST)

Uit de archieven opgedoken[bewerken | brontekst bewerken]

Met dank aan Google Books heb ik het volgende gevonden in het boek Verslagen omtrent 's rijks oude archieven (door Algemeen Rijksarchief, Netherlands - 1901 - 279 pagina’s)

"In 1413 werd door Hertog Willem van Beieren het Baljuwschap van Medemblik opgeheven en het grootste gedeelte van het platteland In dat kwartier verdeeld in zeven Schoutambten, elk meerdere dorpen omvattende. Een er van was Spanbroek, dat met Obdam, Hensbroek en Opmeer voortaan ééne Stede, met den naam Spanbroek, zou vormen. Bij een handvest van 2 Februari 1414 werd aan elk dier Schoutambten, en dus ook aan Spanbroek, het stadrecht van Schellinkhout gegeven. In dien tijd beteekende het verheffen van verzamelingen van vrij uitgebreide landgemeenten met verschillende dorpen tot Stad, eenvoudig de oprichting eener zelfstandige hooge Vierschaar.
In 1426 verloor ook Spanbroek, dat deelgenomen had aan de weerspannigheid der West-Friezen, al zijne privilegien, handvesten, vrijheden, rechten en werd dus door Hertog Philips van Bourgondië geducht gestraft (2). De Graaf van Holland was tot dien tijd hun Heer want vóór de 15e eeuw vindt men geene heerlijkheden vermeld. Doch een der belangrijkste veranderingen, in afwijking van de politiek der vroegere graven door Hertog Philips tot stand gebracht, was de vestiging van talrijke heerlijkheden, vroeger in West-Friesland onbekend, maar nu gevormd, ook ten behoeve van de heervoerders, die den opstand hadden gedempt."

Op de site www.oudobdam-hensbroek.nl vond ik soortgelijke informatie:

"Obdam en Hensbroek maakten tot mei 1475 deel uit van de heerlijkheid Spanbroek - Opmeer - Obdam - Hensbroek. Deze heerlijkheid was een natuurlijke opvolger van de “stede Spanbroek”, bestaande uit dezelfde vier dorpen. De stede Spanbroek was op 2 februari 1414 gevormd door Willem VI van Beieren, maar zou slechts korte tijd bestaan. In 1426 werden de privileges verbeurd verklaard door hertog Filips van Bourgondië nadat deze een rebellie van Kennemers en West-Friezen (voor de poorten van Hoorn) had neergeslagen." [3]

In het artikel staat echter:

"De naam Opmeer en Spanbroek wordt gebruikt als duiding voor de dorpenstad die bestaat uit de dorpen Opmeer en Spanbroek. De plaatsen kregen als één plaats in 1414 stadsrechten. "

Dat laatste lijkt dus onjuist omdat het volgens de twee geciteerde bronnen ging om 4 dorpen die als "stede Spanbroek" stadsrechten kregen. Verder wordt in het artikel gesteld dat 'Opmeer en Spanbroek' ook nu (anno 2008) nog een stad zouden zijn terwijl beide bronnen melden dat 'stede Spanbroek' in 1426 al de stadsrechten verloor. Bovendien, als die rechten niet veel meer waren dan de "oprichting eener zelfstandige hooge Vierschaar" dan kun je anno 2008 toch niet echt meer spreken van een stad aangezien die "hooge Vierschaar" al lang niet meer bestaat. Het is sowieso vreemd om na medio 19e eeuw te spreken over stadsrechten gezien de invoering van de Gemeentewet van 29 juni 1851 die een logisch voortvloeisel was van de herziening van de Nederlandse Grondwet in 1848.

Dat die stadsrechten al in een vroeg stadium niet meer van toepassing waren lijkt ook bevestigd te worden door documenten die BoH en Paul B vermelden in de discussie betreffende de verwijderingsnominatie van dit artikel. [4] - Robotje 20 aug 2008 16:07 (CEST)

