Gebruiker:Marie.Vroman/Klad

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Pedofilie wordt in het Van Dale woordenboek omschreven als "het zich seksueel aangetrokken voelen tot kinderen".

Het begrip Internetpedofilie wordt gebruikt als het gaat over misbruik van kinderen via het internet. Het kan gaan over het benaderen van kinderen via Chatrooms of andere profielsites, maar ook over het downloaden of verspreiden van pornografisch materiaal via dit medium.

Wetgeving[bewerken | brontekst bewerken]

In België wordt een zedendelict in het strafwetboek nog steeds vermeld als "Misdaad en wanbedrijf tegen de orde der familie en tegen de openbare zedelijkheid." (artikel 383 in het strafwetboek)

Door de wet van 13 april 1995 werd in het strafwetboek een artikel 383 bis ingevoegd waardoor kinderpornografie strafbaar wordt gemaakt. Het gaat hier niet enkel over het tentoonstellen,verhuren,verkopen,overhandigen,invoeren, etc. van kinderpornografie, maar ook het bezit ervan. Een persoon die dus via een computernetwerk (met het gebruik van internet of niet) kinderpornografie tentoonstelt of verspreidt zal dus strafbaar zijn. In dit artikel worden enkel de 'visuele' voorstelling beoogd. Dus liederen of teksten die een pornografisch karakter bevatten vallen niet onder dit artikel, maar kunnen wel getoetst worden aan artikel 383 van het strafwetboek. De zedenmisdrijven.

leeftijdscriterium[bewerken | brontekst bewerken]

Kinderpornografie verschilt van de gewone pornografie op de grond van het leeftijdscriterium, namelijk de seksuele minderjarigheid. Die is gelijkgesteld aan de leeftijd van 18 jaar. Het feit of het daadwerkelijk om een minderjarige gaat of dat het enkel het beeld van deze leeftijd zou oproepen doet niet ter zake. Beide feiten zijn strafbaar.

Downloaden van kinderporno[bewerken | brontekst bewerken]

Sinds enkele jaren worden meer personen betrapt op het bezit van grote hoeveelheden kinderporno die werden gedownload op hun computer. Dit heeft mogelijk te maken met de forse toename van de mogelijkheden en gebruikers van het internet. Vandaag de dag maakt kinderporno spijtig genoeg deel uit van het internet en is daarenboven tot op een bepaald niveau zeer toegankelijk. Het is een vicieuze cirkel waar de stelling vraag en aanbod primeert. De downloaders houden door hun behoefte aan kinderpornografisch materiaal het aanbod, dus ook het fysieke misbruik,in stand.

Dit deviant gedrag van de downloaders beperkt zich niet enkel tot het downloaden van kinderporno, maar kan zich ook uitstrekken tot andere vormen van digitaal gedrag om op die manier contact te krijgen met kinderen dat dan eventueel resulteerd in webcamseks en fysieke ontmoetingen.Op het internet merk je tenslotte niet als iemand veel ouder is dan het doelpubliek van een bepaakde chatbox. Veel pedofielen passen ook hun taalgebruik aan zodat ze niet door de mand vallen. Een aantal van deze downloaders bevindt zich in besloten delen van het internet en kan deel uitmaken van kinderpornonetwerken die een mondiaal karakter hebben. Specifieke cijfers over deze groep zijn er niet bekend. Het gaat hier over het Dark Number fenomeen. Deze personen zitten in netwerken die streng beveiligd worden zodat de politie praktisch niet kan optreden. Een ander deel van deze downloaders reist naar landen met de bedoeling om kinderen te misbruiken. Sommigen onder hen maken hier opnames van. Vooral voor zichzelf, maar ook om te verspreiden binnen de netwerken waarvan zij deel uitmaken. De verspreiding van dergelijke zaken heeft vooral een psychologische oorzaak: men voelt zich verplicht om het materiaal met andere leden te delen. Door het verspreiden van die nieuwe kinderporno kan het voor een statusverhogend effect zorgen.

Kinderporno verspreiden maakt deel uit van de georganiseerde criminaliteit die op grote schaal porno vervaardigt en verkoopt. Vooral in Rusland is dit een gekend fenomeen. Het is een miljoenenbusiness waarin enorm veel geld betaald wordt.

Onderzoekers vragen zich af of downloaders na een tijd ook fysiek misbruik gaan maken van kinderen. Een eenduidig antwoord op deze vraag is er niet. Dit komt door het feit dat naar dit fenomeen nog niet veel onderzoek is gedaan en er ook niet veel cijfers te verkrijgen zijn omdat het nog zo goed verstopt zit. Er zijn downloaders die enkel houden bij het bekijken van kinderpornografie en verder geen misbruik zullen plegen. Omdat ze de stap niet kunnen of durven zetten. Anderen zetten deze stap wel, maar daarom is er nog geen causaal verband tussen kinderporno en hands-on delicten. Het kan dat sociaal geïsoleerde mannen in de kinderpornonetwerken als het ware een surrogaat hebben gevonden voor relaties in de offline wereld. Door het deel uitmaken van dergelijke netwerken kan een druk ontstaan om seksueel misbruik te plegen om zo kinderpornografisch materiaal te kunnen leveren.

