Kasteel Beaulieu

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Wikiwernerbot (overleg | bijdragen) op 12 nov 2020 om 21:35. (https://taaladvies.net/taal/advies/vraag/238/: één van → een van met AWB)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Het Kasteel Beaulieu op een gravure van Jacob Harrewijn.
Het gerenoveerde kasteel in 2014

Kasteel Beaulieu is een barok kasteel in Machelen uit het derde kwart van de 17de eeuw. Het waterslot stond op de oever van de Woluwe met uitzicht op de Zennevallei ('Beau lieu' (fr): mooie plaats). De mooie omgeving van vroeger is destijds veranderd in een woonwijk en een verloederde industriezone. De aanliggende tuinen en bijgebouwen zijn allen verdwenen. Na een lang verval in de 20e eeuw werd het kasteel begin 21e eeuw gerenoveerd. Prominent aanwezig in het gebouw is het stucwerk van de 17e-eeuwse kunstenaar Jan Hansche.

Geschiedenis

Bouw

Het kasteeldomein bevond zich aan weerszijden van de huidige Pieter Schroonsstraat, die in de 17e eeuw ook al bestond, juist ten noorden van de weg naar Buda. In 1652 kocht graaf Lamoraal II van Thurn en Tassis, erfelijke grootmeester van het keizerlijke postwezen, het domein en bouwde er het kasteel. Het kasteel zou ontworpen zijn door Lucas Fayd'herbe en werd opgetrokken uit zandsteen die lokaal gewonnen werd. Typerend voor het ontwerp zijn de maximaal opengewerkte voor- en achtergevel. De ongewoon grote vensters waren een typisch kenmerk van het stedelijk paleis, hier toegepast in een destijds landelijke omgeving. Het kasteel werd voltooid tussen 1653 en 1656. De ingang lag oorspronkelijk aan de oostzijde, aan de huidige Pieter Schroonsstraat. De oorspronkelijke naam van het kasteel luidde 'Belvédère'. Een van de vele bekende eigenaars van het kasteel was Jean-Paul Bombarda, stichter van de Muntschouwburg, die er woonde van 1697 tot 1712.

Op de Ferrariskaarten staat het kasteel langs de huidige Pieter Schroonsstraat en wordt het aangeduid als 'Château de Sainte Gertruyde Machelen'. De Budasteenweg leidde in die tijd naar het gehucht Buda aan de Willebroekse vaart. De huidige Budasteenweg-Broekstraat verzorgde de verbinding met Diegem. Deze straat is vandaag onderbroken door de aanleg van de E19. Aan de westzijde van het kasteel liep de Woluwe. In 1782 kocht de bankier-slavenhandelaar Frédéric Romberg het kasteel en van 1810 tot 1838 was het in handen van baron François-Joseph-Louis de Godin. In de Atlas der Buurtwegen (1841) is te zien hoe er aan de overzijde van de Woluwe vijvers zijn aangelegd.

Negentiende eeuw

Op het Perceelsplan (Popp, 1842-1843) en de Vandermaelen kaart (1846-1854) wordt het kasteel aangeduid als 'kasteel van Godin'. Op de 'Dépôt de la Guerre'-kaart[1] uit 1865 is de Broekstraat, die vooraan het kasteel passeert, de enige verharde weg die Machelen en Diegem verbindt. Tussen 1865 en 1877 wordt de 'Route de Buda', een belangrijke verbinding tussen Diegem en het kanaal, sterk verbreed. Terwijl het grootste deel van de Zennevallei industrialiseert blijft het parkdomein met zijn vijvers nog landelijk. Bekende bewoners van het kasteel in de negentiende eeuw zijn de graven d'Alcantara, die het kasteel in 1840 kopen (graaf Emmanuel Joseph d’Alcantara). Zijn zoon Anatole d’Alcantara verkocht het kasteel in 1884 aan Emile Rittweger. Onder de familie d'Alcantara en onder het eigenaarschap van Rittweger worden verschillende verbouwingen aan het kasteel uitgevoerd. Mogelijk werd de ingang hierbij verplaatst naar de westgevel (aan de huidige Woluwelaan) en kreeg de zogeheten 'Herculeszaal' de functie van vestibule.

Ontmanteling van het domein

In de jaren 20 van de 20e eeuw komt er toch meer en meer industrie aan de overzijde van het kasteel, waardoor de idylle van de ligging definitief verloren gaat. De erfgenamen van Rittweger verkopen het kasteel in de jaren 1920. Vanaf dan begint het geleidelijk verval van het kasteel. De vennootschap voor onroerende goederen die het kasteel in 1928 opnieuw verkoopt, verplicht in de verkoopsvoorwaarden de nieuwe eigenaar tot de gedeeltelijke afbraak en ontmanteling van het kasteeldomein. De dreven verdwijnen, de grachten en vijvers worden gedempt en het kasteelpark wordt verkaveld tot de Machelse wijk 'Beaulieu'. Op het einde van de jaren 1920 wordt de noordoostelijke kasteeltoren afgebroken. De stenen van de omheiningsmuur worden hergebruikt voor de bouw van de kerk van Diegem-Lo.

Herstel

Tegenwoordig ligt het kasteel aan de drukke Woluwelaan, aangelegd tussen 1947 en 1951. In de late jaren 40 van de 20e eeuw wordt het kasteel hersteld door liefhebbers, die het kasteel in 1956 ook aankopen. De Herculeszaal werd in 1950 beschermd als monument, in 1955 werd de bescherming uitgebreid tot de gevels. De gedeeltelijke herstelling wordt voltooid in 1964. Van 1964 tot 1975 was er een restaurant gevestigd in de kelder van het kasteel en van 1964 tot 1975 huisde een permanente tentoonstelling van het Postmuseum op het gelijkvloers.

Verval en vandalisme

Vanaf 1975 startte een tweede periode van verval en vandalisme. Het is vooral deze periode die desastreus was voor de erfgoedwaarde van het goed.[2] In de jaren 80 en 90 werd hiertoe de muuropeningen dichtgemetseld om nog verdere beschadiging te voorkomen.

Renovatie en nieuwe bestemming

In de zomer van 2002 startte een tweede renovatieronde, waarbij onder andere de ringgracht opnieuw open werd gemaakt. In maart 2017 gaat er een tijdelijke tentoonstelling door van beeldende kunst[3]

Zie de categorie Beaulieu Castle van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.