Even een kleine aanvulling: bovenstaande informatie (hoewel deels uit een andere bron) was ook aanleiding voor mijn eerste wiu nominatie. Verder naspeuren leverde echter op dat Spanbroek en Opmeer al vrij snel naar het verlies van hun stedelijke priviléges weer (deels?) in hun oude rechten werden hersteld, waarbij het gebied werd gesplitst in de 'Stede en heerlijkheid Obdam' en de 'Stede en heerlijkheid Spanbroek' (waartoe Opmeer ook behoorde). Intussen was het gebied zover ik begrijp van de historische website die ook door Robotje is aangehaald [5] inmiddels aan een edelman in leen gegeven, in neem aan dat daarom het Westfries archief spreekt van 'stede en heerlijkheid' ipv alleen stede. Mij is onduidelijk in hoeverre er dan nog van 'stadsrechten' kan worden gesproken voor de dorpencombinatie Opmeer - Spanbroek. Verder vermoed ik, maar dat moet ik nog eens uitzoeken als ik tijd en zin heb, dat ook deze dorpencombinatie in de Bataafse tijd is opgeheven en dat daarmee de 'stede en heerlijkheid Spanbroek - Obdam) is geliquideerd. De archieven (zie [6] van het 'bestuur der stede Spanbroek' eindigen in 1795. Ik vermoed dat toen de twee dorpen als afzonderlijke municipaliteiten zijn verder gegaan, totdat deze in 1811 weer per keizerlijk decreet zijn samengevoegd (ik baseer me nog steeds op de inventarisbeschrijvingen van het Westfries archief).
Mijn conclusie: deze dorpen zijn nooit een stad geweest, maar hebben wel een stedelijke bestuursvorm gekend. Dit is echter in de Bataafse tijd opgehouden te bestaan en daarmee is de 'stad' Spanbroek/Opmeer geschiedenis. Om het te beschouwen als bestaande stad is mi net zo onzinnig als Reimerswaal te beschouwen als bestaande stad. KKoolstra 20 aug 2008 22:47 (CEST)
Naar aanleiding van de link die KKoolstra hierboven gaf heb ik wat gespit in dat digitale archief. Ik vond daar over het verkrijgen van de rechten op 2 februari 1414:
"Willem Hertoge in Beyeren bepaalt dat de dorpen Spanbroek, Opmeer, Hensbroek en Obdam, zoo wijd als hunne bannen gaan, eene vrijheid en ééne Stede wezen zullen geheeten Spanbroek, schenkt hen verschillende voorrechten en bepaalt ook, dat deze nieuwe stede Spanbroek dezelfde handvesten, vrijheden en rechten zal hebben als aan Schellinkhout gegeven zijn. Gegeven inden Hage op Onzer Vrouwen dach purificacio int jair ons Heren dusent vierhondert ende dertien. " [7]
Er hoeft dus geen twijfel meer te bestaan dat de stede waar het hier over gaat gevormd werd uit vier i.p.v. twee dorpen en daarnaast dat de naam van die stede geen 'Opmeer en Spanbroek' was maar 'Spanbroek'. KKoolstra heeft het hierboven over het gedeeltelijk terugkrijgen van rechten. Uit een document gedateerd 20 december 1456 staat over dat 'terugkrijgen':
"Phillips Hertoge van Bourgoingnen, geeft aan Spanbroek, dat zijn deel betalen wil in eene aan Kennemerland en West-Friesland opgelegde boete van 20000 schilden, de rechten, privilegiën en handvesten terug, aan die stede A° 1426 door den Graaf afgenomen toen de poorters gewapenderhand opgetrokken waren tegen Hoorn; het destijds ingestelde haardstedengeld wordt afgeschaft en het bevel om tien poorters van Spanbroek aan den Graaf uit te leveren, ingetrokken. Spanbroek, oudtijds ééne stede vormende niet Obdam, Hensbroek en Opmeer, zal voortaan voor zich alleen een gerecht mogen kiezen, omdat Opmeer onderwijl is uitgegeven aan Jan van Swieten, die niet bereid bevonden wordt, den ouden toestand weder in het leven te roepen. Ook belooft de Graaf voor zich en voor zijne nakomers, Spanbroek in hooge noch lage jurisdictie nimmer te zullen weggeven, verkoopen, verzetten of vervreemden, maar alleen van zijnentwege te doen regeeren en berechten. Indien ooit daartegen gehandeld wordt, zullen die van Spanbroek den nieuwen Heer geene gehoorzaamheid schuldig zijn. Gegeven inden Hage den xxn dach in December int jaer ons Heren Duysent vierhondert zesse ende vijftich. " [8] (onderstreping toegevoegd)
Dus het dorp Spanbroek mocht 30 jaar na het verlies van de stadsrechten die rechten 'terugkopen', maar dat ging niet op voor Opmeer. - Robotje 21 aug 2008 09:53 (CEST)
Mijn complimenten voor het uitzoekwerk, Robotje! Zo te zien had ik ten onrechte geconcludeerd dat Spanbroek en Opmeer nog samen bleven. De 'stede en heerlijkheid Spanbroek' bestond blijkbaar alleen nog uit Spanbroek, niet Opmeer. Ik begin me nu echt af te vragen waar dit lemma op is gebaseerd... KKoolstra 21 aug 2008 15:58 (CEST)
Omdat sommige collega's moeilijk te overtuigen lijken dan nog maar een bron (Als het gewelt comt ... Politiek en economie in Holland benoorden het IJ, 1500-1800. Hilversum, Uitgeverij Verloren, 1995, ISBN 9065503927):
"In het voorjaar van 1414 besloot Willem VI tot een totale reorganisatie van het oude oosterbaljuwschap van West-Friesland. De dorpen in dit gebied werden in zeven nieuwe schoutambten ondergebracht. Ieder schoutambt kreeg stadsrechten.8 ... 8. Die nieuwe schoutambten waren Westwoud, Hem, Spanbroek, Hoogwoud, Abbekerk, Wognum en Sijbekarspel."
Dus aan al die 7 nieuwe schoutambten werd begin 1414 stadsrechten gegeven en zoals al uit een eerder citaat blijkt bestond het schoutambt Spanbroek uit de dorpen Spanbroek, Obdam, Hensbroek en Opmeer. - Robotje 25 aug 2008 14:48 (CEST)

