Landgoed Bieduinen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Landgoed Bieduinen gezien vanuit het stuifduinengebied
Foto: Frans Hoelen, 1904-1930, Heemkundekring Het Zuidkwartier

Het Landgoed Bieduinen in Putte bestaat uit 170 ha voornamelijk bos en overgang naar heide. Het gebied kenmerkt zich door naaldbossen, heidevelden, vennen en meertjes, waardoor het lang aantrekkelijk is geweest voor de houthak en turfwinning. Het landgoed grenst aan het stuifduinengebied ten oosten van Ossendrecht, waar in de Middeleeuwen nog om werd gevochten door onder meer de heer van Bergen op Zoom en die van Hoogerheyde. De huidige eigenaar van het landgoed, familie Van Mierlo, heeft het nu drie generaties in bezit.

Het landgoed heeft een hoofdgebouw, het voormalige Bieduinenhof, waar Stichting Titurel huist. Verder zijn er twee bijgebouwen, 't Hofje van Bieduinen, waar een van de vijf kleinkinderen woont en ook het landgoed beheert en onder andere een B&B uitbaat. De familie Van Mierlo heeft ook een Stichting Bieduinenhof opgericht om, naast andere goede doelen, ervoor te zorgen dat het landgoed als eenheid voor de lange termijn kan blijven bestaan.[1]

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

In de periode 1881-1897 kwam een groot aantal hectares van dit gebied in handen van Francois Joseph Gerard Servais en diens zoon Alphons; naast Bieduinen werd ook het nabijgelegen Landgoed Groote Meer hun eigendom. Er was destijds sprake van een groep van rijke Vlaamse industriëlen die zich vestigden op de Brabantse wal. De villa die Alphons Servais in 1883 op zijn landgoed Bieduinenhof liet bouwen is in de neo-Romaanse stijl. De toren met verticale schijnschietsleuven en de gekanteelde topgevel zijn een aantal kenmerkende elementen van deze kasteelachtige villa, die verder door de combinatie van verschillende materialen ook een duidelijk Vlaamse invloed kent. De villa beschikt hierdoor over een excentriek uiterlijk. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en het Nationaal Restauratiefond classificeren de villa niet voor niets als een typologische zeldzaamheid.

Dat Alphons Servais als grootgrondbezitter destijds zuinig was op zijn landgoederen blijkt uit een wandelgids uit 1902 voor Bergen op Zoom en omstreken. Men schrijft het volgende over de baron: "Op den voorgrond dient gezet, dat de heer Servais, noch eenig andere eigenaar van buitens of bosschen, verkiest, dat er bij het houden van een pic nic in de bosschen vuur of een spiritus— of eenig ander verwarmingstoestel wordt aangestoken, ter verwarming van eet- of drinkwaren." Wie toch een barbecue waagde, meldt de gids, werd van het landgoed verwijderd en kon een proces-verbaal verwachtten.

Van Bejaardentehuis naar Titurel[bewerken | brontekst bewerken]

Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog, en lang nadat het Bieduinenhof niet meer in het bezit was van de familie Servais, diende de villa als opvang voor uit Rotterdam geëvacueerde zieken en bejaarden. Een belangrijk en kleurrijk figuur in deze periode was de Ossendrechtse Dien Mous (1916-1986). Als tiener leidde Mous een lokale afdeling van de Katholieke Jonge Meisjes (KJM) en ging zij dikwijls met haar meisjes op bezoek bij het hospitaal, waar zij de ouderen vermaakten met dans en toneel. Zij deed veel voor de meisjes- en vrouwenbeweging binnen katholiek Brabant en kreeg hiervoor zelfs een pauselijke onderscheiding. Een goede vriendin van Dien zou later over haar zeggen dat zij "hele generaties meisjes door de harde oorlogsjaren sleepte."

Ook na de oorlog behield villa Bieduinenhof zijn medische functie. Van 1948 tot 1952 was het een bejaardentehuis in handen van de Franciscanessen van Oudenbosch. Daarna kocht Joop van Mierlo uit Essen het landgoed in 1956. In dezelfde periode viel het gebied ten prooi aan bosbranden, waarna bij de wederopbouw werd bepaald dat een deel van het terrein werd verhuurd als militair oefenterrein. Ook in 2023 doen nog altijd militairen op de overgang tussen heide en bos hun team- en oriëntatie-oefeningen. Dit in het kader van de drie-eenheid: ecologische-economische-sociale inzet van het landgoed.

