Maria Philipse

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Maria Philipse
zelfportret op 43 jarige leeftijd, litho

Maria Johanna Philipse, ook bekend als Maria Johanna Baukema-Philipse en als M. Baukema, (Ede, 16 april 1863 - Castricum, 10-september 1952) was een Nederlands beeldend kunstenaar.[1] Zij is bekend als aquarellist, etser, schilder en tekenaar, ook met pen en pastel. Een groot deel van haar leven werkte ze in Arnhem, namelijk van 1901-1951.[1]

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Philipse volgde geen formele kunstopleiding, maar was autodidact.[1] Zij kreeg echter advies van Willem Witsen (1860 – 1923). Een brief aan hem uit 1900 is bewaard gebleven, waarin zij beschrijft dat zij bezig is met een ets, waar onder andere grote zonnebloemen op staan.[2] Ook schrijft zij daarin over verkoudheden bij haar kinderen, Siegertje en Zusje. Ook haar man schreef aan Willem Witsen dat hij het waardeerde dat hij zijn vrouw wilde helpen.[3]

In haar jonge jaren werkte ze in Heelsum, in elk geval tot haar huwelijk in 1887, maar het grootste deel van haar leven werkte ze in Arnhem, namelijk van 1901-1951.[1] Omdat haar echtgenoot tot 1899 in Heelsum woonde, en in dat jaar naar Arnhem verhuisde, is het waarschijnlijk dat zij dezelfde route volgde.[4] In 1923 woonde zij aan de Pelsrijckenstraat 26 in Arnhem.[5]

Zij was lid van een aantal gerenommeerde kunstenaarsverenigingen, namelijk van Arti et Amicitiae in Amsterdam (vanaf 1907), van de Rotterdamsche Kunstkring en van Kunst voor Allen (Arnhem),[1] een vereniging die in 1907 werd opgericht door Cornelis de Lorm.[6] Zelf gaf zij les aan Alida Henriëtte Runeman.[7]

Werk[bewerken | brontekst bewerken]

Philipse maakte onder andere boekdecoraties, en schilderde of tekende boslandschappen, zoals zoveel vrouwen uit haar tijd bloemstillevens maar ook andere stillevens en tenslotte ook kerkinterieurs en stadsgezichten.[1][7]

In 1901 behaalde zij een zilveren medaille op de vierjaarlijkse tentoonstelling te Arnhem.[1] In 1902 schreef een recensent lovend over haar werk van Doorwerth op een expositie bij Arti et amicitiae.[8]

In 1933 maakte zij een bordspel, het 'Arnhemsch Historisch Gezelschapsspel', uitgegeven door B. Hesselink-Guëttler, ter gelegenheid van het 700-jarig bestaan van Arnhem. Dit werd uitgedeeld aan 10.000 leerlingen van scholen in Arnhem.

Persoonlijk[bewerken | brontekst bewerken]

Philipse was een dochter van Marie Adriaan Frederik Hendrik Philipse en Marie Elisabeth de Ranitz.[9] Zij trouwde in 1887[1] in Arnhem met de 11 jaar oudere weduwnaar van Stijntje Schaap,[9] Sieger Baukema (1852-1936), kunstschilder en leraar.[10] Hun zoontje, Hendrik Frederik Marie Adriaan Baukema, overleed in 1890 toen hij 1 jaar oud was.[11] Het echtpaar had ook nog twee dochters, Maria Elisabeth Baukema (geboren 1889), die verpleegster werd[12] en Henriette Jacoba Baukema (geboren 1891), laboratoriumassistente van beroep[13] en een zoon, Sieger Jan Baukema, geboren in 1895 te Heelsum.[14]

Wetenswaardigheden[bewerken | brontekst bewerken]

  • De Maria Johanna Philipseweg in Renkum, vlak bij Heelsum, is naar haar genoemd.