Stadsheerlijkheid[bewerken | brontekst bewerken]

Kan iemand het lemma Stadsheerlijkheid invullen? Pjetter 21 aug 2008 21:47 (CEST)

Wat een stadsheerlijkheid is weet ik niet. De archiefbeschrijvingen van het Westfries archief spreken van 'stede en heerlijkheid' voor Spanbroek en 'heerlijkheid' voor Opmeer. Stede en heerlijkheid zal neem ik aan betekenen dat zowel een zekere zeggenschap van de heren van Spanbroek werd gehandhaafd als zekere stedelijke privileges (dus een zekere onafhankelijkheid). Maar dat is eigen interpretatie en ik ken geen goede bronnen om deze situatie goed te kunnen interpreteren. KKoolstra 22 aug 2008 12:05 (CEST)

Samenvatting argumentatie[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Ik geloof dat we het er min of meer over eens zijn dat het hebben of hadden van stadsrechten in de huidige tijd niet bepaalt of een plaats een stad is of niet. Een duidelijke definitie zoals in Zwitserland (plaatsen met meer dan 10'000 inwoners) lijkt er in Nederland niet te zijn. Dus is het zijn of nietzijn van een stad een grijs gebied.
  2. Ik geloof ook dat we het erover eens zijn dat een aantal plaatsen, waaronder Opmeer en Spanbroek, in het verleden stadsrechten hebben of gedurende een bepaalde tijd hebben gehad. Volgens deze bron zijn dat er twee (Opmeer en Spanbroek). Echter deze bron meldt alleen Spanbroek. En deze bron en deze bron suggereren 4 (Spanbroek - Opmeer - Obdam - Hensbroek).
  3. Gesproken wordt in diverse bronnen van een stad, stadsheerlijkheid (tegenover heerlijkheid) of van schoutambten: de invulling van die lemma's lijkt me vrij bepalend voor de oordeel over dit artikel (ik weet tenslotte niet wat de verschillen/overeenkomsten enzovoort zijn).

Vooralsnog vermoed ik dat het artikel bestaansrecht heeft, maar niet in de huidige vorm:

  1. Ten eerste dient duidelijk gemaakt te worden dat het artikel in historisch perspectief gezien dient te worden
  2. Ten tweede, vermoed ik maar dat is eigenlijk niet duidelijk, dat het gaat over 4 dorpen: Spanbroek - Opmeer - Obdam - Hensbroek. En dan dient het artikel hernoemd te worden.

Het beste lijkt het om externe expertise aan te vragen, zoals het Westfries genootschap als de schijn hebbende gezaghebbenste bron, en hen te vragen wat ze van de artikelinhoud vinden. Dat dan toe lijkt het me beter om {{twijfel}} boven het artikel te zetten. Pjetter 25 aug 2008 08:53 (CEST)

