Naar inhoud springen

Gebruiker:HuybreghtsKoen/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De Reuskens van Borgerhout zijn 4 zogenoemde dwergreuzen. Hun namen zijn Reus, Reuzin, Dolfijn en Kinnebaba. Ze dansen op een triomf- of reuzenwagen, voortgetrokken door twee paarden. Vooraan staat de dansmeester en tevens dirigent van vijf muzikanten, welke op één rij achteraan de reuzenwagen zitten. Daartussen dansen de vier Borgerhoutse Reuskens. Ze zijn ontstaan in 1712 en komen sinds dan minstens een keer per jaar samen buiten tijdens de Borgerhoutse ‘Reuzenstoet’. De Reuskens mogen in slechts zeer uitzonderlijke gevallen buiten Borgerhouts grondgebied treden.

In 1536 werd een kapel ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Victorie (Later: Onze-Lieve-Vrouw Ter Sneeuw) op het Borgerhoutse Laar ingewijd. Bij dit feest hoorde een kermis en een optocht die sinds dan jaarlijks doorgaat. Om deze optocht mooier te maken werd in 1712 de opdracht gegeven om verschillende figuren toe te voegen. In 1712 zijn dat Reus en Reuzin, een jaar later Dolfijn en Kinnebaba. In 1722 wordt een dansmeester aan het gezelschap toegevoegd. Een zekere Alexander Pluskens ontwierp de 4 figuren, mandenvlechter Kos de lichamen. De hoofden waren van pijpaarde, de lichamen van wilgenriet.

Om de Reuskens en de andere delen van de optocht onder te brengen bouwde men in 1713 een soort schuur. Dat werd later het Reuzenhuis.

Vroeg in hun bestaan (1723-1726) werd de ommegang verboden door de Antwerpse Heer. Er was een overlapping met de Sint-Laurentinusviering. Er diende een rechterlijke uitspraak te komen om het geschil op te lossen. Die werd gevonden door beide evenementen andere datums te geven. Ook Jozef II, onder invloed van de Verlichting, verbood de Reuskens hun traditie (1786-1790). Onder de heerschappij van de Franse Revolutie mochten de Reuskens wel uitgaan, in tegenstelling tot de katholieke processies. Ook tijdens de Eerste Wereldoorlog verbood de Duitse bezetter de stoet.

Er waren ook hoogtepunten: in 1836 werd de Gemeente Borgerhout losgemaakt van Deurne. Dit ging gepaard met het oprichten van een ‘reuzengezelschap’.

Recenter werden in 1962 (250 jarig bestaan) en 2012 (300 jarig bestaan) spectaculaire stoeten georganiseerd. Om een continuïteit te voorzien in ontwikkeling en vervlechting met het Borgerhoutse socio-culturele leven werd in  2014 de vzw ‘De Reuzen’ opgericht. Vanwege de eeuwenlange geschiedenis van de Reuskens weerspiegelt hun bestaan in menig opzicht ook de geschiedenis van Borgerhout.

Reusdragers en de 4 verschillende figuren

[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf een bepaald moment bestonden de reusdragers (zij die onder de poppen dansen) uit twee families die de traditie van vader op zoon doorgaven. In 2014 besloten die hun ontslag te geven. Sinds dan bestaat de reuzendragersgroep uit een 8-tal mensen. De enige voorwaarde is dat ze in Borgerhout geboren zijn, wonen of gewoond hebben.

De namen van de Reuskens zijn: Reus, Reuzin, Dolfijn en Kinnebaba. Er is weinig met zekerheid bekend over het ontstaan van deze namen. Ze zijn in ieder geval niet ouders (Reus en Reuzin) en kinderen Dolfijn en Kinnebaba. Hendrik Conscience vertelt in zijn eerste Nederlandstalige gedicht dat ze alle vier kinderen van Lange Wapper zouden zijn.

De Reuskens dansen op live-muziek, gespeeld door vijf muzikanten die mee op de reuzenwagen in de stoet rijden.

Het zijn drie verschillende dansjes met een erg herkenbaar wijsje. De dansstijl is gebaseerd op een menuet, met verschillende bewegingen als huppelen, om de as draaien, elkaar de hand geven, buigen, wiegen, ...

Het reuzen-deuntje wordt elk kwartier op de beiaard van het Borgerhout Districtshuis gespeeld. ,;.

De traditie wil dat de Reuskens nooit het grondgebied van Borgerhout mogen verlaten, mits speciale toestemming van de Districtsraad. Er zijn 3 gevallen bekend: in 1889 naar Parijs voor een liefdadigheidsoptreden, in 1976 (Brussel, viering 25 jaar Koning Boudewijn) en 1990 (60-40 viering, ook Koning Boudewijn).