Leporillus apicalis

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Leporillus apicalis
Status: Uitgestorven (1933)[1] (2012)
Leporillus apicalis
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Mammalia (Zoogdieren)
Orde:Rodentia (Knaagdieren)
Familie:Muridae (Muisachtigen)
Geslacht:Leporillus
Soort
Leporillus apicalis
(Gould, 1853)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Leporillus apicalis op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Zoogdieren

Leporillus apicalis[2] is een uitgestorven knaagdier uit het geslacht Leporillus.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De rug is grijsbruin, de onderkant grijswit, met een geleidelijke overgang. De lange, behaarde staart is van boven donkerbruin en van onder wit, met een witte pluim. De kop-romplengte bedraagt honderdzeventig tot tweehonderd millimeter, de staartlengte 220 tot 240 millimeter, de achtervoetlengte 41 tot 44 millimeter, de oorlengte 27 tot 33 millimeter en het gewicht ongeveer honderdvijftig gram. Vrouwtjes hebben geen mammae op de borst en twee paren op de buik.

Leefwijze[bewerken | brontekst bewerken]

Dit dier was 's nachts actief. Hij sliep in groepen in holle bomen of in twijgnesten gebouwd door de langoorhaasrat (L. conditor), de andere soort van het geslacht (volgens anderen bouwde L. apicalis zelf ook nesten). Hij voedde zich met zaden en wortels.

L. apicalis is officieel voor het laatst waargenomen in 1933, maar in 1970 zouden nog exemplaren in een grot in West-Australië zijn gezien. In West-Australië worden af en toe ook nog Leporillus-achtige twijgnesten gevonden, die misschien door L. apicalis zijn gemaakt.

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

Deze soort kwam voor in Australië. Zijn verspreidingsgebied besloeg de droge gebieden van Midden- en Zuid-Australië, van Noordwestkaap in West-Australië in het westen tot Noordwest-Victoria in het oosten. Hij leefde in allerlei gebieden met een struikvegetatie.