Gebruiker:Haaftjlv/KevinMcCarthy^APPEND

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Kevin Owen McCarthy, Bakersfield (Californië)], V.S. 26 januari 1965 is een Amerikaans politicus. Hij vertegenwoordigt het 23ste Congresdistrict van Californië in het Huis van Afgevaardigden in Washington D.C. Sinds 2014 is hij voorzitter van de Republikeinse fractie in het Huis.

Afkomst en opleiding[bewerken | brontekst bewerken]

McCarthy werd geboren in Bakersfield, Californie als zoon van huisvrouw Roberta Darlene (Palladino, 16-11-1940)[5]e en wijlen Owen McCarthy (1941-2000), assistent brandweercommandant. McCarthy is een vierde generatie afstammeling uit Kern County. Zijn grootvader van moeders kant was een Italiaanse immigrant. McCarthy is de eerste Republikein binnen zijn familie, terwijl zijn ouders leden waren van de Democratische partij. Hij studeerde aan de California State University] te Bakersfield, waar hij in 1989 een "Bachelor of Science" in Marketing verwierf en in 1994 een Master in Business Administration.

Politieke carriere[bewerken | brontekst bewerken]

McCarthy begon bij de staf van Congreslid Bill Thomas van 1987 tot 2002. In 1995 was hij voorzitter van de California Young Republicans. Vanaf 1999 tot 2001 was voorzitter van de Young Republican National Federation. Van eind 90er jaren tot 2000 was hij Thomas's districtsdirecteur.

McCarthy won zijn eerste verkiezing in 2000 als een Kern Community College District beheerder. Hij werd in 2002 gekozen in het parlement van de staat Californië. In 2003 werd hij daar gekozen tot fractieleider van de Republikeinen.

Bij de tussentijdse verkiezingen van 2006 werd McCarthy voor het 23ste Congresdistrict van Californië in het federale Huis van Afgevaardigden gekozen, waar hij op 3 januari 2007 aantrad als opvolger van Bill Thomas. Hij oefent zijn ambt in het Huis uit na na zeven herverkiezingen in de jaren 2008 t/m 2020. Zijn jongste termijn in het 117de termijn in het Congres loopt tot 3 januari 2023.

In het Congres was hij tussentijds tweemaal lid van de Financiele Commissie, alsmede lid van enkele subcommissies. Sinds 2011 was hij Whip van de Republikeinse meerderheidsfractie. In juli 2014 promoveerde hij tot fractieleider, nadat Eric Cantor zich had teruggetrokken.

Mislukte opvolging van Speaker John Boehner in 2015[bewerken | brontekst bewerken]

Op 28 september 2015 kondigde McCarthy aan zich kandidaat te stellen voor de opvolging van speaker Boehner. . Op 8 oktober trok McCarthy zich onverwachts terug. Aan de ene kant zag hij de rechtervleugel van de partij sterk groeien rond de House Freedom Caucus. Aan de andere moest hij al leidinggevende toegeven dat de Republikeinse Partij het parlementair onderzoek naar de Aanval op het Amerikaanse consulaat in Benghazi in september 2012'. had ingesteld om de kandidatuur van Hillary Clinton voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016 te beschadigen.[1]

Continuering fractievoorzitterschap in 2018[bewerken | brontekst bewerken]

McCarthy bleef fractievoorzitter en gold na de aankondiging door Speaker Paul Ryan, dat hij na de tussentijdse verkiezingen van 2018 zou terugtreden als favoriet voor Ryan's opvolging. Na het verlies van de meerderheid in het Huis door de Republikeinen van de verkiezingen van 2018 daagde de Tea Party-beweging -afgevaardigde Jim Jordan hem uit door zich als tegenkandidaat voor deze hoogste post in de minderheidspartij te kandideren. In november 2018 werd McCarthy met 159 tegen 43 stemmen verkozen tot fractievoorzitter.[2]

Trump-supporter[bewerken | brontekst bewerken]

McCarthy is sinds 2016 een uitgesproken supporter van Donald Trump.[3] Ook als minderheidsleider bleef McCarthy een trouwe bondgenoot van Trump, die de Republikeinse fractie verenigde in steun voor Trump en het afwijzen van de Eerste afzettingsprocedure tegen Donald Trump wegens het beinvloeden van de Oekraiense regering om zijn concurrent presidentskandidaat Joe Biden en diens zoon Hunter in diskrediet te brengen. McCarthy beperkte zich in dit opzicht niet tot passieve steun, maar onderhield ook contacten met sleutelfiguren uit Trumps entourage, waaronder Rudy Giuliani, Lev Pamas en Robert F. Hyde.[4]

Republikeinse minderheidsleider 2018-2024[bewerken | brontekst bewerken]

Afgevaardigde en complotdenker Marjorie Taylor Greene[bewerken | brontekst bewerken]

