Naar inhoud springen

Gebruiker:Jaap Bruynzeel/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Jaap (Jacob Pieter) Bruynzeel (1911-2001)

Oprichter van Bruynzeel’s Scheepvaart- en Bergingsbedrijf N.V. - Alg. Techn. Direkteur Bruynzeel Zaandam

Leven en werk

Persoonsgegevens[bewerken | brontekst bewerken]

Geboren te Rotterdam op 29/1/1911 - overleden te Malle (België) 9/6/2001

Gehuwd met Elisabeth (Lot) Mohr op 12/1/1939 te Veur (Leidschendam). Geboren 12/2/1915 te 's-Hertogenbosch en overleden 23/2/1982 te Palma de Mallorca.

Op 1 september 1945 kregen Jaap en Lot een zoon, Jacob Pieter (Jaap). Hun tweede zoon (Marius) zou de geboorte enkele jaren later - eveneens in het Sophia Kinderziekenhuis te Rotterdam – slechts kort overleven.

De Bruynzeel familiegeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De familie Bruynzeel stamt oorspronkelijk uit Tholen (Zeeland).

De stamvader is ene Jan Bruynzeel geboren te Vosselaar (Belgisch Brabant) ca. 1600, begraven te Herentals op 1/2/1646.

Een zestal generaties later wordt Cornelis (Kees) Bruynzeel geboren op St. Annaland op 25/8/1842.

Cornelis (Kees) Bruynzeel trouwt op 17 augustus 1871 te Rotterdam met Magdalena Cornelia de Haas, dochter van Cornelis de Haas. Cornelis de Haas is de oprichter van de Timmerfabriek Firma C. De Haas te Rotterdam.

Zij krijgen zes kinderen :

  1. Cornelis (Cees) – Rotterdam 28/1/1875 - Voorburg 2/10/1956
  2. Willem – Rotterdam 31/10/1873 – Loosduinen 15/1/1918 – schilder
  3. Jacob Pieter – Rotterdam 28/6/1876 – Veur (Leidschendam) 13/7/1926
  4. Tannetje Wilhelmina – Rotterdam 23/6/1878 – Vlissingen 12/11/1973
  5. Sophia Johanna – Rotterdam 10/5/1872 – 5/8/1946
  6. Marius Eduard – Rotterdam 11/1/1881 – 15/11/1953

Op 26 jarige leeftijd werd Cornelis (Kees) Bruynzeel in 1868 opgenomen in het bedrijf van zijn schoonvader. Schoonvader en oprichter C. De Haas overleed in 1892 waarna de timmerfabriek enkele jaren alleen door Cornelis (Kees) werd voortgezet.

In 1897 traden zijn zonen Cornelis (Cees) en Willem Bruynzeel (de latere schilder) toe tot de timmerfabriek - die toen herdoopt werd tot Stoomtimmerfabriek de Arend van C. Bruynzeel en Zonen.

In 1899 trok grootvader Cornelis (Kees) zich geheel uit het bedrijf terug. Twee jaar later overleed hij te Rotterdam op 24/2/1901 op 58 jarige leeftijd.


De grondleggers van het Bruynzeel houtconcern[bewerken | brontekst bewerken]

Aan de basis ligt de in 1897 tot de timmerfabriek toegetreden Cornelis Bruynzeel. Geboren te Rotterdam op 28/1/1875 en overleden te Voorburg op 2/10/1956.

Hij huwt op 4/4/1899 met Antoinette Lels. Geboren te Rotterdam op 7/12/1872 en overleden te Voorburg op 27/9/1962.

Zij krijgen drie kinderen :

  1. Cornelis (Kees) Bruynzeel – Rotterdam 19/2/1900 – Egeïsche Zee 1/8/1980
  2. Willem Bruynzeel – Rotterdam 2/3/1901 – Amsterdam 4/1/1978
  3. Antoinette Bruynzeel – Rotterdam 6/1/1904 – Zwitserland 26/11/1978

Kees en Willem Bruynzeel zijn degenen die de Stoomtimmerfabriek De Arend van hun vader Cornelis - na de brand in Rotterdam in 1919 en na de verhuizing in 1920 naar Zaandam - tot een houtverwerkende multinational hebben uitgebouwd.

Met fabrieken in o.a. Zaandam, Hamburg, Paramaribo (Suriname), Sampit (Indonesië), Stellenbosch (Zuid-Afrika), Port-Gentil (Gabon - Frans Equatoriaal Afrika), Macapa (Amazonegebied Brazilië), Ussel (Frankrijk), e.o.

