Naar inhoud springen

Lijst van families van slangen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Wezy (overleg | bijdragen) op 29 jun 2016 om 13:42. ({{{eruit zien}}} => {{{eruitzien}}} (n.a.v. Wikipedia:Wikiproject/SpellingCheck) Help mee!)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Onderstaand een tabel van families van slangen, met een wetenschappelijke naam (klik hierop om meer te weten te komen over de familie), de eventuele Nederlandse naam, een korte beschrijving en een voorbeeldsoort met afbeelding, als deze beschikbaar is.

Superfamilie Henophidia (Booidea) 9 families
Familie Nederlandse naam Beschrijving Voorbeeldsoort Afbeelding voorbeeldsoort
Aniliidae
Stejneger, 1907
Rolslangen Er is maar één soort: de onechte koraalslang, die voorkomt in Zuid-Amerika. Onechte koraalslang
(Anilius scytale)
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Anomochilidae
Cundall, Wallach & Rossman, 1993
Dwergpijpslangen Een kleine familie die twee vrij onbekende soorten telt, deze komen voor in Indonesië en westelijk Maleisië. Anatomisch wordt de groep als een tussenvorm van de blindslangen en de moderne slangen gezien. Dwergpijpslangen werden vroeger tot de familie schildstaartslangen (Uropeltidae) gerekend. Anomochilus leonardi Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Boidae
Gray, 1825
Boa's of reuzenslangen De boa's kunnen erg groot worden, al blijft een aantal soorten klein. Het zijn vaak boombewoners, sommige soorten leven meer in het water. De bekendste soorten zijn de boa constrictor en de anaconda. Boa's komen vrijwel wereldwijd voor maar alleen in tropische gebieden. Hondskopboa
(Corallus caninus)
Bolyeridae
Gray, 1842
geen Deze kleine familie bestaat uit twee soorten die voorkomen op de eilandengroep Mascarenen. Er is weinig over deze slangen bekend. Bolyeria multocarinata Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Cylindrophiidae
Fitzinger, 1843
Pijpslangen De tien soorten pijpslangen behoren allemaal tot het geslacht Cylindrophis. Ze komen voor in Azië en blijven klein tot ongeveer een meter. Cylindrophis ruffus
Loxocemidae
Cope, 1861
Mexicaanse pythons Deze familie bestaat uit slechts één soort: de spitskoppython, die vroeger tot de pythons werd gerekend. Pythons echter leven allemaal in Afrika, Australië en Azië, deze soort komt voor langs de oostkust van noordelijk Zuid-Amerika. Spitskoppython
(Loxocemus bicolor)
Tropidophiidae
Brongersma, 1951
Dwergboa's Er zijn 25 soorten die voorkomen in Zuid-Amerika en de Caraïben, een kleine groep komt voor op Maleisië. Tropidophis pardalis Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Uropeltidae
Müller, 1832
Schildstaartslangen De ongeveer 50 soorten hebben een gravende en verborgen levenswijze en komen voor in Zuid-India en Sri Lanka. Schildstaartslangen hebben een zeer korte staart die in een verharde, stekel-achtige punt eindigt. In tegenstelling tot andere slangen hebben de ogen beweegbare oogleden en ontbreken sporen van achterpoten. Melanophidium bilineatum
Xenopeltidae
Bonaparte, 1845
Aardslangen Een kleine familie van 2 soorten die voorkomen in Azië. Regenboogslang
(Xenopeltis unicolor)
Typhlopoidea (Scolecophidia) 3 families
Familie Nederlandse naam Beschrijving Voorbeeldsoort Afbeelding voorbeeldsoort
Anomalepidae
Taylor, 1839
Draadwormslangen Er zijn ongeveer 16 soorten in vier geslachten die allemaal in Zuid- en Midden-Amerika leven en een gravend bestaan leiden. De meeste soorten blijven kleiner dan 30 centimeter en hebben geen harde schubben waardoor ze eruitzien als wormen. Anomalepis mexicanus Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Leptotyphlopidae
Stejneger, 1891
IJzerslangen Er zijn meer dan 90 soorten die voorkomen in Afrika en Midden-Amerika tot zuidelijk Noord-Amerika, inclusief de Caraïben en de Verenigde Staten. Twee soorten komen voor tot in Pakistan en India. De meeste soorten worden niet langer dan 30 centimeter. De primitieve slangen hebben resten van een bekkengordel en achterpoten. Alleen de onderkaak draagt tanden, de bovenkaak is tandeloos. Mexicaanse draadwormslang
(Leptotyphlops humilis)
Typhlopidae
Merrem, 1820
Wormslangen Er zijn ongeveer 120 soorten die wereldwijd voorkomen. Wormslangen zijn klein en dun en doen denken aan wormen, ze leven vaak ondergronds van kleine diertjes. Slanke wormslang
(Typhlops vermicularis)
Xenophidia (of Colubroidea, verouderd: Caenophidia) 5 families
Familie Nederlandse naam Beschrijving Voorbeeldsoort Afbeelding voorbeeldsoort
Acrochordidae
Bonaparte, 1831
Waterslangen Deze kleine familie bestaat uit 3 soorten, die zeer sterk op het leven in water zijn aangepast, ze zijn piscivoor en komen voor in het zuidoosten van Azië. Javaanse wrattenslang
(Acrochordus javanicus)
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Atractaspididae
Günther, 1858
Stilettoslangen Er zijn ongeveer 60 soorten die voorkomen in zuidelijk Afrika. De meeste soorten blijven klein, maximaal 60 centimeter, en zijn bodembewonend. Net als adders kunnen de giftanden worden opengeklapt waar de naam stilettoslangen aan te danken is. Het secreet bevat een uniek, op het hart werkend gif (cardiotoxine), genaamd sarafotoxine. Atractaspis bibronii Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Colubridae
Oppel, 1811
Gladde slangen De gladde slangen zijn het bekendst omdat ze wereldwijd voorkomen en het veruit de grootste familie is met het hoogste aantal soorten, meer dan 1000 in totaal. In Nederland en België komen drie soorten slangen voor, waarvan twee uit deze familie. Ook gladde slangen zijn soms giftig en een aantal soorten wurgt de prooi. De bekendste soort is wel de ringslang (Natrix natrix) vanwege zijn grote verspreidingsgebied. Gladde slang
(Coronella austriaca)
Elapidae
Boie, 1827
Gifslangen De ongeveer 230 soorten Elapidae zijn zonder uitzondering giftig, en omvat onder andere de zeeslangen, cobra's, mamba's en de kraits. Alle gifslangen hebben gifklieren en holle tanden waarmee het gif wordt toegediend. Zwarte mamba
(Dendroaspis polylepis)
Viperidae
Oppel, 1811
Adders De bijna 240 soorten tellende familie adders zijn zonder uitzondering giftig. Ook de ratelslangen (geslacht Crotalus) en de lanspuntslangen (geslacht Bothrops) behoren tot de adders. Een wat meer ontwikkelde groep zijn de groefkopadders, die een groef hebben aan weerszijden van de kop, waarmee zeer nauwkeurig temperatuursverschillen kunnen worden waargenomen, zodat ze in het donker toch kunnen 'zien'. Gewone adder
(Vipera berus)