Naar inhoud springen

Gebruiker:Papermoonie/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Papermoonie/Kladblok

Dit is het persoonlijke kladblok van Papermoonie.

Een kladblok is een subpagina van iemands gebruikerspagina. Het dient als testruimte voor de gebruiker en om nieuwe artikelen of langere toevoegingen aan bestaande pagina's voor te bereiden.

Let op: je kladblok opslaan gaat met de knop 'publiceren'. De pagina wordt daarmee nog niet in de openbare encyclopedie geplaatst en blijft een kladpagina. De kladblokpagina is wel zichtbaar (voor iedereen met wat meer Wikipedia-ervaring) en mag dus geen onoorbare dingen bevatten, zoals auteursrechtschendingen.

Het is, ook in een kladblok, uitdrukkelijk niet toegestaan om zonder toestemming auteursrechtelijk beschermd materiaal van derden te publiceren.

De Jarawa, de Groot Andamanezen, de Onge en de Sentinelezen bevolken naar schatting al 55.000 jaar de eilanden van de Andamanarchipel in de Indische Oceaan. De inheemse bevolking vormt tegenwoordig een minderheidsgroep ten opzichte van de honderdduizenden Indiërs die zich de afgelopen tientallen jaren op de eilanden hebben gevestigd.

Het nomadische Jarawa-volk heeft een bevolking van ongeveer 400 mannen, vrouwen en kinderen. Ze leiden een zelfvoorzienend bestaan en vormen een gezonde, groeiende gemeenschap.

De Jarawa leven in groepen van 40 tot 50 mensen in chaddhas, zoals ze hun onderkomens noemen. Ze jagen op wildzwijnen en schildpadden en vissen bij de koraalriffen met pijl en boog op krabben en vissen zoals de gestreepte meerval en de pony-vis. Ze verzamelen eetbare vruchten, wortels, knollen en honing. Hun bogen zijn gemaakt van chooi-hout, dat slechts op enkele plekken in het Jarawa-gebied groeit. Ze moeten vaak lange afstanden afleggen naar het Baratang-eiland om dit hout te verzamelen.

Zowel de mannen als vrouwen verzamelen honing uit torenhoge bomen. Tijdens het verzamelen zingen ze liederen om hun vreugde kenbaar te maken. De honingverzamelaar kauwt sap uit de bladeren van een bijen-werende plant, zoals Ooyekwalin, dat vanuit de mond naar de bijen wordt gesproeid om hen op afstand te houden. Zodra de bijen zich verwijderd hebben, wordt het bijennest losgesneden en in een houten emmer gelegd die op de rug wordt gedragen. De Jarawa nemen altijd een bad na het eten van honing.

In een studie naar hun voeding en gezondheidssituatie werd hun ‘voedingsstatus’ omschreven als ‘optimaal’. Ze bezitten gedetailleerde kennis over meer dan 150 planten en 350 diersoorten.

‘De Jarawa van de Andamaneilanden leven in grote weelde. Hun wouden geven hen meer dan ze nodig hebben.’ Anvita Abbi, Professor in de taalwetenschap, Jawaharlal Nehru University.

Tot 1998 bleef het Jarawa-volk volledig van de buitenwereld geïsoleerd. In 1998 kwamen enkele Jarawa voor het eerst uit het oerwoud tevoorschijn om nabijgelegen dorpen en nederzettingen te bezoeken.

In 1990 kwamen de plaatselijke autoriteiten met een lange-termijn-plan om de Jarawa in twee dorpen onder te brengen, waar ze zich zouden toeleggen op de visvangst, met de suggestie dat ze eventueel zouden kunnen jagen en verzamelen als ‘sport’. Het plan was dermate gedetailleerd uitgewerkt dat zelfs werd voorgeschreven wat voor soort kleding de Jarawa zouden moeten dragen. Na een campagne van de internationale mensenrechtenorganisatie Survival International en een aantal Indiase organisaties, kondigden de autoriteiten in 2004 een radicaal nieuw beleid aan: het plan om de Jarawa te vestigen werd opgegeven en de stam zou worden toegestaan om hun eigen toekomst te bepalen, waarbij inmenging van buitenaf tot een minimum zou worden beperkt. Gedwongen vestiging heeft in alle delen van de wereld fatale gevolgen gehad voor pas-gecontacteerde stammen. Dat gold ook voor de andere stammen op de Andamaneilanden.