Voor de levensloop van Cees Bruynzeel : zie Wikipedia Cornelis Bruynzeel Jr. (1900-1980) Voor de levensloop van Willem Bruynzeel : zie Wikipedia Willem Bruynzeel (1901 - 1978)

Voor een uitgebreid chronologisch verslag van het ontstaan - de ondergang - en de doorstart - van het Bruynzeel concern zie het artikel “Bruynzeel-bedrijven” van de hand van R. Giljam – in leven directiesecretaris bij Bruynzeel Zaandam.


De grondlegger van het Bruynzeel Scheepvaart en Bergingsbedrijf[bewerken | brontekst bewerken]

Om het dubbele familieverband tussen de twee Bruynzeel takken te verduidelijken gaan wij terug naar de vader van Kees en Willem, te weten Cornelis (Cees).

Cornelis (Cees) had een broer Jacob Pieter geboren 28/6/1876.

Jacob Pieter is op 28/5/1903 getrouwd met Regina Magdalena Lels (Rotterdam 25/6/1878 – Utrecht 22/7/1968)

Cornelis (Cees) was getrouwd met Antoinette Lels, het zusje van Regina Magdalena Lels.

Twee Bruynzeel broers die dus met twee Lels zusjes zijn getrouwd. Bij hen ontstonden de twee parallel lopende Bruynzeel ondernemers takken.

Jacob Pieter was advocaat en procureur te Rotterdam.

Jacob Pieter en Regina kregen drie kinderen :

  1. Regina Jacoba (Rotterdam 4/3/1908 – Utrecht 17/8/1957)
  2. Magdalena Cornelia (Rotterdam 2/1/1904 – Leidschendam 13/6/1990)
  3. Jacob Pieter (Jaap) (Rotterdam 29/1/1911 – Malle België 9/6/2001)

Zoon Jacob Pieter (Jaap) is de grondlegger vlak na de Tweede Wereldoorlog van het Bruynzeel’s Scheepvaart en Bergingsbedrijf, gevestigd Willemskade 22 te Rotterdam.


Jeugdjaren en vroege carrière[bewerken | brontekst bewerken]

Nadat Jacob Pieter (Jaap) zijn vader op 15 jarige leeftijd in 1926 verloor, heeft hij zijn eindexamen HTS Werktuigbouwkunde op 14 juni 1931 in Haarlem gehaald.

Na zijn HTS praktijk te hebben voltooid bij o.a. M.A.N. (Maschinenfabrik Augsburg-Nurnberg) in Duitsland en enkele jaren te hebben gestudeerd in Delft is hij - mede door de economische situatie gedwongen – als hoofdconstructeur in dienst getreden bij Van Den Tak Bergingsbedrijf te Rotterdam. Daar was hij verantwoordelijk voor het ontwerp en de bouw van hun drijvende bok de Taklift. Van Den Tak is later overgegaan in L. Smit en Smit Internationale/Boskalis.

Op 12 januari 1939 trouwt Jacob Pieter te Leidschendam met Elisabeth (Lot) Mohr – Geboren te 's-Hertogenbosch op 12/2/1915 – Overleden te Palma de Mallorca op 23/2/1982.


De Tweede Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Als Officier (Luitenant) in het Nederlandse leger is Jaap in dienst bij het Korps Vaartuigendienst Rotterdam. Vrijdag 10 mei 1940 is blijvend in zijn geheugen gegrift.

Hij klimt dan als waarnemer boven in de nok van een kraan in de Rotterdamse haven bij het Lloydhotel aan de Lloydkade om zijn waarnemingen door te geven aan de luchtartillerie. Teneinde de vliegtuigen van de vijand zo goed als mogelijk te treffen.

In hetzelfde weekend is hij mede-verantwoordelijk om het codewoord “Irene” door te geven aan de commandopost bij de Raffinaderij van de Bataafse Petroleum Maatschappij (Shell) Pernis. Teneinde de installaties daarvan volledig te saboteren, Dit geschiedde door 60 man Engelse Genietroepen. Door de zware (dieselolie) destillaten te vermengen met de lichte (benzine) derivaten.

Op 31/12/1942 krijgt Jaap een brief van de “Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des SD”, gevestigd Heemraadssingel 226 te Rotterdam. De gevreesde Gestapo. Met het verzoek om zich op 5/1/1943 te melden in kamer 24. Hetgeen hij nooit heeft gedaan. Met onderduiken tot het einde van de oorlog als gevolg. Waarbij hijzelf ook nog een onderduiker in hun huis aan de Schielaan in Overschie opnam ...

