Lieve Geelvinck
Lieve Geelvinck | ||
---|---|---|
Algemene informatie | ||
Land | Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden | |
Geboortedatum | 28 mei 1676 | |
Geboorteplaats | Amsterdam | |
Overlijdensdatum | 22 augustus 1743 | |
Overlijdensplaats | Amsterdam | |
Werk | ||
Beroep | politicus | |
Familie | ||
Vader | Joan Geelvinck | |
Moeder | Anna van Loon | |
Kinderen | Agatha Levina Geelvinck, Nicolaes Geelvinck | |
Persoonlijk | ||
Talen | Nederlands | |
Diversen | ||
Lid van | Vroedschap van Amsterdam | |
De informatie in deze infobox is afkomstig van Wikidata. U kunt die informatie bewerken. |
Lieve Geelvinck (Amsterdam, 28 mei 1676 - 22 augustus 1743) was een zowel geliefd als machtig burgemeester van Amsterdam. In 1707 was hij zijn vader opgevolgd in de vroedschap. Hij was tussen 1709 en 1711 lid van de Raad van State, voor veel Amsterdamse burgemeesters een soort ballingschap. Hij was tussen 1712 en 1714 afgevaardigde van het gewest Holland en kreeg te maken met de raadspensionaris Simon van Slingelandt.[1] In 1716 werd hij benoemd tot bewindhebber van de Oost-Indische Compagnie en zoals toentertijd gewoon, aangesteld voor de rest van zijn leven.
Biografie
[bewerken | brontekst bewerken]Lieve Geelvinck was de helft van een tweeling: hij en zijn tweelingbroer Cornelis werden op 29 mei 1676 gedoopt in de Westerkerk te Amsterdam. Lieves moeder was Anna van Loon. Zijn vader Joan Geelvinck was sinds 1694 lid van de vroedschap en bewindhebber bij de VOC. De Geelvincken waren al een eeuw lang bestuurlijke en financiële specialisten. Lieve Geelvinck werd voor de eerste maal burgemeester van Amsterdam in 1720, een "noodlottig" jaar.[2] Door een geslepen huwelijkspolitiek speelde de familie Geelvinck jarenlang een belangrijke rol in de raad.
Lieve Geelvinck trouwde op 31 maart 1699 in Amsterdam met Agatha Theodora van Bambeeck (1674-1713). Zij kregen vier zoons en drie dochters, van wie er drie jong zijn overleden. Op 5 maart 1730 hertrouwde hij in Amsterdam met Anna de Haze (1690-1761). Anna was de weduwe van de regent Gillis Graafland (1689-1727) en werd indertijd beschouwd als de rijkste vrouw van de stad. Zij had uit haar eerste huwelijk vijf kinderen, van wie er drie jong zijn overleden.[3] Lieve woonde op de Herengracht 504, maar verhuisde na het huwelijk naar de woning van Anna op de Herengracht 520, die Anna helemaal opnieuw had laten inrichten.[4] De echtelieden kenden elkaar, want Lieves zoon Nicolaes (1706-1764) was op 20 september 1729 getrouwd met Anna's dochter Johanna Jacoba Graafland (1711-1740). Een van hun kleinkinderen was Agatha Theodora Geelvinck (1739-1805), van wie zowel Lieve als Anna dus een directe grootouder was. Via Anna verkreeg Lieve de titel Heer van Stabroek en van de beide Loosdrechten.[5] Op 13 maart 1728 werd hij tevens ambtsheer van Leimuiden en Vriezekoop, die hij voor 42.000 gulden had gekocht ten behoeve van de stad.
Lieve Geelvinck was staatsgezind en regelde in 1734 een uitermate koele ontvangst voor Willem IV van Oranje-Nassau en Anna van Hannover. De regenten in de Pruikentijd staan bekend als elkaar de bal toespelend:[6] in 1735 werd zijn schoonzoon Dirk Trip als burgemeester benoemd, daarbij vele tientallen schepenen en oud-schepenen passerend.[7] Burgemeesters hadden bij toerbeurt baantjes te verdelen. In 1738 verstrekte hij een "studiebeurs" aan zijn kleinzoon, een goedbetaald baantje als postmeester.[8] In het jaar 1743 stierven behalve Lieve Geelvinck nog drie burgemeesters: Nicolaes Sautijn, Mattheus Lestevenon sr en Daniël Hooft. De onderlinge verhouding in de burgemeesterskamer zou daardoor sterk veranderen.[9]
Lieve Geelvinck fungeerde regelmatig als privébankier. Hij werd op 27 augustus 1743 in de Nieuwe Kerk begraven onder een nooyt gehoorde toevloet van menschen. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Nicolaes Geelvinck.
