Karel van Manderprijs

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door InternetArchiveBot (overleg | bijdragen) op 24 okt 2019 om 03:44. (1 (onbereikbare) link(s) aangepast en 0 gemarkeerd als onbereikbaar) #IABot (v2.0)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

De Karel van Manderprijs wordt sinds 1958 uitgereikt door de Vereniging van Nederlandse Kunsthistorici (VNK). De prijs is voor een waardevolle publicatie van een Nederlandse of in Nederland werkende kunst- of architectuurhistoricus. Het doel van de prijs is om kunst- en architectuurhistorisch onderzoek in Nederland te stimuleren en te waarderen.

Sinds 2004 wordt de prijs jaarlijks toegekend aan een laureaat uit een ander deelgebied. De vijf geselecteerde deelgebieden komen elk om de vijf jaar aan bod. De deelgebieden zijn: beeldende kunst en kunstnijverheid tot 1550; beeldende kunst en kunstnijverheid 1550-1700; beeldende kunst en kunstnijverheid 1700-1850; beeldende kunst en kunstnijverheid 1850-heden; architectuur, stedenbouw en ruimtelijke ordening, tuin- en landschapsarchitectuur, monumentenzorg en bouwhistorie door de eeuwen heen.

Als long list dient de in het jaar voor de prijsuitreiking verschenen VNK-bibliografie die een bepaalde periode in de kunstgeschiedenis beslaat en die publicaties over de laatste vijf jaar bevat. Dit betekent dat de Karel van Manderprijs jaarlijks in een ander deelgebied wordt uitgereikt en dat een deelgebied om de vijf jaar aan de beurt is. De juryleden kunnen indien belanghebbende publicaties in de bibliografie ontbreken deze eveneens voordragen.

Geschiedenis

In 1957 richtte professor Jan van Gelder het Fonds Carel van Mander op tijdens de viering van het vijftigjarig bestaan van het kunsthistorisch onderzoek in Nederland. Dit fonds was vernoemd naar Karel van Mander (1548 - 1606), de auteur van Schilder-boeck (1604), waarin Van Mander leven en werk beschrijft van een groot aantal schilders, zowel uit het verleden als uit zijn eigen tijd.

Het eerste bestuur van de stichting bestond uit de initiatiefnemers Jan van Gelder (voorzitter) en Pieter Singelenberg (secretaris-penningmeester), beide werkzaam op het Kunsthistorisch Instituut in Utrecht, collega-professoren Josua Bruyn, hoogleraar kunstgeschiedenis te Amsterdam, de Delftse hoogleraar architectuurgeschiedenis Jacobus Terwen en Simon Levie op dat moment werkzaam als conservator bij het Centraal Museum in Utrecht. Zij stelden twee prijzen in welke jaarlijks zouden worden uitgereikt: de Carel van Manderprijs, bestaande uit een bedrag in geld en, vanaf 1964, een penning voor kunsthistorisch onderzoek van jonge (onder de 40 jaar) in Nederland werkzame kunsthistorici; en de Bucheliusprijs bestaande uit een bedrag in geld, voor documentair-kunsthistorisch onderzoek door in Nederland werkzame onderzoekers.

De uitreiking van de prijzen kreeg een vaste plek tijdens de Kunsthistorische Dag van de VNK naast de jaarrede, de algemene ledenvergadering en de overige lezingen die werden georganiseerd. De jury, gevormd door het convent van hoogleraren in de kunsthistorische vakken aan Nederlandse universiteiten, beoordeelde publicaties die in het voorafgaande jaar waren verschenen. Deze kwamen in aanmerking als zij ‘aan algemeen geldende wetenschappelijke eisen voldeden en getuigden van oorspronkelijkheid’.

Vanaf 1987 overwoog Singelenberg, inmiddels het enige bestuurslid van de stichting, deze onder te brengen bij de VNK. Deze overweging werd bezegeld bij de herziening van de statuten in 1989. Naast een naamswijziging naar Stichting Karel van Mander kregen de twee prijzen een nieuwe indeling en werd er gekozen voor een andere termijn van uitreiking. De Bucheliusprijs werd bij de statutenwijziging opgeheven.

De al vanaf 1985 door de VNK op voorstel van professor Anton Boschloo in het leven geroepen Jan van Gelderprijs zou in het vervolg worden uitgereikt aan een jonge Nederlandse of in Nederland werkzame onderzoeker. De leeftijdsgrens werd verlaagd van 41 naar 30 jaar, maar is in het laatste decennium vastgesteld op 35 jaar.[1]

Ontwerp trofee

In 1964 besloot het bestuur om naast een geldbedrag ook een trofee uit te reiken. Er werd gekozen voor een penning die met terugwerkende kracht aan de voorgaande winnaars werd uitgereikt. Vanaf 1994 ontving ook de winnaar van de Jan van Gelderprijs een trofee. In de loop der jaren heeft de prijs een flink aantal gedaantewisselingen ondergaan: van penning tot vaas en het meest recente ontwerp als wand- of tafelstuk.[2]

1964: Ontwerp van beeldhouwster Loekie Metz naar idee van William Heckscher. Op de voorzijde van de penning het portret van Karel van Mander en op de achterzijde een gevleugeld oog met Van Manders motto: EEN IS NODIGH.

1994: Ontwerp van Carel Blotkamp, uitvoering Van Tetterode Glasateliers. Blotkamp, kunstenaar en tussen 1982 en 2007 hoogleraar moderne kunst aan de Vrije Universiteit Amsterdam, ontwierp een presse-papier voor de Karel van Manderprijs, maar voor het eerst ook voor de Jan van Gelderprijs.

2003: Ontwerp en uitvoering kunstenares Manita Kieft. In 2003 kreeg de prijs een nieuwe vorm: een vaas van keramiek speciaal ontworpen voor de Karel van Manderprijs en een voor de Jan van Gelderprijs.

2013: Ontwerp en uitvoering Daphna Laurens. Dit vormgeversduo, bestaande uit Daphna Isaacs Burggraaf en Laurens Manders, ontwierp een wand- en tafelstuk waarin de begrippen vorm, tijd en context worden gesymboliseerd, de pijlers van het kunsthistorische vak.

Winnaars

Carel van Manderprijs

Karel van Manderprijs

Externe link