Ook is Jaap tijdens het bombardement van Rotterdam aan de dood ontsnapt doordat hij tijdens een bombardement op dezelfde Lloydskade letterlijk tussen het schip en de wal is gaan hangen. De zeer zware bom sloeg wel in de kade op een enkele tientallen meters van hem, maar het was gelukkig een blindganger.

In alle oorlogsellende ziet Jaap toch nog kans om de Elfstedentochten van 1940, 1941 en 1942 te rijden.


De succesvolle jaren na 1945[bewerken | brontekst bewerken]

Na zijn werk als hoofdconstructeur bij Van Den Tak heeft Jaap zijn Bruynzeel’s Scheepvaart- en Bergingsbedrijf aan de Willemskade 22 te Rotterdam opgericht.

Als jonge ondernemer klopt hij in 1946 – na door de Hoofddirectie te zijn uitgenodigd - aan op het hoofdkantoor van de Bataafse Petroleum Maatschappij (Shell) aan de Carel van Bylandtlaan 12 te ‘s Gravenhage.

Hem werd door de Hoofddirectie verzocht om een aantal binnenvaart en buitenvaart schepen van de Shell die door tot zinken waren gebracht spoedig te lichten, zowel in Europa als in Indonesië (vooral in de haven van Balikpapan). Op basis van “no cure – no pay”. Met een blanco cheque op zak om de eerste kosten te dekken.

Deze werkzaamheden worden met succes uitgevoerd t/m ca. 1952


De grote bergingsklus voor de Franse staat[bewerken | brontekst bewerken]

De grootste bergingsklus betrof een drijvend dok met een hefvermogen van 8000 ton en een lengte van 154 meter, dat in augustus 1944 door de Duitsers in de zeearm en rivier de Gironde ter hoogte van Pauillac (Bordeaux) tot zinken was gebracht.

Het was tevens het grootste obstakel van de 202 scheepswrakken die de haven van Bordeaux in augustus 1944 blokkeerden.

De berging is in maart 1950 begonnen en is beëindigd in juni 1956. De werkomstandigheden waren extreem zwaar door de sterke stroming, de voortdurende moddervorming en de volstrekt instabiele ondergrond van de Gironde.

Er zijn in 1953 en in 1954 twee mislukte pogingen gedaan om het dok te verplaatsen en te lichten. Al het werk van de eerste drie vier jaren was bijna voor niets geweest, en het werk was ook aangenomen op basis van ‘No cure – no pay” ....

Dit zijn de zwaarste dagen in het leven van Jaap Bruynzeel geweest.

Pas na de vierde geslaagde poging in mei 1955 konden de champagneflessen worden opengetrokken - en de eind-afrekening worden ingediend.


De Bruynzeel carrière bij neven Wim en Cees[bewerken | brontekst bewerken]

Nadat de vader van Jaap was overleden toen hij 15 was, heeft Cornelis (Cees) de vader van Wim en Kees Bruynzeel, zich altijd ontfermd over Jaap. Zijn oom heeft hem altijd met raad en daad terzijde gestaan, en hem gezegd dat een carrière bij Bruynzeel er nooit in zou kunnen zitten voordat hij zelf aangetoond zou hebben wat hij zelfstandig in zijn leven kon presteren. Hetgeen geschiedde met zijn bergingsbedrijf.

Op 15/9/1955 is Jaap met zijn gezin naar Frankrijk verhuisd nadat hij door Wim en Cees als Algemeen Technisch Directeur van de Bruynzeel fabrieken was aangesteld.

Zijn eerste werkzaamheden bij Bruynzeel betroffen het saneren en verbeteren van La Compagnie Francaise du Gabon (CFG) met hoofdzetel in Parijs en fabrieken in Port Gentil – Gabon – Frans Equatoriaal Afrika.

Ook werd zijn kennis en hulp ingeroepen bij Bruynzeel Suriname Houtmaatschappij te Paramaribo en daarvoor bij Bruynzeel Dajak Houtbedrijven NV te Sampit Borneo.

De grootste uitdaging was daarna het van scratch af aan ontwerpen, bouwen, en in werking stellen van een ultramoderne houtschaverij midden in het Amazone gebied, in Macapa nabij Belem. Bruynzeel Madeiras S.A. oftewel Brumasa.

Hij zorgt zelf voor de inkoop van alle ultramoderne hout verwerkingsmachines in Amerika, zorgt voor het transport, het loodsen van de productiemachines door de corrupte Braziliaanse douane, de eindmontage en de inbedrijfstelling.