De samenvatting zoals Pjetter die hierboven neerzette kan ik maar ten dele onderschrijven. Zoals hierboven uitvoerig met bronnen is aangetoond zijn meerdere kernzaken van het huidige al opgeschoonde artikel nog steeds onzin. Als je die onzin er ook uithaalt heb je een tekst waarvan de titel de lading niet meer dekt. Dan krijg je een artikel als "In 1414 kreeg het schoutambt Spanbroek bestaande uit de dorpen Spanbroek, Obdam, Hensbroek en Opmeer stadsrechten die het in 1426 al weer kwijtraakten en anno 2008 zijn Opmeer en Spanbroek twee dorpjes in de gemeente Opmeer die als gevolg van nieuwbouw aan het eind van de 20e eeuw aan elkaar vastgegroeid zijn."
Ik heb de aanmaker van het artikel gevraagd naar bronnen toen mij steeds duidelijker werd dat er tal van gezaghebbende bronnen zijn die tegenspreken wat de kern van het artikel vormen en daarmee dus ook het bestaansrecht van dit artikel moeten rechtvaardigen. Ik schreef daar "Hallo Dolfy, kun je aangeven welke bron(nen) je gebruikt hebt waaruit blijkt dat in 1414 de twee dorpen Opmeer en Spanbroek als één plaats onder de naam 'Opmeer en Spanbroek' stadsrechten kregen?" (zie Overleg gebruiker:Dolfy#Opmeer en Spanbroek - bron?). Hij gaf geen enkele specifieke bron, citaat of link waaruit blijkt dat die twee dorpen ooit als tweetal een stad vormden laat staan dat nu nog vormen anders dan een vermelding van "zoals bij allesopeenrij.com" Die laatste site is ook (afgezien van Wikipedia en wiki-klonen) de enige plek die ik ken waar staat dat die twee in 1414 samen stadsrechten kregen. Het is mij onduidelijk of ook allesopeenrij.com dat overgenomen heeft van Wikipedia of andersom. Maar hoe dan ook, het is intussen wel duidelijk dat die stadsrechten in 1414 verstrekt werden aan een viertal dorpen die samen de stede Spanbroek gingen vormen. Op die pagina van allesopeenrij.com [9] wordt m.b.t. dit artikel alleen "Opmeer en Spanbroek 1414" vermeld en dat is dus onjuist/incompleet. In reactie op de vraag naar bronnen schreef de aanmaker daarnaast "Verder uit de gebouwen die er staan (rechtsgebouwen)" wat riekt naar eigen onderzoek en bovendien kan het bestaan van die gebouwen moeilijk gebruikt worden om aan te tonen dat de twee dorpen in 1414 als tweetal stadsrechten gekregen hebben onder de naam 'Opmeer en Spanbroek'. Tenzij er natuurlijk een tekst ingehakt is of zo, waaruit dat blijkt maar dat vermeldt hij niet.
Als de aanmaker al niet in staat is om het bestaansrecht van het artikel met citaten en links te kunnen rechtvaardigen terwijl bronnenonderzoek door andere wikipedianen uitwijst dat er een hoop onzin in het artikel stond en staat, dan komt een oproep om het artikel voor de komende tijd toch te bewaren in de hoop dat externe deskundigen er nog iets van kunnen brouwen op mij nogal krampachtig over. - Robotje 26 aug 2008 07:22 (CEST)
De alhier verzamelde gegevens kunnen met zekerheid verwerkt worden in een artikel, de historische gebeurenis is een eigen artikel waar. Ik denk nu inderdaad dat de referentie van Dolfy onjuist is geweest. Ik heb bij Dolfy voorgesteld het artikel naar Spanbroek, Opmeer, Hensbroek en Obdam te hernoemen, maar Robotje suggereert dat een mogelijk betere naam is Stede Spanbroek. Wat zal het worden? Pjetter 26 aug 2008 15:29 (CEST)
Beste Pjretter, ik ben het in principe eens dat deze stede als historische lokale bestuursvorm met zijn eigen geschiedenis encyclopediewaardig is. Wat ik me wel afvraag of het gezien de beperkte informatie die zover ik weet beschikbaar is het praktischer is om deze stede een eigen lemma te geven, of dat de informatie kan worden verwerkt in één artikel over het fenomeen van de Westfriese 'stede'. Als het een apart artikel wordt, stel ik ook 'Stede Spanbroek' voor, zo ben ik het nl. consequent tegengekomen in de literatuur. KKoolstra 26 aug 2008 21:53 (CEST)
Overigens wijst Dolfy er op zijn overlegpagina op dat de Heerlijkheid die werd gevormd na de (deels?) tijdelijke ontneming van de stedelijke rechten als Heerlijkheid Spanbroek-Opmeer-Obdam-Hensbroek wordt aangeduid. Het is echter wel logisch om die periode ook mee te nemen in het artikel (anders gaat het over een wel erg korte periode...). Dat pleit eventueel weer voor een langere variant. Overigens kun je stede hier ook zien als verduidelijkend voorvoegsel (ik heb ook wel ergens stede alckmeir oid zien staan voor Alkmaar), dus Spanbroek-Opmeer-Hensbroek-Opdam o.i.d. zou ook een correcte titel zijn, maar naar mijn persoonlijke smaak wat te wanstaltig. KKoolstra 26 aug 2008 22:25 (CEST) De link: http://www.oudobdam-hensbroek.nl/artikel%20geschiedenis%20Heerlijkheid%20O&H.htm
Wat dan van Historische stad Spanbroek, Opmeer, Hensbroek en Obdam, dat dekt de lading helemaal. Pjetter 26 aug 2008 23:16 (CEST)
Die historische stad had de naam 'Spanbroek' wat aangeduid werd als een 'stede' en dan is 'Stede Spanbroek' dus beter. - Robotje 27 aug 2008 07:23 (CEST)