Maatteken
Een maatteken is een symbool waarmee de (muziek)schrijver laat weten aan de lezer van de partituur of partij hoeveel tellen een maat bevat en op welke manier die zijn onderverdeeld.
Er zijn twee systemen in gebruik. Een eerste systeem plaats de noemer boven een notenwaarde (afbeelding van een vierde, achtste etc. noot). Dit systeem wordt omwille van zijn duidelijkheid nog vaak gebruikt in publicaties voor de basisschool.
Een tweede systeem drukt de maatsoort uit als een breuk, bijvoorbeeld 4/4, 6/8 en wordt tegenwoordig het meest gebruikt. Dit systeem wordt algemeen gebruikt in muziekpublicatie. Het is zeer belangrijk dit goed te begrijpen en dat kan eenvoudig door getal-boven-notenwaarde-systeem te bestuderen.
Getal boven notenwaarde
Tussen de derde en de vijfde lijn van een vijflijnige notenbalk staat een natuurlijk getal groter dan nul. In principe kan elk getal er staan, maar de meest voorkomende getallen zijn 2, 3 en 4.
Dit getal geeft aan hoeveel tellen er in een maat zijn.
Tussen de eerste en de derde lijn van de notenbalk staat een notenwaarde. Aan die notenwaarde kan je zien hoe elke tel verdeeld moet worden.
enkele voorbeelden:
Aantal tellen = 2
De onderverdeling van de tel is dan in twee gelijke stukken namelijk 2 achtsten.
- dit maatteken geeft aan dat elke maat twee tellen bevat waarbij elke tel een gepunteerde vierde noot is.
De onderverdeling van elke tel is dan in drie gelijke stukken nl. 3 achtsten.
De onderverdeling van de tel is dan in twee gelijke stukken namelijk 2 vierden.
Getal boven getal
Tussen de derde en de vijfde lijn van een vijflijnige notenbalk staat een natuurlijk getal groter dan nul.
Alternerende metra
In een muziekstuk kunnen 2 of meer maten elkaar op regelmatige basis afwisselen, zonder dat telkens een nieuw maatteken moet worden geplaatst. Dit wordt meestal aangegeven met een dubbel maatteken.