Matinées musicales

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Matinées musicales
Componist Benjamin Britten
Soort compositie suite
Gecomponeerd voor orkest
Opusnummer 24
Compositiedatum juni 1941
Première 27 juni 1941
Opgedragen aan Lincoln Kirstein
Duur 16 minuten
Vorige werk opus 23.2: Mazurka elegaica
Volgende werk opus 25: Strijkkwartet nr. 1
Oeuvre Oeuvre van Benjamin Britten
Portaal  Portaalicoon   Klassieke muziek

Matinées musicales is een compositie van Benjamin Britten.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Het is een suite, die deels uit eerder geschreven muziek bestaat. Britten schreef voor de film The Tocher filmmuziek, maar kon niet alles in de vijf minuten durende film gebruiken. Uit de oorspronkelijke filmmuziek werd eerder Soirées musicales gehaald en een vijftal jaren later deze Matinées musicales. Er is echter één verschil; de Soirées werden eerst als suite voor orkest geschreven, de Matinées direct voor ballet. Lincoln Kirstein had George Balanchine gecontracteerd en zocht een “verlenging” van de Soirées ter uitvoering tijdens een tournee door Zuid-Amerika van beider American Ballet.

Muziek[bewerken | brontekst bewerken]

Net als Soirées is de muziek afgeleid van muziek van Gioacchino Rossini. En opnieuw zijn er vijf delen:

  1. March (uit Guillaume Tell, Act III, Pas de soldats)
  2. Nocturne (uit Soirées musicales van Rossini, nr. 10 La pesca)
  3. Wals (uit Soirées musicales van Rossini, nr. 4 L’orgia)
  4. Pantomine (uit Soirées musicales van Rossini, nr. 2 Il rimproveso)
  5. Moto perpetuo (Gorgheggi e solfeggi)

De premiere van Soirées musicales vond dicht bij huis plaats (Londen), de eerste uitvoering van Matinées musicales vond plaats op 27 juni 1941 te Rio de Janeiro in het Teatro Municipale, leider van het balletorkest was Emanuel Balaban.

Orkestratie[bewerken | brontekst bewerken]

Discografie[bewerken | brontekst bewerken]

De compositie kent ten opzichte van andere werken van Britten een beperkte discografie. Door Gramophone (gerenommeerd muziekblad) wordt aangeraden de opname uit 1956 van Adrian Boult en het London Philharmonic Orchestra verschenen op First Hand. Voor een typisch “balletorkest”is er de versie van Richard Bonynge en het National Philharmonic Orchestra.