Helaas kan Jaap op 3/2/1968 niet aanwezig zijn bij de opening van zijn geesteskind, en worden de honneurs in zijn plaats waargenomen door Willem Bruynzeel. Dit tot zeer grote spijt van de Braziliaanse partners getuige hun brief d.d. 14/2/1968 getekend Yazigi.

In de tussentijd ging het minder goed met Bruynzeel in Zaandam. De Raad van Beheer die de broers Wim en Kees in 1957 hadden ingesteld en waarin zijzelf en drie buitenstaanders zitting hadden, werd in 1966 vervangen door een Holdingmaatschappij waarvan de heren Plomp en Van Wijngaarden als directieleden werden benoemd. Er waren door Wim en Kees voorheen toezeggingen aan Jaap gedaan voor zijn toekomstige positie in de Holding, maar die werden niet nagekomen en in zijn plaats werd Wout Bruynzeel, zoon van Cees, als Direktielid benoemd.

Door dit voorval en de matige verhouding tussen Jaap en Wout besluit Jaap in 1968 – op 57 jarige leeftijd - zijn carrière elders voort te zetten.


De latere carrière[bewerken | brontekst bewerken]

Ondanks de gespannen verhouding met Wout zetten de twee broers Willem en Cees zich in om voor Jaap een geschikte functie te vinden. Willem was toen voorzitter van het VNO (Verbond van Nederlandse Ondernemingen – de grootste werkgevers organisatie in Nederland - later VNO-NCW) en via dat kanaal trad Jaap in dienst van Escher BV, een metaalverwerkende industrie in Den Haag, met drie divisies Apparatenbouw, Staalbouw en Transporttechniek. In 1968 trad de oprichter Ir. Anne Escher (een neef van de graficus M.C. Escher) zich terug en moest Jaap het noodlijdende bedrijf keihard saneren. Hetgeen hem enorm aan het hart ging getuige de foto boven genomen tijdens een moeilijke sanerings-toespraak op 5 september 1975. Het personeelsbestand van 350 man in 1968 werd gereduceerd tot 200 man in 1976, om in 1986 te zijn gezakt tot 135 werknemers, die toen allen in dienst zijn getreden van de nieuwe onderneming Escher – dochter van de Begeman Groep in Fijnaart. Geleid door de “bedrijvendokter” Joep van den Nieuwenhuizen

Na enkele Commissariaten waaronder bij Bruinhof Beheer te Rotterdam, dochter van de Duitse industriële gigant Mannesmann, emigreert Jaap in September 1977 wederom naar Frankrijk om van een rustige oude dag te genieten.


Persoonlijk[bewerken | brontekst bewerken]

Het overlijden van zijn vrouw Elisabeth (Lot) Mohr in februari 1982 is een enorme klap voor Jaap geweest. Na 5 jaren restauratie van hun “Maison de Maitre de Forge” in Sionne nabij Neufchateau in de Vogezen overlijdt Lot aan een hartstilstand tijdens een vakantie te Palma de Mallorca.

Na een kort huwelijk met Aukje Hes ontmoet Jaap in België Monique van den Assem – Du Bois uit Zoersel. Zij zal tot het einde van zijn leven en overlijden op 9 juni 2001 in Malle (België) zijn trouwe levensgezellin blijven.


Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Vilmos Huszár (1931) Bruynzeel’s Fabrieken Zaandam – 10 jarig Gedenkboek
  • Gedenkboek 50 Jaar Bruynzeel – 1897 – 1947 – M. Redeke
  • Stamreeks Cornelis Bruynzeel – J.P.B. Zuurdeeg – Tholense Courant – 30/1/1992
  • Bruynzeel-bedrijven – R. Giljam - Publikatie oorspronkelijk in Encyclopedie voor de Zaanstraak (De Typhoon -1991)
  • Geslachtlijst Familie Lels en Lelsz – Lelsz Lels Stichting – Berend Lels - aug 1998 – ISBN 90-9011786-5
  • Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog 1939-1945 – Deel 3 – Vrijdag 10 Mei 1949 – Rotterdam – blz.146
  • De Strijd om Rotterdam – Mei 1940 – Ministerie van Oorlog – 1952 – blz. 93 – 96 / 121, 139, 156, 245
  • Republique Francaise - Ministere des Travaux Publics - Annales des Ponts et Chaussees – 128e annee – no. 6 novembre-decembre 1958 – pages 778-806
  • Bruynzeel Madeiras S.A. Macapa – Brasil - Brumasa – Avancao Industrial da Amazonia – Brochure Opening 3 Februari 1968