Klassieke periode (Amerika)
De klassieke periode (Classic stage, ongeveer 300-900 AD) is de vierde van de vijf periodes in de precolumbiaanse geschiedenis van Amerika, zoals voorgesteld door Gordon Willey en Philip Phillips in hun boek uit 1958 Method and Theory in American Archaeology.
De culturen van de klassieke periode worden gekarakteriseerd door een ambachtelijke arbeidsdeling en het begin van metallurgie. De sociale organisatie wordt geacht een begin van verstedelijking te tonen en grote ceremoniële centra te bezitten. De ideologie is die van een ontwikkelde theocratie.
Oorspronkelijk werd het begrip "klassieke periode" gebruikt voor de complexe samenlevingen van Meso-Amerika en Peru. Ook andere gevorderde culturen als de Hopewell-cultuur, Teotihuacan en de vroege Mayacultuur vallen echter binnen de periode.
De klassieke periode volgde op de formatieve periode (of pre-klassieke periode) en werd opgevolgd door de postklassieke periode. Beide overlappen wat in een andere indeling de Woodland-periode en de Mississippi-cultuur van Noord-Amerika wordt genoemd.
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Classic stage op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.