Villa Bieduinenhof behield onder het echtpaar Van Mierlo zijn medische functie. Zij stemden namelijk in met het verzoek van de nabijgelegen volksabdij ‘Onze Lieve Vrouwe ter Duinen’ om oudere patiënten op te vangen. In hun zoektocht naar verplegend personeel rekruteerden de Van Mierlo’s franciscanessenzusters uit Oudenbosch, die vanaf 1958 hun intrek in de villa namen. Dankzij de zusters kreeg het Bieduinenhof in 1964 ook zijn eigen kapel.

Voor mevrouw Van Mierlo zou de verzorging een levenstaak worden. Ook nadat de villa in 1989 zijn oorspronkelijke functie als bejaardentehuis verliest, krijgt het direct een nieuwe bestemming in de vorm van stichting Titurel. Wederom op voorspraak van de eerdergenoemde volksabdij, als woonzorgcentrum voor mensen met een verstandelijke handicap. Daarbij blijft het landgoed, ook in 2023, nog steeds het eigendom van de erfgenamen van het echtpaar Van Mierlo.

Natuurbeheer[bewerken | brontekst bewerken]

De bossen zijn vanaf 1880 aangelegd als dennenakkers (monocultuur) op woeste gronden en dienden als stuthout voor de Limburgse mijnen. Het middengedeelte is aangelegd als parkbos, en wordt al sinds de jaren '50 niet meer als productiebos beheerd en onderhouden en vormt zo een centraal bosreservaat met alle kenmerken van oud bos en rijk aan biodiversiteit. Een deel is door provincie Noord-Brabant gekenmerkt als Europees beschermd habitattype 'Beukeneikenbossen met hulst' (H9120), de enige van Natura 2000-gebied Brabantse Wal.

De ruim 110 ha rond het bosreservaat wordt beheerd als 'multifunctioneel bos'. Een bos waar alle functies van bos gecombineerd worden; bescherming grondwater- en verbetering luchtkwaliteit, leefgebied schimmels/planten/dieren, medegebruik mens in de vorm van zachte recreatie, lichte oefeningen voor defensie en teelt van kwalitatief hoogwaardig hout, een weer steeds belangrijker wordende hernieuwbare grondstof.

Het beheer wordt sinds de jaren negentig door Cees van Erp (oud staatsbosbeheerder uit de regio) en de kleinzoon Van Mierlo gedaan, nadat de boswachter Piet Danen en zijn vrouw zowat 80 jaar het bos hebben onderhouden. Vanaf dat moment is er ook overgegaan op natuurvolgend bosbeheer om de rijke biodiversiteit verder te versterken. Sinds bijna 15 jaar werkt Bieduinen nu samen met Avos bosadvies.[2] Vanuit de principes van Pro Silva[3] is het bosbeheer voorgezet en wordt stap voor stap het bos weerbaarder en veerkrachtiger gemaakt om de externe drukfactoren van verdroging, luchtvervuiling en toename recreatie te weerstaan. Een deel van het landgoed is opgenomen als 'Voorbeeldbos Pro Silva Nederland'. Met name de rol van berk in het bosecosysteem en in het bosmanagement is uniek [4][5] [6].

Continue bosbedekking (Continuous Cover Forestry, bodembescherming, variatie aan naald- en loofbomen en struiken en afwisselend oude en jonge bomen maken het bos aantrekkelijk voor mens, flora, fauna en fungi. De Zwarte specht, Wespendief, Nachtzwaluw, Boomleeuwerik, maar ook de Boommarter, Gladde slang - zelfs af en toe een doortrekkende Wolf - en andere inheemse diersoorten en ook planten gedijen hierdoor nog beter. Dit blijkt ook uit de herhaalde vogeltellingen die in het gebied worden gedaan door Sovon.

Aangezien Landgoed Bieduinen grenst aan de Kalmthoutse Heide, is er sinds de jaren negentig ook overleg geweest met het Belgisch-Nederlandse grenspark, toen nog in oprichting. Het landgoed maakt er dan ook sinds de oprichting ook integraal deel van uit. Sinds 2022 is het landgoed ook lid van Stichting AnBeRo, Biodiversiteit in Diversiteit, voor en door landgoed- en natuureigenaren in de grensregio Antwerpen-Bergen op Zoom-Roosendaal met als hart de Natura 2000-gebieden Brabantse Wal en Kalmthoutse Heide.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]