Gebruiker:Joris/Pantheon

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Pantheon
Voorzijde van het Pantheon
Locatie Marsveld
Voltooid 125 n.Chr. (herbouw)
In opdracht van Hadrianus
Type bouwwerk Tempel
Locatie van het Pantheon (in rood)
Lijst van antieke bouwwerken in Rome
Portaal  Portaalicoon   Romeinse Rijk

Het Pantheon is een tempel uit de 2e eeuw n.Chr. in Rome. Het Pantheon geldt als het best bewaard gebleven antieke gebouw van de stad en van de best bewaard gebleven ter wereld. Het gebouw is sinds de middeleeuwen in gebruik als de rooms-katholieke kerk Santa Maria dei Martiri, maar staat ook bekend als de Santa Maria Rotonda.

Wijding[bewerken | brontekst bewerken]

Het Pantheon was waarschijnlijk wel een tempel, maar aan welke god hij was gewijd is onduidelijk. Cassius Dio geeft aan het einde van de 2e eeuw de enige uit de oudheid bewaard gebleven van het Pantheon.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De eerste tempels[bewerken | brontekst bewerken]

Het eerste Pantheon werd tussen 27 en 25 v.Chr. gebouwd door Marcus Agrippa, de rechterhand van keizer Augustus. Agrippa startte in deze jaren een groot bouwproject op het destijds nog grotendeels braak liggende Marsveld, waarbij naast het Pantheon een basilica, thermen, een park met kunstmatig meer en een monumentaal plein werden aangelegd.

Aan het einde van de 19e eeuw werden bij opgravingen onder de pronaos restanten van de oorspronkelijke tempel teruggevonden. De bekende archeoloog Rodolfo Lanciani concludeerde op basis daarvan dat de tempel een T-vormig oppervlak had, waarbij de entree door de voet van de "T" werd gevormd en aan de zuidelijke zijde lag. Dit in tegenstelling tot de huidige entree, die zich aan de noordelijke zijde bevindt. Het oude Pantheon had afmetingen van 20 bij 44 meter. Dit beeld van het oorspronkelijke Pantheon bleef lange tijd geaccepteerd, maar uit recente opgravingen blijkt dat ook het eerste Pantheon mogelijk al een ronde vorm met entree op het noorden had.

Het Pantheon van Agrippa ging in het jaar 80 bij een grote brand op het Marsveld verloren. Domitianus liet de tempel in de jaren daarna herbouwen, maar van dit gebouw is verder niets bekend. Het werd in 110 door de bliksem getroffen en brandde opnieuw uit.

Herbouw[bewerken | brontekst bewerken]

Het Pantheon werd na de brand van 110 opnieuw herbouwd. Op basis van de fabrikantstempels op de bakstenen werd oorspronkelijk geconcludeerd dat de herbouw geheel tijdens de eerste jaren (118-125) van de regering van keizer Hadrianus plaatsvond, maar uit recent onderzoek van deze stempels blijkt dat de herbouw mogelijk al direct na de brand startte. Dit was nog tijdens de regering van Trajanus en laat daarmee de mogelijkheid open dat ook het Pantheon door de beroemde architect Apollodorus van Damascus is ontworpen.

Tijdens de regering van Hadrianus werd het nieuwe Pantheon voltooid. In tegenstelling tot de traditie liet Hadrianus gewoonlijk zijn naam niet op zijn bouwwerken vermelden, waardoor ook het nieuwe Pantheon werd versierd met een inscriptie die de oorspronkelijke bouwheer Marcus Agrippa vermeldde.

Middeleeuwen[bewerken | brontekst bewerken]

Na de val van het West-Romeinse Rijk bleef het Pantheon keizerlijk bezit, ook al zetelde de Romeinse keizer destijds in Constantinopel en had hij geen echte macht meer in de voormalige hoofdstad van het rijk. Keizer Phocas schonk het Pantheon in 609 aan Paus Bonifatius IV, die de heidense tempel veranderde in een christelijke kerk gewijd aan de heilige Maria en de Martelaren.

Het feit dat de tempel nu een kerk was geworden zorgde ervoor dat het gebouw ook redelijk onderhouden werd. In tegenstelling tot de meeste andere antieke tempels bleef het Pantheon daardoor in goede staat en verviel nooit tot een ruïne.

Rennaisaince en Barok[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf de Renaissance werd het Pantheon gebruikt als begraafplaats voor vooraanstaande Italianen, van wie Rafaël Santi en Victor Emmanuel II de bekendste zijn.


Het Pantheon is nog in zeer goede staat, maar mist de bronzen dakbekleding van de koepel. In opdracht van Paus Urbanus VIII Barberini is de bronzen omlijsting van de cassettes in het gewelf en de bronzen ornamenten van de zuilengang omgesmolten. Dit brons is door Bernini gebruikt om er het baldakijn boven het graf van Petrus in de Sint-Pietersbasiliek van te laten gieten. Dit werd als een grof schandaal beschouwd en leidde tot een beroemd geworden uitspraak: quod non fecerunt barbari, fecerunt Barberini, vrij vertaald: wat de Barbaren niet hebben gesloopt, hebben de Barberini wel afgebroken. Ook bouwde Bernini op de voorgevel twee kleine klokkentorentjes. Deze zijn echter in de 19e eeuw weer verwijderd.

Architectuur[bewerken | brontekst bewerken]

Op de gevel aan de voorzijde staat een opvallend grote tekst in bronzen letters:
M · AGRIPPA · L · F · COS · TERTIUM · FECIT
Dit betekent: 'Marcus Agrippa, zoon van Lucius, voor de derde maal consul, heeft dit gebouwd'.

Graven[bewerken | brontekst bewerken]

Pantheon (Rome)