Stinkparasolzwam
Stinkparasolzwam | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||
Stinkparasolzwam Lepiota cristata | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Lepiota cristata (Bolton) P.Kumm. (1871) | |||||||||||||
![]() | |||||||||||||
zijaanzicht | |||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||
|
Lepiota cristata, ook gekend als de Stinkparasolzwam, is een is potentieel giftige paddenstoel uit de familie Agaricaceae. Het is een veelvoorkomende en wijdverspreide paddenstoel: hij komt voor in Europa, Noord-Azië, Amerika en Nieuw-Zeeland. Hij leeft op verschillende soorten ondergrond zoals gazons, paadjes, parken, tuinen en aan de zijkant van wegen. De paddenstoel wordt stinkparasol genoemd door de karakteristieke, onaangename, geur van verbrand rubber. Gelijkaardige Lepiota-soorten kunnen soms van elkaar onderscheiden worden door verschillen in kleur, geur en structuur. Toch moeten voor bepaalde soorten wel microscopische verschillen nagekeken worden.
Taxonomie en naamgeving
Lepiota cristata werd eerst beschreven als Agaricus cristatus door de Brit James Bolton in zijn 1788 boek An History of Fungusses, Growing about Halifax.[1] Het type-exemplaar kwam uit een tuin in Warley Town (Engeland) in 1787.[2] Deze naam bleef gebruikt tot in 1871 toen de Duitse mycoloog Paul Kummer de soort toevoegde aan het geslacht Lepiota, waar hij de huidige naam, Lepiota cristata kreeg.[3]
MycoBank vermeldt verschillende variëteiten van L. cristata:
- L. cristata var. adextrinoidea E.Valenz. & G.Moreno (1994)
- L. cristata var. congolensis Beeli (1927)[4]
- L. cristata var. cristata P.Kumm.(1871)
- L. cristata var. exannulata Bon (1981)[5]
- L. cristata var. felinoides Bon (1981)[5]
- L. cristata var. macrospora (Zhu L.Yang) J.F.Liang & Zhu L.Yang (2011) [6]
- L. cristata var. pallidior Boud. ex Bon (1981)[5]
- L. cristata var. viridispora Kyde & J.L.Peterson (1986)[7]
Lepiota cristata var. sericea, beschreven in Nederland in 1922, wordt nu beschouwd als een synoniem van Leucoagaricus sericifer.[8] L. cristata var. exannulata, L. cristata var. felinoides and L. cristata var. pallidior hebben een onzekere taxonomische status ondanks vermeld als variëteiten van L. cristata. Dezelfde databank vermeldt deze drie variëteiten ook as synoniem van L. cristata. Lepiota castaneidisca werd gezien als synoniem van L. cristata tot moleculaire analyse toonde dat het een andere soort was.[9]
De botanische naam cristata betekent "gekamd/gekuifd".[3]
Externe link
- SoortenBank.nl beschrijving en afbeeldingen
- ↑ Lepiota cristata (Bolton) P. Kumm. :137, 1871. MycoBank. International Mycological Association. Geraadpleegd op 10 januari 2013.
- ↑ Bolton J. (1788). An History of Fungusses, Growing about Halifax. B. White and Son, Huddersfield, UK, p. 7.
- ↑ a b Lepiota cristata, Stinking Dapperling mushroom. First Nature. Gearchiveerd op 2 January 2014. Geraadpleegd op 2 January 2014.
- ↑ (fr) Beeli M. (1927). Contribution à l'étude de la flore mycologique du Congo II. Bulletin de la Société Royale de Botanique de Belgique 59: 101–12.
- ↑ a b c (fr) Bon M. (1981). Clé monographique des Lépiotes d'Europe (Agaricaceae, Tribus Lepioteae et Leucocoprineae). Documents Mycologiques 11 (43): 1–77 (see p. 34).
- ↑ Liang JF, Yang ZL. (2011). Two new taxa close to Lepiota cristata from China. Mycotaxon 116: 387–94. DOI: 10.5248/116.387. Gearchiveerd van origineel op 4 januari 2014. Geraadpleegd op 13 november 2019.
- ↑ Kyde MM, Peterson JL. (1986). A variant of Lepiota cristata. Mycologia 78 (5): 851–3. DOI: 10.2307/3807535.
- ↑ Lepiota cristata var. sericea Cool, Meded. Ned. Mycol. Ver.: 23 (1922). MycoBank. International Mycological Association. Geraadpleegd op 13 januari 2014.
- ↑ Vellinga EC. (2001). Studies in Lepiota IV. Lepiota cristata and Lepiota castaneidisca (PDF). Mycotaxon 80: 297–306.