Naar inhoud springen

Gebruiker:PiusImpavidus/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
PiusImpavidus/Kladblok

Dit is het persoonlijke kladblok van PiusImpavidus.

Een kladblok is een subpagina van iemands gebruikerspagina. Het dient als testruimte voor de gebruiker en om nieuwe artikelen of langere toevoegingen aan bestaande pagina's voor te bereiden.

Let op: je kladblok opslaan gaat met de knop 'publiceren'. De pagina wordt daarmee nog niet in de openbare encyclopedie geplaatst en blijft een kladpagina. De kladblokpagina is wel zichtbaar (voor iedereen met wat meer Wikipedia-ervaring) en mag dus geen onoorbare dingen bevatten, zoals auteursrechtschendingen.

Het is, ook in een kladblok, uitdrukkelijk niet toegestaan om zonder toestemming auteursrechtelijk beschermd materiaal van derden te publiceren.

Fysica van een kettingbotsing[bewerken | brontekst bewerken]

Het veiligst is het natuurlijk om op een weg altijd een gehele stopafstand vooruit te kunnen kijken en minstens een gehele stopafstand achter je voorligger te blijven. In dit geval kan men, mocht er ineens een obstakel verschijnen of de auto voor je opeens tot stilstand komen, veilig afremmen en stoppen. De stopafstand van een auto is

met de stopafstand, de beginsnelheid, de reactietijd en de remvertraging. Bij een snelheid van 130 km/u (36,1 m/s), een reactietijd van 1 seconde en een vertraging van 6 m/s2 komt dit neer op een stopafstand van 144 m. Dit zijn typische waarden voor een auto op een snelweg. Omgekeerd is de maximale veilige snelheid in de mist, bij een zicht van meter, gelijk aan

wat bij in dichte mist bij 50 m zicht neerkomt op 19,2 m/s (69 km/u), ongeveer de helft van de normale snelheid. Vandaar het advies om bij mist de snelheid te halveren. Dit halveren van de snelheid dient voor de mistbank al plaats te vinden. Rem je pas in de mistbank terwijl je roekeloze achterligger dit verzuimt, dan kan een botsing volgen. In principe is het voldoende on 78 m voor de mistbank krachtig te remmen. Heb je echter een onoplettende achterligger, of iemand die onder genoemde omstandigheden minder dan 16,9 m afstand houdt, dan kan ook een botsing volgen.

Bij deze veilige afstand van één stopafstand hoeft het nog niet erg druk te zijn op de snelweg voor men snelheid moet minderen. Om toch snel door te kunnen rijden, kiezen de meeste automobilisten daarom voor een andere veiligheidsmarge. Als ze geen auto voor zich uit zien rijden, kiezen ze een snelheid waarbij ze een stopafstand vooruit kunnen kijken; zien ze wel een auto voor zich uit rijden, dan gaan ze rijden op de remlichten van hun voorligger. Gaat hun voorligger remmen, dan gaan zij na het verstrijken van hun reactietijd ook remmen. Tijdens het remmen – aangenomen dat beide auto's even hard kunnen remmen – is hun snelheidsverschil constant . De veilige afstand bij het rijden op de remlichten van een voorligger is

wat onder de eerder genoemde omstandigheden neerkomt op 36,1 m. Zelfs als de voorligger plotseling op de rem trapt en afremt tot stilstand, zal geen botsing volgen. Voor de zekerheid verkieze men vaak rekening te houden met een reactietijd van 2 seconden, vandaar het advies om 2 seconden afstand te houden.

Het rijden op de remlichten van je voorligger heeft één groot nadeel: Het is alleen veilig als de voorligger zelf ook veilig rijdt. Als je de minimale veilige afstand tot je voorligger aanhoudt en rijdt op zijn remlichten, en de voorligger rémt niet tot stilstand maar stopt ineens omdat hij zonder te remmen achterop een file botst, dan bots je tegen je voorligger nog voor je kunt remmen. Reed je achterligger op jouw remlichten, dan zal ook hij botsen.

Als een sleep auto's op elkaars remlichten rijdt terwijl alleen de eerste auto van de sleep roekeloos hard rijdt en een botsing veroorzaakt, of wanneer één automobilist uit de sleep niet goed oplet, kunnen alle volgende auto's in een kettingbotsing terecht komen, ook al hielden zij allen een op zichzelf veilige afstand aan.