Gebruiker:Maurits/Phaedo (Plato)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Plato
Dit artikel is een deel van de serie over:
de dialogen van Plato
Vroege periode:
Apologie van Socrates · Charmides
Protagoras · Euthyphro
Ion · Crito · Alcibiades I
Hippias Major · Hippias Minor
Laches · Lysis · Euthydemus
Middenperiode:
Cratylus · Gorgias
Menexenus · Meno
Phaedo · Symposium
Staat · Phaedrus
Late periode:
Parmenides · Theaetetus
Timaeus · Critias
Sofist · Staatsman
Philebus · Wetten
Betwiste geschriften:
Clitophon · Epinomis
Brieven · Hipparchus
Minos · Theages
Alcibiades II · Minnaars
Niet geschreven:
Hermocrates · Ongeschreven leer
Mee bezig Mee bezig
Aan deze pagina of deze sectie wordt de komende uren of dagen nog druk gewerkt.
Klik op geschiedenis voor de laatste ontwikkelingen.

Phaedo of Phaidoon (Gr.: Φαιδων) is één van de dialogen van Plato uit zijn middenperiode. In de dialoog bespreken Echekrates en Phaedo de omstandigheden van Socrates' dood.

Setting[bewerken | brontekst bewerken]

De dialoog vindt plaats tussen Echekrates uit Phlioes en Phaedo uit Athene. Echekrates heeft weliswaar enige feiten vernomen over de veroordeling en dood van Socrates, maar heeft nog geen zekerheid over de exacte omstandigheden waarin dit alles plaatsvond - hij heeft zich tot dan toe voornamelijk tevreden moeten stellen met geruchten en algemeenheden. Phaedo is de eerste Athener en ooggetuige die hij sinds de fatale gebeurtenissen ontmoet, en daarom verzoekt Echekrates hem alle bijzonderheden te vertellen.

Dramatis Personæ[bewerken | brontekst bewerken]

Hoewel de tekst in dialoogvorm geschreven is, is Phaedo merendeels als verteller aan het woord. Zijn enige gesprekspartner is Echekrates en tijdens de vertelling komen nog enkele personages aan bod:

  • Apollodoras,
  • Socrates, Atheens filosoof en onderwerp van deze dialoog. Hij werd op tachtigjarige leeftijd veroordeeld tot het drinken van de gifbeker, nadat hij was aangeklaagd en veroordeeld vanwege de bederving van de Atheense jeugd.
  • Kebes,
  • Simmias,
  • Crito,
  • De "dienaar van de Elfmannen",

Het grootste deel van de vertelling is een verslag van het gesprek dat plaatsvond tussen Socrates en zijn vrienden, zodat het geheel een gelaagd karakter krijgt van een "dialoog in een dialoog".

Synopsis[bewerken | brontekst bewerken]

Thema's:

  • Het aangename vs. het smartelijke (§ 60)
  • Zelfmoord vs. natuurlijke dood (ca. § 61-62)
    • De slaaf
    • De wijsgeer (de ziel en het lichaam) (ca. § 65)
      • Zingenot
      • Misleiding der zintuigen
      • Het bestaan van universalia
      • Er is pas ware kennis na de dood van het (storende) lichaam; (verklaring van het verlangen van de wijsgeer naar de dood, de troost voor de wijsgeer; "reiniging";

"En reiniging, is dat niet juist datgene waar wij allang over spreken, het scheiden zoveel mogelijk van de ziel van het lichaam, en haar te gewennen van alle kanten uit het lichaam zich op-zich-zelf saam te trekken en te vergaderen, en zover mogelijk is, zowel in het tegenwoordige als in het toekomstige op-zich-zelf alleen te wonen, zich uit het lichaam als uit banden losmakende? [...] - En wordt dat niet dood genaamd, losmaking en afscheiding van de ziel van het lichaam? [...] - En om haar los te maken, naar wij beweren, zijn altijd meest en alleen bereid de waarachtig wijsgerigen, en dat is juist de leefoefening van de wijsgeren, de losmaking en scheiding van de ziel van het lichaam. [...] Inderdaad dus, zei hij, o Simmias, oefenen de waarachtig wijsgerigen zich in sterven, en het dood-zijn is onder de mensen voor hèn minst vreeswekkend."[1]

; voor zichzelf concludeert Socrates hieruit dat vrees voor de dood ddus absurd zou zijn voor een filosoof; de wijsgerige vs. de lijfgierige (§ 68); <<dualisme algemeen>>)

  • Deugd (ca. § 68-69)
  • Zielsverhuizing (ca. § 70)

Intertekstualiteit[bewerken | brontekst bewerken]

Deze dialoog vormt een dramatische eenheid met Euthyphro (Socrates op weg naar het tribunaal), Apologie (Socrates voor het gerecht) en Crito (Socrates weigert te ontsnappen uit de gevangenis).

Over de aanklacht en veroordeling van Socrates schreef Plato al eerder -ook in dialoogvorm- de Apologie van Socrates. Deze dialoog beschrijft de laatste uren van Socrates' leven, waarin hij zich verdedigt tegenover het tribunaal, veroordeeld wordt, zijn vrienden hem aanbieden hem te bevrijden en hij deze gunst omwille van de orde in de rechtsstaat afwijst. In de Phaedo zijn deze gebeurtenissen al verleden en is Socrates al omgebracht. Doordat Phaedo onder meer verhaalt over diezelfde periode, zijn er overlappen tussen beide dialogen. Evenals is de Apologie zijn in de Phaedo Socrates' gedachten over rechtvaardigheid en dood de belangrijkste filosofische thema's.

Receptie[bewerken | brontekst bewerken]

Culturele referenties[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

[[Categorie:Werk van Plato]]