Gebruiker:Stunteltje/Kladblok/Binnenvaart labelsysteem

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Voorbeeld van een energielabel

Het binnenvaart labelsysteem werkt de afspraken uit die gemaakt zijn in het kader van de European Green Deal en is bedoeld om de emissieprestatie van het betreffende binnenschip te duiden. Onder die emissieprestatie wordt hierbij zowel de CO2-uitstoot als de luchtverontreiniging van het schip begrepen. Het ontwerpen en uitwerken van het systeem gebeurt onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat door het Expertise- en InnovatieCentrum Binnenvaart (EICB). [1]

In de praktijk gaat het om een label dat schepen indeelt met een combinatie van een letter- en een cijfer-waardering, A t/m E en 1 t/m 5, waarbij:

  • A1 een schip is dat bijzonder weinig uitstoot heeft aan zowel CO2 en vervuilende stoffen als NOx, SOx en fijnstof;
  • E5 een schip is dat het op beide fronten slecht doet.[2]

Het systeem is er op gericht om de schipper te belonen voor de inspanning voor het milieu via een beter label. Aangenomen is dat dit label van invloed kan zijn op:

  • uitkeringen uit en bijdragen aan het verduurzamingsfonds
  • toekenning op lokaal niveau van voordelen aan schepen met een betere emissieprestatie;
  • het sluiten van vervoersovereenkomsten;
  • financiering door banken en andere financieringsinstellingen;
  • monitoring van de stand van zaken van de emissies in de binnenvaart.

Bij de uitwerking wordt rekening gehouden met de parameters op het gebied van luchtkwaliteit met NOx, SOx en fijnstof en voor de emissie van broeikasgassen zoals CO2. Bij het onderzoek dat aan de invoering vooraf gaat wordt onderzocht op welke wijze de uitstoot van binnenvaartschepen in de praktijk het best kan worden gemeten. Het probleem daarbij is, dat de uitstoot van het hele schip van belang is en dat schepen in de sector binnenvaart niet alleen varende, maar ook stilliggend uitlaatgassen produceren. Zo wijst de Vereniging van Waterbouwers op het feit dat aan boord van de schepen naast de motoren voor de voortstuwing ook hulpmotoren in gebruik zijn, ook als zulke schepen niet van A naar B varen.

Bij het onderzoek naar de emissies van de schepen kan gebruik gemaakt worden van de statistische gegevens van de hoeveelheid (rood gemerkte) brandstof via de “afvalbeheersbijdrage” voor de de inzameling en verwerking van olie- en vethoudende scheepsafvalstoffen. Deze bijdage, gebaseerd op het Scheepsafvalstoffenverdrag, wordt betaald bij de bunkering van gasolie en bedraagt € 7,50 per m3 gebunkerde gasolie. Voor het varend erfgoed zijn deze cijfers niet bekend, omdat die alleen op blanke brandstof mag varen, waarvoor geen bijdrage geldt. Ook is nog niet duidelijk of bij deze schepen - waarop vaak gewoond wordt en die 's winters meestal niet varen - ook de emissies van het verwarmen en koken moeten worden meegeteld.

Categorie:Klimaatverandering Categorie:Binnenvaart Categorie:Classificatiesysteem