Wie zijn deze 'downloaders'?[bewerken | brontekst bewerken]

Verschillende empirische onderzoeken wijzen uit dat de downloaders over het algemeen blanke mannen zijn en tussen de 25 en 54 jaar oud. Deze mannen kunnen zowel alleenstaand zijn als een relatie hebben. In dit laatste geval kan er onder andere sprake zijn van relatieproblemen en/of een ongelijkwaardige relatie met de partner. De downloaders hebben meestal hun derde graad (secundair onderwijs) behaald of studeerden aan hoge school of universiteit. Bij hun beroepskeuze gaan de mannen die een seksuele voorkeur hebben voor kinderen veelal een beroep uitoefenen waarin hij in aanraking kan komen met kinderen zoals onderwijs,medische beroepen,... De downloaders in het algemeen zullen ook hun vrijetijdsbesteding afstemmen op hun voorkeur door bijvoorbeeld trainer bij de lokale voetbalclub te worden.

Motieven en Werkwijze[bewerken | brontekst bewerken]

De belangrijskte motieven zijn:

  • Nieuwsgierigheid
  • Seksuele opwinding
  • Bevredigen van de verslaving aan het downloaden
  • De 'veilige' contacten met gelijkgezinden op het internet
  • Statusverwerving

Downloaders rechtvaardigen hun gedrag met allerlei rationalisaties of cognitieve hervormingen, zoals 'seks met kinderen is niet schadelijk voor ze'. Wat we ook vaak te horen krijgen is dat ze per toeval op kinderporno gestuit zijn. Deze uitleg houdt geen stand want tegenwoordig moet men bewust op zoek gaan en allerlei manoeuvres verrichten om dergelijk materiaal te vinden en op te slaan. Door de harde aanpak van politie en justitie zorgen de downloaders ervoor dat ze zware beveiligingstechnieken toepassen. Zowel fysieke als softwarematige voorzorgen worden genomen. Volgens onderzoek treft ongeveer een kwart van de downloaders maatregelen om detectie zo moeilijk mogelijk te maken.

  • Eenvoudige maatregelen: het plaatsen van een externe harde schijf in een andere ruimte of het gebruiken van software die de computer helemaal 'schoonmaakt'.
  • Geavanceerde maatregelen: het werken met versleutelprogamma's, afgescheiden partities op de harde schijf en het gebruik maken van een proxy server om het eigen IP-adres te verbergen.
  • Nieuwe programma's: programma's die het materiaal 'verknippen' en verspreiden via verschillende computers die de downloaders dan softwarematig terug aan elkaar kan 'plakken'.

Types downloaders[bewerken | brontekst bewerken]

Downloaders zijn geen homogene groep. Ze kunnen qua sociaaldemografische kenmerken, kennis en vaardigheden, motieven, sociale positie en criminele carrière verschillen. De typologieën zijn nog niet volledig uitgeklaard, maar je kan toch een onderscheidt maken tussen 3 verschillende types.

  • Situationele plegers: de groep die het meest voorkomt in de politie- en behandelpraktijken. Deze mannen downloaden kinderporno vooral uit nieuwsgierigheid en lust. Een deel van deze groep zal hier na verloop van tijd mee stoppen, want het beeldmateriaal bevredigt niet meer. Bij een ander deel gaat het de andere kant uit. De kinderporno valt hier wel in de smaak en zij ontsporen na enige tijd door steeds meer kinderporno te verzamelen of door ook kinderen fysiek te gaan misbruiken.
  • Preferientiële downloaders: deze mannen hebben een exclusieve seksuele voorkeur voor kinderen. Zij kunnen zich uitsluitend beperken tot het gericht verzamelen van kinderporno. Anderzijds is er ook een groep die fysiek misbruik maakt van kinderen.
  • Obsessieve downloaders: hier gaat het vooral om de drang tot verzamelen. Er is geen sprake van een exclusieve voorkeur voor kinderen. Hieronder zijn er mannen die alles verzamelen op pornogebied (waaronder kinderporno) en er zijn mannen die juist heel gericht naar thematische kinderporno zoeken.

Het internet, de boosdoener?[bewerken | brontekst bewerken]

