Hyndluljóð

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Hyndluljóð; Freya maakt Hyndla wakker
W.G. Collingwood, 1908
De voorouders van Ottar
W.G. Collingwood , 1908

Hyndluljóð is een Oudnoords gedicht dat dikwijls wordt gezien als een deel van de Poëtische Edda. Het is enkel in zijn geheel bewaard gebleven in het Flateyjarbók maar sommige stanza’s werden ook vermeld in de Proza-Edda waarin wordt gezegd dat de quoteringen uit de Völuspá hin skamma komen.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

In het gedicht ontmoet de godin Freya de Völva Hyndla en ze rijden samen naar het Walhalla.

Freya rijdt op haar everzwijn Hildisvíni en Hyndla op een wolf. Hun missie is om de stamboom van Ottar zodat hij voeling krijgt met zijn erfgoed, en de ballade bestaat vooral uit Hyndla die een hoop namen van Ottar reciteert.

Afbeeldingen[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Engelse vertalingen[bewerken | brontekst bewerken]

Oudnoordse Edities[bewerken | brontekst bewerken]

  • Hyndluljóð Sophus Bugge's edition of the manuscript text
  • Hyndluljóð Guðni Jónsson's edition with normalized spelling