Naar inhoud springen

Haags

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Haags
Gesproken in Den Haag
Taalfamilie
Varianten
Alfabet Latijns
Haagse Harry
Portaal  Portaalicoon   Taal
Haags
Nederlands dialect
Portaal  Portaalicoon   Taal

Het Haags is het stadsdialect dat in Den Haag ('s-Gravenhage) en omstreken wordt gesproken.[1] Het dialect behoort tot het Zuid-Hollands.

Het Haagse dialect kent twee subvarianten: plat-Haags en hoog-Haags. Zoals de namen van deze subvarianten al aangeven, worden ze gesproken door twee verschillende sociale klassen.[2] Scheveningen kent zijn eigen dialect: het Schevenings.

De twee sociale klassen die Haags spreken, worden Hagenees (plat) en Hagenaar (bekakt) genoemd. Echter wordt dit niet door iedereen gesproken, veelal in de buitenwijken. In het centrum en de binnenstad verdwijnt het dialect langzaam.[3]

Haagse woorden

[bewerken | brontekst bewerken]

Typisch Haagse woorden zijn o.a.:[4]

  • asbak – prullenbak
  • beschuitstuitah met sallûf – broodje bal met mayo
  • blafhikken – hoesten
  • dûnah – die zandheuvels bij Scheveningen
  • groen pikkie – augurk
  • Haags kwartiertje

De uitspraak van het Haags en ook de Haagse woordenschat zijn opgenomen in het Groen-Geile Boekje, een rond 1998 verschenen parodie op het Groene Boekje waarin de woordenschat van het ABN wordt verklaard, verwijzend naar de groen-gele vlag van Den Haag.