Trivia
[bewerken | brontekst bewerken]Jacobus Houbraken tekende zijn portret. Pieter Langendijk, die de aktionisten uit 1720 over de hekel haalde, schreef het onderschrift. Het Rijksmuseum bezit een rond 1760 in China bestelde kop-en-schotel met dit portret.[10]
De vier kinderen van Lieve Geelvinck die toen nog in leven waren, hebben in 1749 een aanzienlijk bedrag van hun oudtante Sara Hinlopen geërfd. De oudste, Agatha Levina Geelvinck, weduwe van Dirk Trip, erfde het huis Herengracht 518, het koetshuis met de stal; Anna Elisabeth[11], weduwe van Nicolaas Pancras en Jan Lucas Pels, erfde waardepapieren, alle boeken en n.b. drie gulden contant.[12] Catharina Jacoba, de jongste en bekend om haar schoonheid, getrouwd met Constantijn Sautijn, had als kind al een vorstelijke lijfrente gekregen. Zij erfde bij testament de juwelen, parels en diamanten, maar ook honderdveertig jaar oude aandelen bij de Oost-Indische Compagnie in Enkhuizen. Nicolaes Geelvinck kreeg schilderijen, o.a. van Rembrandt, schuldbekentenissen, aandelen, obligaties en landerijen in de Zijpe.[13]
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- Lemma over Lieve Geelvinck in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek.
- Parenteel van Jan Cornelisz Geelvinck (d.d. 2 mei 2011) met informatie over de kinderen van Lieve en Agatha Theodora. Zie onder IVd.
- De doopbewijzen van zes kinderen[dode link] van Lieve Geelvinck en Agatha Theodora van Bambeeck. Dochter Catharina Jacoba werd op 26 augustus 1710 in Den Haag geboren (of gedoopt?)
- ↑ Geelvinck steunde hem en was ook betrokken bij diens opvolging in 1737.
- ↑ Dit is een verwijzing naar het boek: Slechte, C.H. (1982) 'Een noodlottig jaar voor veel zotte en wijze'. De Rotterdamse windhandel van 1720.
- ↑ Centraal Bureau voor Genealogie, Nederland's Patriciaat, jrg. 47, 1961, blz. 121
- ↑ Bijtelaar, B.M. (1988) HET HUIS HERENGRACHT 520. Tachtigste jaarboek van het genootschap Amstelodamum, p. 77-104.
- ↑ Brunekreef, H. (1977) De Sypekerk te Nieuw-Loosdrecht. Spiegel van een gemeente.
- ↑ Op een enkele uitzondering na waren bijna alle Amsterdamse burgemeesters in de eerste helft van de 18e eeuw familie van elkaar. Evenwel, vader en zoon of broers konden nooit tegelijk een zetel in de vroedschap bezetten.
- ↑ Porta, A. (1975) Joan en Gerrit Corver. De politieke macht van Amsterdam (1702-1748), p. 151.
- ↑ Burgemeesters werden vroeger niet betaald; het was een erebaan. Sommige burgemeesters verkregen extra inkomsten door onderlinge verdeling en verkoop van banen. Maar ook het redden van een burgemeesterszoon die door het ijs was gezakt kon bijvoorbeeld leiden tot een baantje of een pensioentje.
- ↑ Porta, A. (1975) Joan en Gerrit Corver. De politieke macht van Amsterdam (1702-1748), p. 153-155.
- ↑ Zie RMA Bulletin, p. 25. Gearchiveerd op 16 september 2012. Geraadpleegd op 11 september 2023.
- ↑ http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/DVN/lemmata/data/Geelvinck
- ↑ Zij heeft een orgel, gebouwd door Christiaan Müller aan de kerk in Beverwijk geschonken.
- ↑ Hij erfde ook Herengracht 509-511, destijds een van de grootste panden aan de Herengracht.