De extensie van het kinderpornografische beeldmateriaal is volgens sommigen met de komst van het internet enorm toegenomen en neemt nog steeds toe door de snelle verbindingen en toegenomen opslagcapaciteit. Ook voor pedofielen is de wereld verandert. Vroeger moesten ze hun materiaal gaan kopen 'onder de toonbank', nu is er het internet en is alles veel toegankelijker. Bepaalde perverse gevoelens moeten nu niet meer onderdrukt worden want je kan volledig anoniem je ding doen. Vroeger moest men nog een stuk van zijn identiteit prijs geven bij het kopen van een boekje, nu kan je onopgemerkt beelden bekijken op het internet. Er is vandaag de dag niet enkel veel meer te vinden op het net, ook de aard van het materiaal is mee geëvolueerd. Vroeger moesten de pedofielen het doen met het downloaden van foto's, nu is er de mogelijkheid om filmmateriaal van een hoge kwaliteit op te slaan op de computer. Volgens deskundigen zorgen bewegende beelden en bijpassende geluiden voor een indringender effect dan bijvoorbeeld een foto. Hier is de technologische ontwikkeling een doorn in het oog voor de bestrijding van het fenomeen. Sinds de komst van het internet zijn er letterlijk en figuurlijk geen grenzen meer. Je kan op verschillende manieren aan kinderporno komen. Maar door politieoptreden wordt het materiaal niet meer zo openlijk aangeboden. Het aanbod wordt steeds meer verborgen. Besloten netwerken bijvoorbeeld. Zij houden zich angstvallig gedeisd en zijn zeer terughoudend in het toevoegen van nieuwe leden. Bij dergelijke netweren is het de bedoeling dat je als 'toekomstig' nieuw lid eerst zelf kinderporno moet aanleveren of zichzelf op een andere manier bewijzen voor men de persoon toelaat tot het netwerk.

Rol van de ouders[bewerken | brontekst bewerken]

Wat kunnen ouders nu doen om hun kinderen te wapenen tegen het contact met pedofielen? Toon als ouders intresse voor wat je kinderen doen, praat met hen en zorg ervoor dat je weet me wie ze omgaan. Zorg voor een warm nest thuis. Zie dat je met je kinderen kan praten over hun problemen en hun zorgen. Geef ze aandacht en liefde. Pedofielen zoeken immers meestal hun slachtoffers onder de zwakkeren onder ons, diegene die thuis familiale warmte missen en die warmte elders gaan zoeken. Wat het internet betreft moet je als ouders zorgen dat je weet wat je kind op het net doet. Probeer ervoor te zorgen dat jezelf het internet begrijpt en toon interesse voor wat je kind doet. Maak ook duidelijke afspraken over het internetgebruik. Zorg ervoor dat je kind weet dat persoonlijke gegevens over zichzelf, vrienden of familie niet door de beugel kunnen. Leer tenslotte uw kind de chat-date rules te respecteren. Als jongeren willen afspreken met iemand die ze op het net hebben leren kennen, zorg er dan voor dat ze het aan minstens één persoon vertellen. Laat ze weten dat het veiliger is om af te spreken op een openbare plaats en voor eigen vervoer te zorgen.

Campagnes?[bewerken | brontekst bewerken]

Clicksafe[bewerken | brontekst bewerken]

Clicksafe is een campagne die jonge internetgebruikers en hun ouders en leerkrachten wil waarschuwen voor het gevaar van onveilig internetgebruik. www.clicksafe.be

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • VAN WIJK A. Downloaders van kinderporno. Een overzicht van de literatuur.In: Tijdschrift voor veiligheid, Kluwer, 4, 2010(9), 46-53.
  • FRANS E., VERHETSEL L. & VAN DECRAEN E. (eds.). Jongeren en seksualiteit vandaag: kreukelzones en wegwijzers.In: Tijdschrift voor Jeugdrecht en Kinderrecht, Larcier, 4, 2011, 227-231.
  • DE PAUW E.(red.).Veilig online. Over sociale controle bij netwerksites.In: Themanummer,Orde van de Dag, Kluwer, 2010.
  • BUSCHMAN J. & KRAPOHL D.Additioneel seksueel gedrag van kinderpornodownloaders. In: Tijdschrift voor veiligheid, Kluwer, 3, 2009(8), 17-29.
  • REMUE A. & DE BOCK W., 15 jaar cel vermiste personen. Zeg nooit nooit.Borgerhoff&Lamberigts, Gent, 2010.


Dark number is een term die vooral in de criminologie gebruikt wordt.

Het staat voor de niet-geregistreerde criminanileit en het wordt vaak gelinkt aan het 'topje-van-de-ijsberg-principe'. De geregistreerde criminaliteit is de criminaliteit die bekend is in de criminaliteitsstatistieken. Dus de gegevens die de politie bezit. Maar dit is maar een heel klein stukje van de volledige criminaliteit. De Dark Number is veel groter dan de geregistreerde criminaliteit en dat komt door een aantal factoren. Mensen zijn niet altijd bereidt om aangifte te doen. Omdat ze bijvoorbeeld schrik hebben van de dader of omdat ze de dader niet kennen en het voorval zo snel mogelijk willen vergeten. (Bv: bij verkrachting) Dan zijn er ook nog mensen die bewust geen aangifte doen bij een delict omdat het om illegale praktijken gaat. Zoals bij belastingsontduiking. De registratiebereidheid van de politie speelt ook een rol in het Dark Number fenomeen. Als politieagenten niet ten alle tijden bereidt zijn een delict te registreren, zal dit de statistieken ook beïnvloeden. Hun registratiepraktijken moeten ook correct verlopen. Politieagenten kunnen een zaak 'erger' laten lijken om er zeker van te zijn dat er een gevolg komt via het parket. Spijtig genoeg spelen ook sociale en persoonlijke kenmerken een rol bij het registreren van criminaliteit. Zo zal een groep allochtonen uit Molenbeek sneller een pv (proces-verbaal)krijgen bij geluidsoverlast dan een groep Belgen uit Grimbergen.