Evenals president Trump steunde McCarthy in 2020 Marjorie Taylor Greene, een Republikeinse kandidaat van noordwest Georgia voor het behalen van een zetel in het Huis van Afgevaardigden. Greene’s eerdere racistische en antisemitische commentaren en haar promotie van QAnon (een extreem rechtse samenzweringstheorie) was voor veel Republikeinen reden om zich van haar te distantieren. McCarthy ondernam geen stappen om Greene’s kandidatuur te verhinderen en liet ook na om haar opponent te steunen in de Republikeinse voorverkiezing. Nadat Greene was voorgedragen voor de zetel hekelde hij wel haar ranzige samenzweringsverhalen en zei hij: “Er is geen plaats voor QAnon in de Republikeinse partij” en Greene heeft zich gedistantieerd van haar vroegere uitspraken”.[5].[6].[7] Op 4 februari besloot het Huis in reactie op in het verleden door haar gedane oproepen om Congresleden gewelddadig te bestoken, Greene correctief te ontheffen van al haar commissietaken.[8]

Digitale stemming wegens COVID-19[bewerken | brontekst bewerken]

In mei 2020 begon McCarthy met een aantal Republikeinse tijdens de COVD-19-pandemic een rechtsgeding om tegen te houden dat het Huis van Afgevaardigden zou toestaan dat de afgevaardigden op afstand stemmen, een maatregel die was voorgesteld door voorzitter Nancy Pelosi om verspreiding van het virus in het Capitool tegen te gaan.[67][68] McCarthy en andere klagers claimden dat er een quorum van leden fysiek in de Kamer aanwezig moest zijn om zaken te kunnen doen. Pelosi verdedigde de maatregel als openbare gezondheidsmaatregel en wees op het grondwettelijke uitgangspunt dat elke Kamer van het Congres zijn eigen procedurele regels bepaalt.[68] In augustus 2020 verwierp een federale rechter McCarthy’s geding tegen Pelosi, besluitend dat het Huis "absolute" immuniteit bezit tegen civiele aanklachten” op grond van de grondwettelijke “Speech or Debate Clause”.[9]

Adhesie aan Trumps gefabriceerde verkiezingsfraude 3 november 2020[bewerken | brontekst bewerken]

In november 2020 in de nasleep van de presidentsverkiezing hield McCarthy in Laura Ingraham’s televisieshow valselijk vol "dat President Trump de verkiezingen won", daarmee Trump’s eigen claim echoeend, terwijl hij wist dat in diverse staten de stemmen nog werden geteld.[69][70] McCarthy insinueerde dat grootscheepse kiezersfraude ertoe zou leiden dat Trump zou verliezen: "Ik zeg tegen iedereen die luistert: "Wees niet gerust". "Blijf hierover niet stil. We kunnen dit niet zienderogen laten gebeuren."[71]

In december 2020 was McCarthy één van126 Republikeinse Congresleden, die zich juridisch probeerden te voegen in het geding Texas versus Pennsylvania, bij het Hooggerechtshof aangespannen door de staat Texas om de uitslag van de presidentsverkiezingen in 2020 te bestrijden, waarin kandidaat Joe Biden zou hebben gezegevierd en in which prevailed[72] over de zittende president Donald Trump. Het Hooggerechtshof verklaarde de zaak niet ontvankelijk, omdat Texas de in artikel III van de Grondwet vereiste status mist om de resultaten van de verkiezingen in andere staten aan te vechten.[10]

Voorzitter van het "Huis" Nancy Pelosi gaf een verklaring uit waarin het zich juridisch voegen in de rechtszaak door McCarthy en consorten een daar van verkiezingsondermijning wordt genoemd." Aansluitend berispte Pelosi hen.t: "De 126 Republikeinse die het verzoekschrift ondertekenden beschadigden de eer van het Huis van Afgevaardigden: In plaats van hun ambtseed op de Grondwet na te komen en te verdedigen, kozen zij ervoor de Grondwet te ondermijnen en het publieke vertrouwen in onze kostbare democratische instituties te schenden.

Congreslid voor New Jersey Bill Pascrell vroeg aan Pelosi, het derde lid van het 14de amendement citerend, McCarthy en zijn Republikeinse medestanders de zitting in het "Huis" te ontzeggen. Pascrell's arumentatie luidde: "de tekst van het 14e amendement verbiedt Congresleden uitdrukkelijk deel te nemen aan rebellie tegen de Verenigde Staten. "[78] Proberen om een democratische verkiezing omver te werpen en een dictator te installeren is daarvan duidelijk voorbeeld. Op 6 januari 2021 stemde McCarthy ervoor om de certificatie van president-elect President-elect Joe Biden in te trekken.[11]

Privé[bewerken | brontekst bewerken]

McCarthy en zijn vrouw Judy hebben twee kinderen. Ze wonen hun leven lang in Bakersfield. Hij is een voormalig bestuurslid van de Community Action Partnership of Kern.

In oktober 2015 werd McCarthy er intern van beschuldigd een affaire te hebben met afgevaardigde Renee Ellmers.[158.] Dit gebeurde enkele dagen voordat hij zich terugtrok uit de race voor "Speaker of the House". Beiden ontkenden de aantijgingen.[12]

In oktober 2018 publiceerde de Los Angelos Times uitgebreid over een onderzoek naar Vortex Construction, het bedrijf van McCarthy's zwager William "Bill" Wages, dat sinds 2000 in totaal 7,6 miljoen dollar uit onderhandse en andere overheidscontracten incasseerde. De federale opdrachten betreffen voornamelijk bouwprojecten voor Marine-complexen in McCarthy's basisdistrict, Bakerfield. Elke vorm van belangenverstrengeling wijst hij van de hand.[13]